
Herres vader is een paar jaar geleden verdwenen tijdens een expeditie op de Noordpool. Zijn moeder is doodsbang dat ze Herre ook kwijtraakt. Daarom mag hij niet naar zwemfeestjes, door het verkeer fietsen en touwklimmen tijdens de gymles. Op een dag komt er een nieuwe buurman naast Herre wonen, meneer Teunissen. Af en toe moet Herre hem helpen met klusjes, maar elke keer gebeuren er vreemde en gevaarlijke dingen. Zijn moeder mag daar natuurlijk niets van weten. Hoelang blijft dat nog goed gaan? En wie is die meneer Teunissen eigenlijk?

Over het verhaal
Herre keek naar zijn moeder, die aan tafel tuinbonen zat te doppen. Haar handen werkten snel. Met een kleine beweging van haar pols brak ze de groene stengels open. Daarna duwde ze met een duim de kleine bonen uit de stengels. Ze vielen met een plofplof in de pan. Herre zag dat de vingers van zijn moeder steeds zwarter werden. Dat was vreemd, want tuinbonen zijn gewoon groen en wit. Hij moest haar maar een keer vragen hoe dat kon.
Zijn moeder droeg een jurk met grote, felgekleurde bloemen, en ze had haar halflange bruine haar opgestoken. Zag ze eruit alsof hij haar iets kon vragen? Haar voorhoofd was glad. Geen rimpels, geen frons. Dat was gunstig. Ook haar mond was ontspannen. Ze glimlachte zelfs een beetje. Dat was een heel goed teken!
‘Mam…’ begon Herre. Eigenlijk wilde zijn moeder dat hij haar bij haar voornaam Silke noemde, maar op de een of andere manier lukte hem dat niet. Hij bleef haar gewoon mam of mama noemen. ‘Mam, mag ik een skateboard voor mijn verjaardag?’
Het voorhoofd van zijn moeder zag er ineens verkreukeld uit. Ze beet op haar lip en knipperde heel snel met haar ogen. Herre wist meteen dat hij een grote fout had gemaakt. Hij had toch niets moeten vragen.
‘Marit heeft er ook een,’ fluisterde Herre. Marit was een meisje in zijn klas.
‘Daar zullen haar ouders dan wel spijt van krijgen,’ verzuchtte zijn moeder. Ze gooide de tuinboon waar ze net mee bezig was op tafel en veegde haar handen af aan een theedoek. Herre wist wat er nu zou gaan gebeuren. En hij kon er niets tegen doen. (blz. 5)
De moeder van Herre is ontzettend bang dat er iets met Herre gaat gebeuren. Daarom mag hij eigenlijk niets. Als Herre vraagt om iets te mogen doen of krijgen, zoals een skateboard, dan weet zijn moeder onmiddellijk voorbeelden van kinderen waar die een ongeluk met een skateboard hebben. Ze heeft zelfs een verzameling van artikelen over dingen die allemaal gevaarlijk zouden kunnen zijn. Op een dag krijgen ze een nieuwe buurman. Herre ziet hem aan komen rijden met de verhuiswagen. Meneer Teunissen is een oudere man en hij vraagt of Herre wil helpen met naar binnen brengen van zijn spullen. Hij belooft dat Herre warme chocolademelk krijgt als ze klaar zijn.
Herre bracht de spullen zo snel mogelijk naar binnen. Het ging eigenlijk vanzelf. De meeste dozen waren niet zwaar; ze waren juist heel erg licht. Opvallend licht, alsof er helemaal niets in zat. Nieuwsgierig rammelen was het enige wat Herre kon doen, want de dozen waren dichtgeplakt met brede tape. Wat er dan ook in die dozen zat, het maakte geen lawaai en had geen gewicht. Langzaam maar zeker begon hij steeds meer zin in chocolademelk te krijgen. Bij elke doos die Herre naar boven bracht (bijna alle dozen moesten naar de eerste verdieping of naar de zolder) hoopte hij dat hij zou worden teruggeroepen door meneer Teunissen omdat hij de chocolademelk net had opgewarmd. Het zou mooi zijn als hij er ook een paar koekjes bij kreeg, of desnoods een gewone boterham met kaas, want hij begon ook weer honger te krijgen. Maar Herre werd niet teruggeroepen. Meneer Teunissen liep net als hij steeds op en neer. De ene keer had hij een doos in zijn handen, de andere keer droeg hij een koperen theeketel of een lege vogelkooi. Intussen was de tuin bijna leeg. Binnen zag het er nu vreselijk uit. In alle kamers stonden spullen. Het was een grote chaos.
Toch keek meneer Teunissen met een tevreden blik naar alles wat in de woonkamer stond. ‘Nog even en dan zijn we klaar,’ zei hij terwijl hij met zijn arm naar de troep zwaaide. (blz. 26)
Als ze klaar zijn met het naar binnen brengen van alle spullen van meneer Teunissen wordt er geen chocolademelk gemaakt. Meneer Teunissen weet niet in welke doos de chocomelk zit. Hij stelt voor om kennis te maken met de moeder van Herre en daar wat te drinken.
Terwijl zijn moeder en meneer Teunissen druk met elkaar praatten, dacht hij na. Er klopte iets niet. Iets? Er klopte heel veel niet. Waarom had meneer Teunissen geen sleutel van zijn eigen huis? Hij wist verdraaid goed hoe hij via de achterkant kon inbreken. Hoe kwam dat? Had hij daar misschien ervaring mee? En waarom zei hij eerst tegen hem dat hij tweeliterpakken chocolademelk in zijn verhuisdozen had zitten, terwijl hij tegen zijn moeder praatte over pakjes fairtradechocoladepoeder? Waarom stond er op de meeste verhuisdozen niets geschreven? Waarom wogen ze bijna niks? en hoe kwam het dat meneer Teunissen nu ineens twintig jaar ouder leek dan vanmiddag toen hij hem net ontmoette? Herre schrok op toen hij merkte dat hij werd aangestaard. Meneer Teunissen keek hem met zijn diepblauwe ogen aan. Of eigenlijk, het leek bijna alsof hij door hem heen keek. Herre had het gevoel dat zijn wangen langzaam donkerrood kleurden. (blz. 35)
Herre’s moeder vindt meneer Teunissen een vriendelijke oude man. Ze spreekt met hem af dat Herre elke dag even bij hem langs gaat om hem ergens mee te helpen. Maar als Herre bij hem komt lijkt meneer Teunissen echt veel minder oud. Samen gaan ze regelmatig naar de stad. Tijdens zo’n uitstapje gebeurt er meestal iets onverwachts. Waarom gebeuren dit soort dingen alleen maar als Herre samen met meneer Teunissen is? Wat is er toch voor vreemds met meneer Teunissen?
Luister naar het begin van dit boek…
Of klik hier en ga naar het Youtube-kanaal van IkvindlezenleukMening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
1. Heb je het boek uitgelezen?
Ja
2. Als je het boek niet hebt uitgelezen: waarom niet? Wat vond je niet leuk aan het boek?
3. Wat vind je van het boek?
★★★★☆
4. Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk, ik heb het boek van de uitgeverij gekregen om er een recensie over te schrijven
5. Welke steekwoorden passen bij het boek?
geheimzinnig, grappig, spannend, verrassend, zielig
6. Staan er tekeningen in het boek? Door wie zijn ze gemaakt? Vind je de tekeningen mooi? Passen de tekeningen bij het verhaal?
De illustraties zijn gemaakt door Iris Boter. Ze laten zien wat er allemaal gebeurt met Herre

7. Wat vind je leuk aan het boek?
Ik vind het leuk dat er een geheimzinnige meneer naast Herre en zijn moeder komt wonen
8. Wat vind je niet leuk aan het boek?
Ik vind het niet leuk dat Herre niets mag van zijn moeder
9. Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
Ik wil meneer Theunissen ontmoeten, omdat ik heel nieuwsgierig naar hem ben geworden
10. Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Op youtube kun je filmpjes vinden waarin de moeder van Herre tips geeft tegen gevaarlijke dingen
11. Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemakkelijk
12. Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen, Ik wil het volgende boek uit deze serie lezen
13. Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
Voor kinderen vanaf 8 jaar die houden van spannende en grappige verhalen