Marcel Vaarmeijer – Boem, weg! (1e recensie)

Na de dood van zijn vader verhuist de 10-jarige Gino Verbeek met zijn moeder naar Enschede. Ze proberen een nieuw leven op te bouwen, maar dat valt niet mee. Gino’s moeder is nog steeds verdrietig en Gino kan moeilijk wennen aan de nieuwe situatie. Als Gino op 13 mei 2000 naar de stad gaat om een moederdagcadeautje te kopen, ontploft er een groot vuurwerkmagazijn in zijn straat. Gino overleeft de ramp, maar de knal haalt zijn hele leven overhoop. In de dagen na de ramp logeert Gino bij zijn tante Betsy en oom Jan, die maar weinig aandacht voor hem hebben. Gelukkig vindt hij troost bij zijn schoolvriendinnetje Mies en haar vader. Ondertussen zoeken de politie en de brandweer naar zijn moeder. Een paar dagen later komt het vreselijke nieuws…

kno meer info over boek

Over het verhaal

Boem, weg! Zo is het gegaan.
Nee, wacht. Eerst was er een hoop geknetter. Rotjes, dacht ik nog, net als op oudejaarsdag. Maar het was helemaal geen oudejaarsdag. Het was pas 13 mei en mooi weer. En ik moest opschieten, want morgen was het moederdag en ik had nog niks gekocht.
Ik zat op mijn kamers strips te lezen. Ik ben gek op strips. Ik kan de hele dag strips lezen als het moet. Maar nu moest ik echt stoppen, anders kreeg mijn moeder morgen geen cadeautje. (blz. 7)

Gino woont nog niet zo lang met zijn moeder in Enschede. Ze woonden eerst in Amsterdam, maar ze zijn verhuisd toen zijn vader overleed. Zijn moeder vind het niet leuk in Enschede. Ze is regelmatig zomaar boos op Gino en staat de hele dag te roken. Dat deed ze eerst nooit. Morgen is het moederdag en Gino moet nog een cadeautje kopen. Hij gaat met zijn fiets op weg naar de stad. Buiten hoort hij het geluid van vuurwerk. Even later hoort hij een harde knal waarvan hij schrikt. Hij vraagt zich af of hij naar huis moet gaan om te vragen wat er aan de hand is. Het is al half vier geweest en hij gaat toch door naar de stad. Anders heeft hij niet genoeg tijd om een cadeautje te kopen. En dan hoort hij nog een knal…

Ik probeerde op te staan, maar dat lukte niet zo goed. Er lagen allemaal bakstenen op mijn benen. Zware donkerrode bakstenen met grijze stukjes cement eraan. Ik duwde ze een voor een van me af tot ik mijn benen weer kon bewegen.
Mijn broek was stuk. Er zaten grote scheuren in en onder de scheuren zat bloed. Dat was raar, want ik voelde geen pijn. Mijn fiets was ook stuk. Als een hoopje schroot lag hij naast mij, onder een laag stenen. De wielen waren krom, de spaken zaten los en het zadel was gescheurd. Zelfs de bel, die nog op het stuur vastzat, was ingedeukt. (blz. 11)

Zodra hij weer een beetje kan lopen gaat hij richting huis, naar zijn moeder. Een politieagent probeert hem tegen te houden. Zijn huis staat er niet meer! Hoe moet hij nou zijn moeder vinden? De politieagent brengt hem naar een ambulance. Gino bloedt en hij moet naar het ziekenhuis om de wondjes te laten hechten.

Er kwamen ook steeds meer politieagenten en ziekenbroeders aan om de gewonde mensen te helpen. Uit een van de politieauto’s sprong een bruine hond. Hij blafte een paar keer en liep toen aan een stevige riem met een agent mee. Zijn pluizige staart zwiepte vrolijk heen en weer, terwijl hij met zijn zwarte snuit over de grond snuffelde.
Even dacht ik dat ik in een soort rampenfilm zat. Ik was het slachtoffer en de agent en de ziekenbroeder hadden mij gered. Of andersom, dat ik de agent en de ziekenbroeder had gered. Dat klonk een stuk beter. Maar toen bedacht ik opeens dat ik helemaal niet in een film zat. In een film kun je niet bloeden en pijn voelen en je moeder missen. Die dingen kunnen alleen maar in het echt. (blz. 20)

In het ziekenhuis wordt zijn tante Betsy gebeld. Hij mag bij zijn tante en oom Jan logeren. Gino wil naar zijn moeder, maar niemand weet waar ze is. Van zijn vriendinnetje Mies hoort Gino dat kinderen die de vuurwerkramp hebben meegemaakt voorlopig niet naar school hoeven. Gino weet niet wat hij moet doen en hij gaat een stukje fietsen.

Omdat ik nergens mijn fiets kon parkeren, reed ik de stad maar weer uit. Ik wist niet goed waar ik heen moest, dus fietste ik maar gewoon door. En dat moet je dus nooit doen. Als je even een stukje gaat fietsen, kun je beter eerst een plan maken. Anders zou je wel eens op een plek kunnen komen waar je beter niet naartoe had kunnen gaan. In mijn geval was dat de plek van de ramp. Toen tante Betsy mij uitzwaaide had ik nog zo tegen mezelf gezegd dat ik niet naar mijn straat moest gaan. Maar voor ik het in de gaten had was ik er al.
Het eerste wat ik zag waren hoge ijzeren hekken. Die hadden ze daar natuurlijk neergezet om te voorkomen dat iedereen zomaar de wij in zou lopen. Dat was wel een goed idee, vond ik. Als je nog naar mensen aan het graven bent, kun je daar geen pottenkijkers bij gebruiken. En pottenkijkers waren er genoeg. Met massa’s tegelijkertijd waren ze naar de wijk gekomen om naar de rotzooi te kijken. Oude mannetjes op de fiets, moeders met kleine kinderen op hun arm, jonge mensen met een fotocamera. Het leek wel een optocht bij dat hek. Het stomme was alleen dat ze totaal voor niks waren gekomen, want alle hekken waren dichtgemaakt met stukken plastic en hout. (blz. 62)

Iedereen is aardig tegen Gino. Hij logeert bij tante Betsy en oom Jan en komt regelmatig bij Mies thuis. Maar Gino wil zijn moeder..


Voorleesfragment

Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.
Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Heb je het boek uitgelezen?
Ja
Wat vind je van het boek?
★★★★☆ – goed
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk, Ik heb al andere boeken van deze schrijver gelezen. Anders, …ik ben nieuwsgierig hoe iemand een verhaal over de vuurwerkramp kan schrijven voor kinderen
Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, interessant, realistisch, zielig, kort
Hoe kom je aan het boek?
Zelf gekocht
Zitten er plaatjes (illustraties) in het boek?
Nee
Wat vind je leuk aan het boek?  
Ik vind het interessant dat dit verhaal zich afspeelt in de stad waar ik ben opgegroeid.
Wat vind je niet leuk aan het boek?
De vuurwerkramp zelf vind ik natuurlijk niet leuk. Ik woonde al lang niet meer in Enschede, maar familie van mij wel. Het maakte het extra eng om de beelden op tv te zien.
Ik vind het einde van het boek abrupt. Ik snap de beslissing van Gino, maar ik snap niet waarom hij op dat moment op de trein stapt zonder het met iemand anders dan Mies te bespreken
Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
Nee
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Ik kan me nog levendig herinneren dat deze vuurwerkramp gebeurde. Ik was benieuwd hoe iemand een verhaal over de vuurwerkramp kan schrijven voor kinderen. Het is voor Gino een heftige gebeurtenis, maar het is fijn om te lezen dat hij ook maar een gewoon 10-jarig kind is. Mooi boek om te lezen.
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Zitten er moeilijke woorden in het boek?
Nee
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen
Aan wie zou je dit boek aanraden?
Aan kinderen vanaf 10 jaar die op zoek zijn naar een realistisch verhaal