Hans Kuyper – De vloek van het zwarte water (1e recensie)
Stel je voor, je loopt door een museum en ineens hoor je een stem… het overkomt Justin als hij met zijn klas op schoolreisje is. Terwijl de tijd lijkt stil te staan vertelt Aak, een jongen uit de IJzertijd, zijn verhaal aan hem. Een verhaal over oude tijden, een verdwenen koningszoon en een gevaarlijke vlucht door het moeras op de rug van een machtig paard. En hoe griezelig het ook is, Justin grijpt zijn kans om Aak te leren kennen. Dwars door alle eeuwen heen.
Over het verhaal
‘Psst…’
Dit is eng. Niet gewoon een beetje griezelig, zoals een boek of een film, maar echt eng – doodeng.
Het zaaltje is stil, het hele museum is stil, het vrolijke gepraat en de voetstappen van Justins klasgenoten zijn opeens weggevallen. Zelfs het geluid van auto’s en treinen buiten is verdwenen. En in die suizende stilte klinkt alleen, heel kort, die sissende stem.
‘Psst…’
Justin houdt zijn adem in. Gespannen kijkt hij het zaaltje rond. Heeft iemand zich verstopt tussen de kasten of onder de tafels? Houdt een of andere grappenmaker zich verborgen op de gang, net om de hoek. Justin doet een paar snelle stappen terug en kijkt naar de ingang van het museum. Er staat een suppoost, ver weg bij de balie, die naar hem glimlacht. Zijn mond is half open, maar hij beweegt niet.
‘Psst, jongen…’
Justin is niet snel bang, zelfs de oeroude skeletten die hier in het museum onder glazen platen tentoongesteld worden kan hij rustig bekijken. Maar een hees fluisterende stem in een doodstille zaal – dat is toch iets anders… (blz. 5)
Justin is met zijn klas in het Huis van Hilde, een archeologisch centrum in Castricum. Ze hebben net een rondleiding gehad van een mevrouw. Ze heeft het skelet van Aak laten zien, een jongetje dat 200 jaar voor Christus hier in de buurt leefde. Van dat skelet is een reconstructie gemaakt en bij dit beeld staat Justin nu te kijken. De stem die hij hoort is van Aak. Aak wil zijn verhaal graag aan Justin vertellen. Misschien dat Justin hem kan helpen bij het vinden van het antwoord op de vraag ‘wat is er met mij gebeurd?’.
Mijn verhaal begint op de kortste dag, in de langste schemering, toen de hele wereld rustig was en de goden hoog boven het Verborgen Land lagen te slapen.
Ik was het Huis uit gelopen om de koeien te zien terugkeren van de weidegronden. Die trage rij van schuddende koppen, het geluid van hun zware poten in de modder langs de oever maakte me rustig, zoals altijd. Achter de koeien volgden de geiten, die de hele dag over het eiland hadden gezworven en nu ook gemolken wilden worden. De laatste zonnestralen schoten tussen zware wolken door over het donkere water. Op de eilanden in de verte, dichter bij Alena, waren al vuren ontstoken. (blz. 11)
Aak woont bij Oswein en Ule en hun dochter Odda. Het zijn niet zijn ouders. Ze hebben hem gevonden toen hij een paar jaar oud was. Niemand weet waar hij vandaan komt. Het enige dat Aak weet is dat hij gevonden werd in een boot. Op een dag komen er een paar mannen op bezoek. Ze zien er anders uit dan de mensen die Aak kent. Eén van hen, Elrik, vraagt aan Oswein of hij Aak mee mag nemen. Dat wil Oswein niet, maar hij biedt wel aan dat Elrik met zijn dochter Odda mag trouwen.
Aak haalt diep adem. Langzaam, alsof hij het voor het eerst weer doet, draait hij zijn hoofd een stukje heen en weer en laat zijn ogen door het zaaltje glijden.
‘Wat is dit eigenlijk allemaal?’ vraagt hij.
‘Een museum,’ zegt Justin. ‘Dat is een…’
Ja, wat is dat? Hoe moet Justin aan deze jongen van zo lang geleden uitleggen wat een museum is?
‘Het is een groot huis met dingen van vroeger,’ zegt hij. ‘Dingen uit de tijd dat jij nog leefde.’
‘Ik leef nog steeds,’ zegt Aak. ‘Ik praat toch met je?’
‘Ja, maar… Maar…’
Justin kijkt naar de la waar het skelet van Aak in bewaard wordt. Die vrouw van het museum heeft het net nog aan de klas laten zien. Een skelet van tweehonderd jaar voor Christus. De jongen in de vitrine die nu zijn verhaal vertelt, is naar het voorbeeld van dat skelet gemaakt.
Aak is een pop van een skelet van meer dan tweeduizend jaar oud. Nou, dan ben je dubbel dood Kan Justin dat uitleggen? Niemand kan het uitleggen. En het hoeft ook niet, want alles is een droom. Dat heeft Justin allang besloten. (blz. 40)
Het duurt maanden voordat Elrik weer terug is. Aak vindt dat er iets vreemd met deze man is. Hij reageert soms zo raar, zo boos opeens, net alsof hij zich anders voordoet dan hij is. Als bruidschat heeft hij een groot wit paard meegenomen, Kappelwen. Een paard… dat heeft Aak nog nooit gezien. Niemand hier in de buurt heeft een paard. Dat witte paard zal veel bezoekers naar het huis van Oswein brengen. Oswein is er erg blij mee. Na de bruiloft tussen Elrik en Odda gaat Odda met Elrik en zijn mannen mee naar zijn huis. Het is rustig in het huis van Oswein. Aak wordt vrienden met het paard en vindt het heerlijk om tegen het paard aan te liggen.
Het leek opeens wel avond, de zon werd verduisterd door grijze zandwolken die kwamen aanstormen op de gierende wind. In de paar tellen dat ik mijn hoofd om de deurpost had gestoken, was mijn huid al zo geschuurd dat hij pijnlijk gloeide en mijn ogen zaten dichtgekoekt. Snel kroop ik terug naar mijn paard en rolde mijzelf veilig op tussen zijn warme lijf en de tussenwand.
‘Ik zei het toch,’ hoorde ik Oswein jammeren. ‘Midwinter was veel te stil, te mooi. Ik wist wel dat we dat later zouden bezuren.’
‘Midwinter heeft er niks mee te maken,’ antwoordde Ule, veel luider en scherper dan ik haar ooit had horen praten. ‘Je wordt gestraft.’
‘Ik? Waarom?’
Ja, dat wilde ik ook weten. Eerlijk gezegd dacht ik dat juist ik het was die gestraft werd. Vanwege mijn paard – vanwege de hoogmoed.
‘Omdat jij je enige dochter hebt weggegeven aan een vreemdeling met twee gezichten!’ zei Ule kwaad.
‘Dat moest ik wel!’ riep Oswein. ‘Dat weet je toch! Je was er zelf bij! Als ik Odda niet had weggegeven, had die Elrik de jongen meegenomen, of jouw halssnoer, en dan was alles uitgekomen van de boot…’
‘Had dat ding dan ook laten liggen op Bronneneiland,’ siste Ule. ‘Had hem gewoon weer de zee op geduwd, toen je zag wat er allemaal in lag. Maar nee, jij moest en zou een boot hebben.’ (blz. 80)
Als Aak de rest van het gesprek tussen Ule en Oswein hoort wil hij hier weg. Hij neemt Kappelwen mee en gaat er vandoor. Waar gaat Aak heen?
Voorleesfragment
Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.
Mening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Heb je het boek uitgelezen?
Ja
Wat vind je van het boek?
– goed
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk, ik heb het boek gekregen bij de boekpresentatie in het Huis van Hilde
Welke steekwoorden passen bij het boek?
avontuurlijk, fascinerend, geheimzinnig, leuk, ontroerend, spannend, verrassend, zielig
Hoe kom je aan het boek?
gekregen bij de boekpresentatie
Zitten er plaatjes (illustraties) in het boek?
Ja
Heb je net ‘ja’ ingevuld? Waarvoor worden de plaatjes gebruikt?
Om iets uit het verhaal duidelijker te maken
Wat vind je van de plaatjes? Passen ze bij de tekst?
De illustraties laten goed zien hoe Aak en Justin er uitzien. Justin bestaat echt. Hij heeft een rol in dit boek gewonnen via een prijsvraag van het Huis van Hilde. Saskia Halfmouw heeft hem ook getekend, op basis van foto’s die ze via zijn moeder heeft gekregen.
Wat vind je leuk aan het boek?
Het is een spannend en verrassend verhaal dat zich afspeelt in Nederland, zo’n 2000 jaar geleden.
Wat vind je niet leuk aan het boek?
Geen idee
Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
Ja, ik zou Aak willen ontmoeten en dan het eilandje zien waar hij heeft gewoond. Ik zou graag willen zien hoe mensen vroeger in Nederland leefden
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
In het verhaal kunnen Aak, het jongetje van 2000 jaar geleden, en Justin, het jongetje van nu, met elkaar praten. Dat vind ik erg interessant! Ik ben erg geïnteresseerd in onze geschiedenis, vooral de tijd waarin dit verhaal zich afspeelt. Daarom vond ik het extra leuk om dit boek te mogen lezen. In dit boek komt de geschiedenis letterlijk tot leven.
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Zitten er moeilijke woorden in het boek?
Ja
Heb je net ‘ja’ ingevuld? Kun je dan een voorbeeld geven van moeilijke woorden? Wat heb je gedaan toen je deze woorden tegenkwam?
bijvoorbeeld spiekers, wedervraag, plankier. Ik heb gewoon doorgelezen.
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ja, ik wil het boek nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen
Aan wie zou je dit boek aanraden?
Aan kinderen vanaf 10 jaar die het leuk vinden om een verhaal te lezen dat zich lang lang geleden in Nederland afspeelde