foto van Ian Johnstone

Woensdag 9 oktober 2013

Tijdens de Kinderboekenweek was Ian Johnstone twee dagen in Nederland. Ik heb hem in zijn hotel in Amsterdam geïnterviewd. Ik was best zenuwachtig van tevoren, maar dat was helemaal niet nodig. Het was een heel gezellig gesprek en het uur vloog om.

Ian Johnstone komt uit Groot-Brittannië en is de schrijver van het boek De klok tussen de werelden (De spiegelkronieken 1). Dit boek is zijn debuut, zijn eerste boek. Het is het eerste deel van een trilogie en dat betekent dat er nog twee boeken zullen volgen.

Interview

Waar komt het idee voor dit boek vandaan? 

Toen ik 12 jaar was twijfelde ik aan alles. Ik werd me bewust van mezelf en dat was niet altijd positief. Ik bedacht dat de reden voor deze twijfels zou kunnen zijn dat we niet heel zijn, dat een deel van ons ontbreekt. Ik begon me af te vragen hoe het met dit ontbrekende deel zou gaan, zouden ze een eigen wereld hebben? Hoe en wat zijn zij? Zijn zij het goede tegenover ons slechte, zijn zij het antwoord op onze vragen, of lijken ze juist veel op ons. Zou dit in de loop van de tijd kunnen veranderen? Hoe zit hun wereld eruit? Is het een wereld die op die van ons lijkt of is het een tegengestelde wereld? Heeft hun wereld meer aandacht voor magie, zoals onze wereld meer aandacht voor wetenschap heeft? Kan dit veranderen? Is er contact tussen beide werelden? Zijn er mensen die in beide werelden kunnen komen? Is er jaloezie tussen de werelden? Ik probeerde hier een boek over te schrijven, maar bij het eerste hoofdstuk ben ik gestopt. Ik was nog te jong om dit boek te schrijven. Maar dit idee bleef altijd in mijn hoofd spelen. Ik ben uiteindelijk begonnen met schrijven van dit boek toen ik 2005 stopte met werken bij een uitgeverij. Ik ben op reis gegaan en tijdens deze reis heb ik allerlei ideeën opgedaan voor De spiegelkronieken. Het idee voor het citaat hieronder kreeg ik in Nieuw-Zeeland.

En toen zag hij het.
Het was geen voorwerp, en ook geen beweging: het was een afwezigheid van iets. Recht voor hem uit viel het zwakke maanlicht op een plek waar geen bomen stonden. Het had een open plek in het bos kunnen zijn, maar toen Silas opzij keek zag hij dat het niet alleen die plek was: voor zover het oog reikte stopte het bos abrupt een paar meter voor hem uit.
Hij zette zijn handen in zijn zij, haalde diep adem en vervolgde zijn weg op wandelsnelheid.
Waar de bomen ophielden was de grond bezaaid met losse twijgen en gebladerte. Hij zag de bleke kleur van splinters en houtpulp, en de scherpe uitsteeksels van afgebroken takken. Hij snoof de zoete, heilzame geur op van vers hout. Toen hij bij de rand van het bos kwam, zag hij dat het niet alleen maar takken waren, maar complete boomstronken – hele bomen die waren geveld door een onvoorstelbare kracht. Maar het pad van verwoesting was heel smal, want niet veel verderop zag hij de muur van bomen waar het bos weer verderging.
Plotseling drong het tot hem door waar hij naar keek. Hij draaide zijn hoofd naar links en zag een lange, volmaakte strook van weggevaagd bos, die in de duisternis verdween, zodat het niet te zeggen was hoe ver hij zich uitstrekte. Hij keek naar rechts en zag precies hetzelfde: een smalle strook geveld bos die opging in het duister. Maar waar was de klok? Silas stapte het kerkhof van bomen op en tuurde in beide richtingen naar de horizon. Hij zag niks, totdat hij zijn blik op het bladerdak richtte.
Daar, iets verderop en hoog boven het bos, hing een gigantische klok. (blz. 83)

Tijdens het reizen bedacht ik het einde van het verhaal, de reden waarom deze beide werelden van elkaar gescheiden zijn. Vanuit dit eindpunt ben ik begonnen met het schrijven van het eerste boek. Als schrijver worstel ik met de vraag of het goed is als de beide werelden weer samen komen. Deze vraag kon ik nog niet beantwoorden toen ik 12 jaar was.

In het boek komen steencirkels voor die beide werelden met elkaar verbinden. Waarom zijn steencirkels belangrijk voor jou? 

‘Maar hoe kwam je in de Ander?’ vroeg Ash, terwijl hij zijn gezicht dichter bij het vuur bracht. ‘De cirkels waren toch al vernietigd?
Espen schudde zijn hoofd. ‘Salsimane niet. Ondanks al hun verwoede pogingen.’
‘Cirkels?’ vroeg Silas. ‘Wat voor cirkels?’
‘Steencirkels,’ antwoordde Espen.
Silas keek hem niet-begrijpend aan.
‘Onze voorouders gebruikten cirkels van stenen om overdag de zon te eren en ‘s nachts zijn tegendeel, de maan. Op een gegeven moment ontdekten zij dat die kringen, omdat ze die twee tegenpolen in zich verenigden, een speciale macht bezaten om verbindingen tot stand te brengen – een verbinding tussen tegengestelden. Zodoende hebben ze uiteindelijk een deur naar de Ander geopend.’
‘Dat soort steencirkels!’ zei Silas met grote ogen. ‘Net als die in mijn wereld?’
‘Niet net als, maar hetzelfde,’ zei Espen glimlachend. ‘Deuren tussen de werelden. Salsimane is een van de grootste.’
Verwonderd leunde Silas achterover. Hij was ooit met zijn moeder bij een grote steencirkel geweest. Hij herinnerde zich de reusachtige rechthoekige stenen die, zonder dat iemand precies wist waarom, in een volmaakte cirkel waren geplaatst, door een volk dat niemand echt kende. Zijn moeder was erdoor gefascineerd geweest. (blz. 320)

Steencirkels en piramides zijn bouwwerken waar je als bezoeker vol ontzag naar kan kijken. Het zorgt ervoor dat je verder kijkt dan wat je kent. Je kijkt naar een andere wereld. Het was een ontzettend grote prestatie om zulke grote stenen op hun plek te krijgen. Ik ben niet de enige schrijver die hierdoor geïnspireerd wordt. Wat ik jammer vind bij bijvoorbeeld Stonehenge is dat er geen bankjes staan waar je als bezoeker op kunt zitten om rustig naar de stenen te kijken. Om ze te bewonderen, om te bedenken waarom ze hier staan. Dat gaat beter als je kunt zitten, in plaats van rondlopen zoals de meeste bezoekers doen.

In het eerste boek zijn klokken heel erg belangrijk. Steencirkels worden al wel genoemd in het eerste boek, maar in het tweede boek zullen zij nog veel belangrijker zijn. Ze worden de sterspelers. In het derde boek zullen piramides erg belangrijk zijn. Piramides worden in het eerste boek ook al genoemd, want het is het gebouw waarin mensen gevangen gehouden worden.

Wist je van het begin af aan al dat dit een kinderboek zou worden? 

Ja, ik heb dit boek geschreven met mijzelf als 12-jarige voor ogen. Ik heb Engelse letterkunde gestudeerd aan de universiteit en een leraar vroeg mij eens welk boek het meeste invloed op mij had gemaakt. Zonder na te denken antwoordde ik: ‘In de ban van de ring van J.R.R. Tolkien’. De leraar wilde weten waarom juist dit boek zoveel invloed op mij had gemaakt. Ik antwoordde dat dat was omdat dit het eerste boek ooit was waar ik van onder de indruk was, het gevoel had dat ik in de fantasie van iemand anders was verdwaald. Tolkien laat veel aan de verbeelding over, zelfs nadat ik de boeken meerdere keren heb gelezen. Dit laat zien hoe inspirerend hij was, zo inspirerend dat zijn boeken ook zo goed verfilmd zijn dat wij als lezer naar de films gaan en zeggen: ‘ja, zo ziet Rivendell eruit.’ Dat gevoel van verdwalen in iemands fantasie heb ik daarna nooit meer gehad, maar dat is wat ik wil bereiken met mijn boek.

Ik wil schrijven voor kinderen die open staan voor de wereld, die vol fantasie zitten, die zich nog alles kunnen voorstellen, die nog open staan voor de mogelijkheden van de wereld. Daarom wil ik schrijven voor kinderen vanaf 10 jaar en voor grote mensen die nog met verwondering naar de wereld kunnen kijken. Muziek zorgt er voor dat je nog verder in de wereld van verbazing en verwondering komt. Toen ik Dvořáks Uit de nieuwe wereld (Symfonie nr. 9) vond heb ik die wel 30 keer gedraaid in mijn schrijfhut. De buren zullen wel gedacht hebben: ‘wat is de buurman toch aan het doen?’ De muziek maakte het echt voor mij en ik hoop dat kinderen de muziek zullen opzoeken en dan de scène nog een keer lezen en weer helemaal in het verhaal komen.

Hun ogen schoten naar de koperen hoorn van de grammofoon, toen er plotseling uit het donkere midden een koor van violen opsteeg, eerst als een reeks lange noten en toen een staccato spervuur. Toen ze weer naar Paiscion keken, had hij zijn handen boven zijn hoofd geheven, klaar om in actie te komen.  Eerst kwam de snelle melodie van een enkele fluit en zodra de openingsnoot klonk, dook de linkerhand van de Magruman opzij. Op hetzelfde moment sprong een witte meeuwenveer van het dek omhoog en zweefde heen en weer alsof hij door de wind werd gedragen.  Maar hij vloog niet weg en dwarrelde ook niet terug naar het dek, want toen zich een hoorn bij de fluit voegde begon hij te dansen op de maat van de minutieuze bewegingen van Paiscions hand. Terwijl de violen de melodie overnamen steeg hij in snelle cirkels steeds hoger op tot hij trillend voor Silas’ ogen bleef hangen. Op het geluid van de hoorns maakte hij als een ganzenveer op zijn punt een pirouette, alsof hij indruk probeerde te maken. Toen de pauken roffelden en de muziek aanzwol begon hij om Silas heen te springen en te huppelen, alsof hij door het ritme van de muziek werd meegevoerd.  Met grote ogen keek Silas toe, hij draaide mee met de veer en deinsde achteruit wanneer hij zijn gezicht bijna raakte. Hij wilde hem net beetpakken toen de muziek even abrupt weer tot rust kwam als dat ze was aangezwollen. Terwijl de laatste noten wegstierven zweefde de veer over het dek en bleef voor Paiscion in de lucht hangen. (blz. 438)

Welk personage uit het boek zou je in het echt willen ontmoeten?

Simia, want die maakt me aan het lachen. Silas is ernstig en doet me aan mijzelf denken toen ik jong was. Ik was nogal serieus toen ik jong was. Silas doet zijn best om zijn lot te aanvaarden en dat is zwaar. Ik realiseerde me dat ik iets nodig had om dit serieuze af te zwakken en dat is Simia geworden. Ze is wat oneerbiedig, zegt de verkeerde dingen op het verkeerde moment en vindt het niet erg dat ze omringd is door volwassenen. Ik wil ook Paiscion, de Magruman, ontmoeten. Dit is een fascinerende man met zijn liefde voor muziek. En deze liefde combineert hij met magie. Dat was erg leuk om te schrijven en ik heb een zwakke plek voor hem. Als laatste wil ik Ash ontmoeten. Hij is een eenling, iemand die anders is dan de anderen. Hij wil niet accepteren dat het gevaarlijk is om met de magie van het leven te spelen. Ik hou van zijn humor. In De klok tussen de werelden staan best veel moeilijke woorden en zijn de zinnen lang. Denk je dat hierdoor minder kinderen het boek zullen lezen? Ik heb dit boek geschreven met mezelf als 12-jarige voor ogen. Ik hield van lezen. Ik denk dat het niet erg is dat er moeilijke woorden en lange zinnen in het verhaal voorkomen. Moeilijke woorden kun je opzoeken, maar je kunt ook doorlezen en in het verhaal komen. Het is goed als het boek je niet alleen een verhaal brengt, maar ook nieuwe woorden. Ik hoop dat de woorden wat toevoegen aan de ervaring van het lezen van het verhaal.

De klok tussen de werelden is het eerste deel van een trilogie. Wanneer komt het tweede boek uit?

Ik ben net klaar met schrijven van het tweede boek. Ik ben bezig om het voor de laatste keer helemaal door te lezen. Binnen nu en twee weken gaat het boek naar de uitgever. Bij de uitgeverij heeft nog niemand het tweede boek gezien, dus het is een spannende tijd voor ons allemaal. Het tweede boek zal in juni 2014 in Groot-Brittannië uitkomen en dan waarschijnlijk in september 2014 in Nederland. Het wordt weer een dik boek met meer dan 500 bladzijden. Het verhaal wordt groter, breidt zich uit. Beide werelden breiden zich uit: er wordt meer verteld over beide werelden en er komen meer personages in het verhaal.

Het eerste boek begint met Habbershoek. Ik zie Habbershoek als een van de personages en het komt verder in het verhaal weer voor. In het tweede boek zullen beide werelden voorkomen, maar dan beter verdeeld over het boek. Het verhaal moest in onze wereld beginnen, maar het is lastig om van van de wereld die je kent te gaan naar een wereld die je niet kent. Dit is de meest spannende reis, waarin een stukje van onze wereld naar een andere wereld gaat. Je moet je ongeloof aan de kant zetten. Het is niet gemakkelijk voor Silas om in de andere wereld te komen, maar ik wilde die spanning in het verhaal hebben, met een personage voor wie het avontuur niet alleen een leuk avontuur is. Hij wil namelijk graag terug naar zijn eigen wereld om zijn moeder te zoeken. Dit maakt het verhaal echter.

Waarom is De klok tussen de werelden zo’n dik boek geworden? 

Het boek was nog zo’n 150-200 bladzijden dikker in de eerste versie. Ik wist dat het boek te dik was, maar ik wist dat een dik boek in principe niet erg hoeft te zijn. Dikke boeken van schrijvers zoals J.K. Rowling, Philip Pullman, Anthony Horowitz en Cornelia Funke worden veel door kinderen gelezen. Deze schrijvers zijn wel allemaal met dunnere boeken begonnen en hebben op die manier fans gekregen. Mijn ambitie was wat groot. Er is wel tegen mij gezegd dat het boek beter zou verkopen als het 100 bladzijden minder zou hebben, maar als schrijver schrijf je het verhaal zoals het is. Ik kon geen korter verhaal schrijven. Ik hoop dat kinderen moeite willen doen voor dit boek en dat ze er iets van leren. Het boek is in Groot-Brittannië alleen nog maar uit als hardcover, maar het verkoopt best goed. Ook in Australië en Nieuw-Zeeland gaat het goed met de verkoop. In januari komt het boek in het Engels als paperback uit.

Wat doe je tijdens het schrijven van het boek?

Ik zit aan mijn bureau in mijn schrijfhut en kijk uit het raam. Ik ben aan het uitstellen. Het is lastig om alles in je hoofd klaar te hebben om te schrijven. Ik moet het juiste idee hebben en weten wat ik ermee ga doen. Ik kijk dus veel uit het raam. Ik heb geen internetverbinding in mijn schrijfhut, want daardoor word ik afgeleid. Het is namelijk veel gemakkelijker om e-mails te beantwoorden dan te gaan schrijven. Ik schrijf daardoor langzaam en met moeite, met lange pauzes tussen het typen door.

Luister je naar muziek tijdens het schrijven? 

Nee, alleen wanneer ik aan het schrijven ben over muziek, zoals de muziek van Dvořák. Tijdens het schrijven kan ik niet naar muziek luisteren en wil ik nergens door afgeleid worden.

Vind je het moeilijk om voor kinderen te schrijven? 

Het is lastig om te bedenken wat je met de ouders doet van de kinderen in het verhaal. Dat is een belangrijk en groot probleem voor kinderboekenschrijvers. Ouders zorgen er voor dat kinderen een deel van hun onafhankelijkheid en mogelijkheden verliezen. Als schrijver moet je hier een oplossing voor bedenken. Ik vind het te gemakkelijk om er voor te kiezen dat kinderen geen ouders meer hebben.

In de eerste versie van dit boek was het ook niet zo dat Silas geen ouders meer had. Hij wist dat zijn moeder in een ziekenhuis was. Later heb ik de spanning toegevoegd dat ze dood is. Ik vind het interessant dat een volwassen Silas waarschijnlijk in het verhaal in zou storten. Hij zou niet weten wat hij zou moeten doen. De jonge Silas ziet de wereld als een avontuur, vol verrassingen en enge dingen. Net zoals alle kinderen de wereld bekijken. Kinderen accepteren volgens mij meer verrassingen en enge dingen dan volwassenen. Wat vind je belangrijk aan kinderboeken? Ik denk dat iedereen jong van hart is en dat kunst, bijvoorbeeld boeken, je terug kan brengen naar toen je kind was. Verbazing en verwondering, dat zijn woorden die in mij opkomen als ik aan goede kinderboeken denk. Het gevoel dat je helemaal verdwijnt in een andere wereld, waarin de enige begrenzing je eigen fantasie is. Dat is volgens mij het geschenk van kinderboeken. Als je als schrijver gebruik kunt maken van deze fantasie, dan heb je iets goeds bereikt.

Heb je een website waarop kinderen meer informatie over jou en je boeken kunnen vinden?

Nee, nog niet. Ik laat het je weten als de website klaar is.

Wat waren je favoriete boeken toen je jong was?

The Faraway Tree series (Enid Blyton), Sjakie en de chocoladefabriek (Roald Dahl), Daantje de wereldkampioen (Roald Dahl), De kronieken van Narnia (C.S. Lewis), In de ban van de ring (J.R.R. Tolkien)

Wat zijn je favoriete jeugdboeken op dit moment? 

Mortal Engines (Philip Reeve), Maggot Moon (Sally Gardner)

Wat voor boeken lees je zelf? 

Ik lees op dit moment veel prentenboeken met mijn dochtertje van 2,5 jaar. Ik ben een grote fan van de prentenboeken van Julia Donaldson, omdat zij een poëtisch taalgebruik heeft dat volgens mij in veel prentenboeken mist. Gisteravond heb ik mijn dochtertje Wat het lieveheersbeestje hoorde voorgelezen en dat vond zij geweldig. Julia Donaldson is erg populair in Groot-Brittannië. Ik was deze week op een uitgeversbijeenkomst en daar werd verteld dat zij 9 van de 10 plaatsen in de lijst met bestverkochte boeken heeft. Ik lees af en toe jeugdliteratuur om mezelf er aan te herinneren hoeveel talent sommige schrijvers hebben.

Verder lees ik historische romans, klassieke literatuur en ik ben een grote fan van Charles Dickens. Zijn boeken herlees ik regelmatig. Er zijn ook boeken die ik wel wil lezen, maar dat ga ik pas doen als ik mijn trilogie af heb, zoals de Abhorsentrilogie van Garth Nix of de Inkttrilogie van Cornelia Funke. Het is te gevaarlijk om zulke boeken nu te lezen, omdat ik niet beïnvloed wil worden tijdens het schrijven van mijn boeken.

Wat doe je als je niet aan het schrijven bent? 

Ik besteed veel tijd aan mijn dochtertje. Ik speel tennis, lees boeken, kijk allerlei films. Daarnaast hou ik van mensen en doe ik veel sociale dingen. Schrijven is een eenzaam beroep en daarom besteed ik ‘s avonds meer tijd aan sociale dingen.

Over Ian Johnstone

alle boeken op Ikvindlezenleuk | website

Met dank aan uitgeverij Meulenhoff Boekerij voor het mogen interviewen. De foto van Ian Johnstone heeft heb ik via de mail ontvangen van Ian Johnstone om te gebruiken bij dit interview