foto van Tamara GeraedsTamara Geraeds is in 1981 geboren. Ze was al jong dol op schrijven. Ze schreef haar eerste gedichtje toen ze 5 jaar was. “Nergens”, haar eerste jeugdboek, werd in 2012 uitgegeven door uitgeverij Kluitman. Via de mail heb ik Tamara geïnterviewd.

 

Hoe kom je aan inspiratie voor een boek?

Op allerlei manieren eigenlijk. Soms is het iets wat iemand zegt, soms zie ik iets in een film waarvan ik denk: dat zou ik anders hebben gedaan of ik zie iets buiten. Mijn brein maakt rare kronkels, legt rare links. Vaak snap ik zelf niet hoe ik aan een associatie kom. Maar er komen wel goede ideeën uit voort!

Hoe kies je namen voor je personages?

Ik heb een mapje met allemaal namen erin. Voornamelijk namen die ik mooi vind. Als ik een mooie naam hoor, zet ik die op het lijstje. Vervolgens haal ik daar vaak de namen voor mijn hoofdpersonen vandaan. Voor personages die ik niet zo leuk vind, wil ik nooit namen gebruiken die ik heel mooi vind. Dus die krijgen van mij vaak wat ‘gewone(re)’, alledaagse namen.

Het is meestal wel handig als ik geen associaties heb bij een bepaalde naam. Ik zou een personage bijvoorbeeld niet snel Simone noemen, omdat mijn moeder zo heet.

Bij elk personage heb ik een bepaald beeld en een gevoel. Met dat in mijn hoofd lees ik de hele namenlijst door en dan past er meestal wel een bij het personage. Zo niet, dan heb ik nog namenboekjes en internet. 🙂

Schrijf je met een bepaalde leeftijd in je hoofd?

Absoluut. Ik bedenk van tevoren voor welke leeftijd het verhaal geschikt is. Dat moet je eigenlijk altijd doen als je een boek schrijft, anders maken je personages misschien dingen mee die niet passen bij wat je lezers in het echt meemaken. Daardoor kunnen de lezers zich dan niet goed inleven in het verhaal. En als je voor hele jonge kinderen schrijft moet je natuurlijk opletten dat je woorden gebruikt die zij kennen. Verder mag het voor jonge lezers niet té eng en gruwelijk en bloederig zijn. (dus als ik ooit nog eens horror ga schrijven, zal dat waarschijnlijk voor volwassenen zijn)

Wat vind je belangrijk in een kinderboek?

Ik vind het heel belangrijk dat er veel gebeurt. Dat je je geen moment hoeft te vervelen. Maar dat vind ik eigenlijk in elk boek belangrijk.

Welk personage uit je boeken zou je in het echt willen ontmoeten en waarom?

Vito, de kleine vleermuis uit Christopher Plum. Omdat hij zo ontzettend lief, behulpzaam en dapper is. (Kijk maar op de laatste bladzijde van het boek. Ik was op slag verliefd.)

Wat vind je zelf je beste boek?

Ik vind dat een ontzettend moeilijke vraag, omdat elk boek wel iets bijzonders heeft voor mij. Maar ik denk dat Christopher Plum misschien wel het beste is geschreven. Bovendien heeft dat alles wat een boek leuk maakt: spanning, avontuur, magie, humor…

Wat doe je als je gaat schrijven? Doe je iets speciaals? Heb je speciale muziek, een speciale kamer?

Nee, ik zit gewoon net als anders achter mijn bureau in mijn werkkamer. Muziek zet ik niet aan, dat leidt alleen maar af.

Hoe ziet een schrijfdag van jou er uit? Heb je bepaalde schrijfgewoonten?

Nee, ik zorg dat mijn werk eerst af is en daarnaast geef ik op wisselende tijden cursussen, dus ik heb geen vaste tijd om te schrijven. Ik schrijf wanneer ik tijd heb. En dan ga ik gewoon achter de pc zitten en begin. Soms moet ik even op gang komen; dan zit ik eerst minutenlang naar het scherm te staren of naar buiten, voordat ik weet hoe ik moet beginnen. En soms lees ik de laatste regel die ik heb geschreven en weet ik meteen hoe het verder moet gaan.

Hoe lang doe je over het schrijven van een boek?

Dat ligt eraan wat voor boek het is, hoe dik het boek is en hoeveel ik ernaast moet werken. Over de eerste versie van Christopher Plum deed ik 8 maanden, over Jasper 6 maanden en over Nergens 2 jaar (toen werkte ik veel meer).

Als de eerste versie klaar is moet ik nog herschrijven, dan gaat het naar de proeflezers en dan moet ik weer herschrijven. In totaal ben je dan dus ongeveer een jaar bezig, gemiddeld.

Hoe vaak wordt het verhaal herschreven na het schrijven van de eerste versie?

Meestal 2 tot 3 keer. De eerste versie lees ik zelf helemaal terug en dan verbeter ik al heel veel en schrijf ik stukken bij of schrap ik wat. Als vervolgens de proeflezers die tweede versie hebben gelezen ga ik met hun commentaar aan de slag. Dan is het klaar om het naar de uitgever te sturen. Als die ook nog opmerkingen heeft, wordt het nog een keer herschreven en dan is het klaar!

Laat je tijdens het schrijven je verhaal aan andere mensen lezen of laat je het verhaal pas lezen als je klaar bent?

Ik laat het pas aan mensen lezen (aan de proeflezers) als ik het heb herschreven. Ik lees wel soms al eerder stukjes voor aan mijn man, om te kijken wat hij ervan vindt. Soms vind ik stukjes ook zo leuk dat ik het even wil delen. Dan lees ik die voor aan mijn man en vaak laat ik kleine stukjes ook wel lezen aan mijn goede vriend (en tevens schrijver) Michael Reefs.

Waarom ben je schrijver geworden? Of was je dat altijd al?

Geen idee. Ik vond het denk ik gewoon leuk om verhalen te verzinnen. Al vanaf dat ik leerde schrijven eigenlijk. En op mijn 15e waagde ik de sprong van korte verhalen naar een heel boek. En dat beviel eigenlijk nog veel beter.

Wat waren jouw favoriete boeken toen je jong was? Hield je van lezen?

Toen ik zelf net kon lezen, las ik weinig. Ik liet mijn moeder liever voorlezen, dat vond ik wel heerlijk. De echte passie voor verhalen kwam eigenlijk pas veel later, toen ik op de middelbare school zat.

Mijn favoriete boeken toen ik klein was, waren “Sebastiaan Rare Banaan” van Mieke van Hooft en “Mikky van de Sluiswachter” van Stijntje Hartog.

Toen ik wat ouder werd en wat meer zelf ging lezen, ontdekte ik “Blauwe Plekken” van Anke de Vries en “De Weglopers” van Ruth Thomas, beide nog steeds favorieten van mij. En ik was helemaal verzot op de boeken over Paddington. J

Wat voor boeken lees je zelf?

Ik lees zelf voornamelijk Young Adult boeken. Bijna altijd fantasy, maar ook drama en thrillers. Daarnaast lees ik zo nu en dan een thriller of waargebeurd verhaal voor volwassenen en natuurlijk ook jeugdboeken (10+ en 12+).

Wat lees je nu?

Ik lees altijd meerdere boeken tegelijk. Ik ben momenteel bezig in “Zodiac, het 13e Huis” van Romina Russel (een recensie-exemplaar van Karakter Uitgevers) en in het “Junior Monsterboek 3”, een verhalenbundel van mijn uitgever Kramat. De nieuwe Mel Wallis de Vries heb ik net uit, dus ik begin vandaag waarschijnlijk weer in een ander boek.

Lees je recensies over je boeken?

Jazeker. Ik vind het belangrijk om te weten wat de lezers van mijn boeken vinden. Als ze positief zijn, word ik er blij van, want ik wil natuurlijk dat de lezers genieten van mijn boeken. En als ze de boodschap ook nog hebben gevonden en die goed vinden, ben ik helemaal blij. En als lezers negatief zijn, dan kan ik van het commentaar misschien nog iets leren. Hopelijk wordt mijn volgende boek dan (nog) beter.

Wat doe je als je niet aan het schrijven bent?

Ik probeer natuurlijk zoveel mogelijk te lezen, want dat is net zo fijn als schrijven. Daarnaast doe ik heel graag leuke dingen met mijn man, zoals films kijken, tafeltennissen, uit eten gaan en natuurlijk knuffelen 😉 En er moet ook gewerkt worden, want met schrijven kan ik mijn brood (nog) niet verdienen. Daarom heb ik een eigen tekstbureau. Ik schrijf en herschrijf allerlei soorten teksten, bijvoorbeeld voor websites, en ik doe redactiewerk voor andere schrijvers, wat erg leuk is. Daarnaast geef ik ook nog cursussen Engels, Nederlands en verhalen en gedichten schrijven.

Is er nog iets wat je wilt vertellen wat ik niet heb gevraagd?

Onlangs heb ik 2 workshops gegeven waarbij kinderen vanaf 9 jaar (tot ongeveer 12) konden meedenken over vervolgdelen van Christopher Plum. Ik vond dit erg leuk en de kinderen volgens mij ook. Daarom wil ik meer workshops gaan geven, zowel in Nederland als in België. Nu wil ik graag een oproep doen aan lezers van die leeftijd:

Lijkt het jou ook leuk om eens mee te komen denken over nieuwe delen in de Christopher Plum serie en misschien wel met jouw idee genoemd te worden in een volgend boek? Vraag dan eens rond of er meer kinderen uit jouw buurt geïnteresseerd zijn en schrijf (samen) een mail naar mij waarin je vertelt hoeveel kinderen er al mee willen doen en waar je woont. Ik zal dan de boekhandel bij jou in de buurt benaderen en vragen of ik langs mag komen. Kan je niet schrijven of vind je daar niets aan? Geen probleem! Je mag je ideeën ook tekenen!

 

de foto heb ik van Tamara gekregen voor bij dit interview

 

Geef een antwoord