boekomslag L.M. Montgomery - Anne van het Groene Huis

Matthew en Marilla Cuthbert hadden heel wat anders voor ogen toen ze weesmeisje Anne Shirley van het station kwamen ophalen. Als kinderloze broer en zus hadden ze immers een jongen besteld om de boerderij later over te nemen! In plaats daarvan is kwebbelkous Anne naar ze toegestuurd, een springerig 11-jarig meisje met lange, rode vlechten. Anne rekent er beslist op dat ze naar het weeshuis teruggestuurd zal worden, maar het loopt totaal anders. De Cuthberts zijn vanaf de eerste ontmoeting door haar betoverd.

knop meer info over boek

Over het verhaal

Mevrouw Rachel Lynde woonde precies daar waar de hoofdweg van Avonlea een kleine laagte in rolde. De laagte werd omzoomd door elzen en bellenplanten en er liep een beek doorheen die een eind terug in het bos ontsprong, bij het oude huis van de Cuthberts. De beek stond erom bekend dat hij in het begin ingewikkeld kronkelde en zich door het woud stortte, onderbroken door verborgen poelen en watervalletjes. Maar tegen de tijd dat hij Lyndes Laagte bereikte, was het een kalm beekje dat zich keurig gedroeg. Logisch, want bij het passeren van de voordeur van Rachel Lynde moest zelfs een beek het nodige fatsoen tonen. Waarschijnlijk wist het water dat mevrouw Lynde bij het raam zat en alles wat langskwam scherp in het oog hield, vooral beekjes en kinderen, en dat zelfs de minste ongeregeldheid voor haar aanleiding zou zijn om onmiddellijk tot op de bodem uit te zoeken wat er aan de hand was. (blz. 7)

Avonlea is een klein dorpje in Canada. Iedereen kent elkaar hier. Rachel Lynde wordt dan ook erg nieuwsgierig als ze op een ochtend haar buurman, Matthew Cuthbert, met paard en wagen langs ziet rijden. Hij lijkt zijn nette kleren aan te hebben. Ze besluit om een kopje koffie bij de buurvrouw te gaan drinken om te vragen wat er aan de hand is.

‘We maken het allemaal best goed,’ zei Rachel Lynde. ‘Ik maakte me alleen zorgen over jullie, toen ik Matthew vandaag zag wegrijden. Ik dacht dat hij misschien naar de dokter ging.
Marilla’s lippen bewogen, een teken dat ze het begreep. Ze had mevrouw Lynde wel verwacht; ze wist dat de aanblik van Matthew die om onverklaarbare redenen op pad ging, de nieuwsgierigheid van de buurvrouw te veel zou prikkelen.
‘Nee hoor. Met ons gaat het prima, al had ik gisteren een flinke hoofdpijn,’ zei ze. ‘Matthew is naar Bright River. We krijgen een jongetje uit een weeshuis in Nova Scotia in huis en hij komt vanavond met de trein aan.’
Als Marilla had gezegd dat Matthew naar Bright River was om een kangoeroe uit Australië af te halen, had mevrouw Lynde nauwelijks verbaasder kunnen zijn. Ze was letterlijk met stomheid geslagen, wel vijf seconden lang. Dat Marilla haar voor de gek hield was ondenkbaar, maar Rachel Lynde moest die gedachte bijna toelaten.
‘Meen je dat echt, Marilla?’ vroeg ze toen ze eenmaal haar stem terug had.
‘Ja, natuurlijk,’ antwoordde Marilla, alsof het de normaalste zaak van de wereld was om op een goedlopende boerderij in Avonlea midden in de lente een weesjochie uit Novia Scotia op te vangen.
Mevrouw Lynde had het gevoel dat er een steekje bij haar los zat. Uitroeptekens vulden haar gedachten. Een jongen! Marilla en Matthew Cuthbert nota bene, die een jongetje adopteerden! Uit een weeshuis! Het was toch de wereld op zijn kop! Na dit nieuws zou niets, maar dan ook niets haar ooit nog kunnen verbazen! (blz. 11)

Matthew is dus onderweg naar het treinstation van Bright River. Als hij daar aankomt is de trein alweer vertrokken. De stationschef vertelt hem dat er een meisje op hem staat te wachten. Maar Matthew verwacht een jongen. Er lijkt iets misgegaan te zijn.

‘Ik veronderstel dat u mijnheer Matthew Cuthbert bent van het Groene Huis?’ vroeg ze met een bijzonder duidelijke, aangename stem. ‘Ik ben erg blij u te zien. Ik begon al bang te worden dat u me niet zou komen afhalen. Ik verbeeldde me wat er allemaal kon zijn gebeurd om uw komst te verhinderen. Ik had al besloten dat als u mij vanavond niet zou ophalen, ik langs het spoor zou lopen naar die grote, wilde kersenboom in de bocht en dat ik daarin zou klimmen en er de hele nacht zou blijven. Bang zou ik echt niet zijn, hoor. Het zou leuk zijn om in de maneschijn in een wilde kersenboom te slapen die helemaal wit is van de bloesem, toch? Je zou kunnen fantaseren alsof je in marmeren zalen rondliep, niet? En ik wist sowieso zeker dat als u mij ‘s avonds niet kwam halen, u er dan wel in de ochtend zou zijn.’
Matthew had het broodmagere handje onbeholpen beetgepakt. Hij wist wat hij moest doen. Hij kon dit kind met haar stralende ogen onmogelijk meedelen dat er iets fout was gegaan. Hij zou haar meenemen naar huis en dan moest Marilla het heft maar in handen nemen. Haar achterlaten in Bright River was in ieder geval geen optie, wat er ook mis was gegaan. Dus alle vragen en verklaringen konden net zo goed wachten tot hij veilig en wel terug was in het Groene Huis.
‘Het spijt me dat ik zo laat ben,’ zei hij bedeesd. ‘Kom mee. Het paard staat iets verderop, in de wei. Geef je tas maar aan mij.’ (blz. 19)

Matthew neemt het meisje mee naar huis. De hele weg naar huis is Anne aan het praten. Ze vindt alles leuk wat ze onderweg tegenkomen. Marilla is niet blij als ze ziet dat Matthew met een meisje thuis komt. Ze wilden een jongen om Matthew te kunnen helpen op de boerderij. Aan een meisje hebben ze niets. Wordt Anne terug gestuurd naar het weeshuis?

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
1. Heb je het boek uitgelezen?
Ja
2. Als je het boek niet hebt uitgelezen: waarom niet? Wat vond je niet leuk aan het boek?

3. Wat vind je van het boek?
★★★★☆
4. Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk, ik heb het boek van de uitgeverij gekregen om er een recensie over te schrijven
5. Welke steekwoorden passen bij het boek?
grappig, ontroerend, verrassend, vrolijk, zielig
6. Staan er tekeningen in het boek? Door wie zijn ze gemaakt? Vind je de tekeningen mooi? Passen de tekeningen bij het verhaal?
Nee
7. Wat vind je leuk aan het boek?
Het is een lief en leuk verhaal over Anne, een weesmeisje. Anne heeft een levendige fantasie en kijkt met een vrolijke blik naar de wereld om haar heen, zelfs op momenten dat het tegenzit
8. Wat vind je niet leuk aan het boek?
weet ik niet
9. Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
Ja, ik wil Anne ontmoeten, want volgens mij is het een leuk meisje
10. Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Het verhaal is meer dan een eeuw oud en dat merk je niet tijdens het lezen. Het is geen ouderwets verhaal, maar een verhaal dat ook nu herkenbaar is.
11. Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
12. Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen
13. Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
voor kinderen vanaf 10 jaar

Geef een antwoord