John Flanagan – De ruïnes van Gorlan (1e recensie)
Over het verhaal
Morgarath, heerser over de Bergen van Nacht en Ontij, voorheen van Gorlan in het rijk van Araluen, keek uit over zijn vaal en druilerig domein. Voor de duizendste keer vervloekte hij zijn sombere lot.Dit was dus alles wat hem nog restte: ijzige bergen, diepe kloven, rotsen en stenen, keihard graniet. Steile bergpassen en nog steilere afgronden. Grint en gruis, zover je kon zien. Geen sprietje groen te bekennen. En al was het ruim vijftien jaar geleden dat hij naar deze gevangenis, deze onverbiddelijke streek was verbannen, nog altijd dacht hij met weemoed terug aan de groene bossen en grazige weiden van het leengoed dat hem ontstolen was. De beken zaten er vol vis, de akkers gaven overvloedige oogsten en de bossen waren rijk aan wild. Gorlan, dat was leven. De Bergen van Nacht en Ontij waren dood en deprimerend. (blz. 5)
Will is een weeskind en hij woont samen met een paar andere kinderen in het kasteel Redmont. Ze zijn allemaal net 15 jaar geworden en morgen is de uitverkiezingsdag. Een dag die belangrijk is voor hun toekomst. Ze mogen aangeven bij welke leermeester ze een vak willen leren. Will heeft aangegeven dat hij graag ridder wil worden. Hij weet dat hij daar eigenlijk te klein voor is, maar hij wil het toch heel graag. Hij heeft zijn ouders nooit gekend, maar hij denkt dat zijn vader een ridder is geweest. Daarom wil hij dat ook, om op zijn vader te lijken.
Will bleef kaarsrecht staan en keek strak voor zich uit. De baron kreeg medelijden met hem. Hij zag tranen in de heldere bruine ogen, tranen die alleen met wilskracht weerhouden werden van een tocht langs de wangen naar beneden. Wilskracht, dacht de baron, en herkende meteen de woordspeling. Het was vervelend dat hij de jongen hieraan moest onderwerpen, maar het was niet anders. Hij slaakte een zucht.
‘Is er dan niemand die deze knaap kan gebruiken?’ vroeg hij in het algemeen.
Een voor een keek Will alle meesters smekend aan. Hij bad dat een van hen met zijn hand over het hart zou strijken, en hem alsnog zou accepteren. Maar nee, allemaal schudden ze hun hoofd.
Tot hun verrassing was het de Grijze Jager die ten slotte de pijnlijke stilte doorbrak.
‘Er is nog iets wat u over deze jongeman moet weten, heer.’
Will had Halt nooit eerder horen spreken. Zijn stem was diep maar zacht, met een spoortje Hiberniaans accent. Hij trad naar voren en overhandigde de baron een vel papier, dubbelgebouwen. Arald vouwde het open en las wat er geschreven stond. Toen fronste hij weer diep.
‘Weet je dit zeker, Halt?’
‘Jawel, heer.’
Zorgvuldig vouwde de baron het papier weer dubbel. Toen legde hij het op zijn tafel. Hij trommelde wat op het blad en zei: ‘Daar moet ik een nachtje over slapen.’ (blz. 39)
Will is de enige die nog geen plek bij een leermeester heeft. Hij voelt zich erg zielig. Hij wil graag weten wat er op het papier staat dat Halt aan de baron heeft gegeven. Hij besluit om ’s avonds, als iedereen naar bed is, de torenkamer binnen te sluipen.
Door de jaren heen hadden zijn onverzadigbare nieuwsgierigheid en zijn voorkeur voor plaatsen waar hij niet geacht werd te komen hem de vaardigheden bijgebracht om zich over open terrein te bewegen zonder dat iemand het in de gaten had. De wind door de bomen zorgde voor bewegende schaduwpatronen op de grond – en juist die wist Will te benutten. Instinctief bewoog hij mee in het ritme van de zwaaiende boomtakken. Hij loste op in de schaduwen die over de binnenplaats bewogen. Zo werd hij één met de aarde, in feite onzichtbaar. Eigenlijk was het nog gemakkelijker, zo’n open stuk oversteken. De dikke sergeant vermoedde niets, en al helemaal niet dat iemand de binnenplaats zou oversteken. En omdat hij niets verwachtte te zien, zag hij ook niets. (blz. 43)
Het blijkt een test te zijn. De baron en Halt hadden allang besloten dat Will bij Halt in de leer zou komen om opgeleid te worden tot Grijze Jager. Will is daar niet direct blij mee, maar hij heeft geen keus. In het begin wordt hij door Halt gebruikt als knecht. Hij moet de hut schoonmaken, hout hakken, koken. Na een tijdje leert hij boogschieten, paardrijden en krijgt hij zijn eigen paard. Na een paar maanden gaat hij met Halt mee naar een grote bijeenkomst van Grijze Jagers. Daar aangekomen is er slecht nieuws. Morgarath is op oorlogspad. Hij wil het koninkrijk aanvallen.
Een kille hand omklemde Wills hart. Zijn hele leven al hoorde hij de naam van Morgarath alleen maar fluisteren, als er al over hem gesproken werd. De grote vijand had de proporties van een mythische reus aangenomen – een naam uit een oude legende, uit de donkere dagen van vroeger. En nu zou die legende ineens realiteit worden? Hij zocht steun bij Gilan, maar het gezicht van de jonge Jager was vervuld van twijfel en onzekerheid. Het verried zorg om de nabije toekomst. (blz. 207)
Halt, Will en Gilian (een jonge Grijze Jager) gaan op zoek naar de Kalkara. Twee monsters die door Morgarath op pad zijn gestuurd. Op een gegeven moment loopt het spoor van de twee Kalkara uit elkaar. Gilian gaat het ene spoor volgen en Halt het andere spoor. Will wordt teruggestuurd naar het kasteel om hulp in te roepen. Ze denken dat de Kalkara op weg zijn naar de ruïnes van Gorlan. Hier is Morgarath opgegroeid…
Hij was gewond en ontwapend. Zijn boog was kapot, gebroken toen hij zijn pijlen had afgeschoten op het eerste monster. Hij kende de kracht van zijn grote boog. Hij wist hoe de vlijmscherpe pijlpunten overal doorheen joegen. Hij kon nog niet geloven hoe dat monster die hagel van pijlen had doorstaan en – ogenschijnlijk ongedeerd – op hem af was gekomen. Tegen de tijd dat hij door de knieën zakte was het voor Halt al te laat om de andere Kalkara nog te ontwijken. Bijna had hij hem te pakken gekregen. Een enorme klauw sloeg met één klap de boog uit zijn handen en brak hem doormidden. Halt kon nog net door een gat in een muur duiken. Het beest begon aan de muur te rukken. Halt trok zijn grote mes tevoorschijn en stak naar het monster. Maar het mes ketste af op het harenschild dat de armen van het beest beschermde. En toen keek hij in de rode, haat spuitende ogen. Hij voelde hoe zijn wilskracht wegebde, en hoe hij naar het monster getrokken werd. Met bovenmenselijke inspanning wist hij zijn blik af te wenden. Hij struikelde naar achteren en liet het mes vallen toen een harige klauw zijn been openkrabde.
En toen was hij weggerend, bloedend en zonder wapens. Alleen de doolhof van omgevallen muren kon hem tijdelijk redden van het monster dat hem achterna kwam. (blz. 257)
Zal Halt uit de klauwen van de Kalkara kunnen blijven? Komt Will op tijd terug met hulptroepen van het kasteel? Waar is Gilan? Hoe zal het met Will en zijn vrienden verder gaan?
Mening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Heb je het boek uitgelezen?
Ja
Wat vind je van het boek?
★★★★☆ – goed
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Ik heb veel goeds over deze serie gelezen en gehoord. Ik was benieuwd of het echt zo leuk is
Welke steekwoorden passen bij het boek?
Spannend, leuk
Hoe kom je aan het boek?
Geleend bij de bibliotheek
Zitten er plaatjes (illustraties) in het boek?
Nee
Wat vind je leuk aan het boek? Je kunt bijvoorbeeld een leuk stukje uit het boek overtypen
Het is een spannend verhaal en er volgen nog 11 delen. Ik ben heel benieuwd hoe het verder zal gaan met Will en zijn vrienden
Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
Baron Arald, want ik zou dolgraag een rondleiding door zijn kasteel krijgen
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Ik had tranen in mijn ogen bij het einde van het boek
Is het boek moeilijk of gemakkelijk om te lezen?
Gemiddeld
Zitten er moeilijke woorden in het boek?
Ja
Kun je een voorbeeld geven van moeilijke woorden? Wat heb je gedaan toen je deze woorden tegenkwam?
steunbeer, onverbiddelijk. Ik heb doorgelezen, maar ik denk dat kinderen deze woorden aan iemand moeten vragen of opzoeken in een woordenboek.
Wil je het boek nog een keer lezen?
Misschien, maar eerst wil ik de rest van de serie lezen
Aan wie zou je dit boek aanraden? (bijvoorbeeld kinderen van jouw leeftijd, jonger, ouder, jongens, meisjes)
Aan jongeren vanaf een jaar of 10 die op zoek zijn naar een spannende serie. De Grijze Jager-serie bestaat uit 12 boeken