
In Ronja’s geboortenacht splijt een bliksemschicht de roversburcht van haar vader in tweeën. De rovers blijven er gewoon wonen, en Ronja groeit op in de burcht, en het grote bos eromheen. Op een dag ontdekt ze dat de aartsvijand van haar vader, Borka, met zijn roversbende in het andere deel van de burcht getrokken is. Ze sluit vriendschap met zijn zoon Birk, en als hun vaders daar kwaad om zijn, lopen ze weg en gaan ze samen in een grot in het bos wonen. Daar hebben ze een heerlijke zomer, maar waar moeten ze in de winter wonen? Het wordt steeds kouder…

Mening over het boek
Recensie van Alessio (8-10 jaar)
Heb je het boek uitgelezen?
Ja
Wat vind je van het boek?
★★★★☆ – goed
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Ik heb het boek niet zelf uitgekozen
Welke steekwoorden passen bij het boek?
avontuurlijk, cool, fascinerend, grappig, interessant, lang, leuk, mooi, spannend, verrassend, vrolijk, zielig, Gewelddadig
Hoe kom je aan het boek?
Uit de boekenkast van mij moeder
Zitten er plaatjes (illustraties) in het boek?
Ja
Heb je net ‘ja’ ingevuld? Waarvoor worden de plaatjes gebruikt?
Om iets uit het verhaal duidelijker te maken
Wat vind je van de plaatjes? Passen ze bij de tekst?
Ze passen bij de tekst. Sommige zijn grappig, sommige mooi en sommige lelijk.
Wat vind je leuk aan het boek?
Ik vond het leuk dat de vaders van Ranja en Birk gingen vechten. Ik wilde niet dat ze dood gingen ofzo, ik vond het gewoon leuk.
Ik vond het ook leuk dat Ranja en Birk in de grot gingen wonen.
Wat vind je niet leuk aan het boek?
Ik vond alles eigenlijk wel leuk.
Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
Ik zou Ronja willen ontmoeten en samen avonturen beleven.
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Nee
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Zitten er moeilijke woorden in het boek?
Ja
Heb je net ‘ja’ ingevuld? Kun je dan een voorbeeld geven van moeilijke woorden? Wat heb je gedaan toen je deze woorden tegenkwam?
Er waren best veel moeilijke woorden. Op iedere bladzijde bijna wel.
We gingen gewoon verder met het boek. Soms legde mijn moeder een woord uit of maakte er een makkelijker woord van.
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen
Aan wie zou je dit boek aanraden?
Het boek was goed voor mij. Ik heb het niet zelf gelezen, mijn moeder las voor. Om zelf te lezen was het nog wat te moeilijk.