In het jaar 753 na Chr. wordt de zestienjarige jonkvrouwe Elaine van Berlichem door haar ouders naar het klooster gestuurd om te leren lezen en schrijven. Daar ontmoet ze Pippijn, jonker van Doornick, en zijn schildknaap Ivar. De drie raken bevriend. Op een dag redt Elaine het leven van de trol Toerio. Ze wint daarmee een eeuwige vriendschap, al beseft ze dat dan nog niet. Ook ontmoet ze de ruwe, strenge monnik Bonifacius, de stichter van het klooster. Hij is met zijn gezelschap ridders op doorreis naar het noorden, het mistige, gevaarlijke moerasgebied in waar niemand graag komt en waarover mysterieuze, enge verhalen de ronde doen. Via Toerio verneemt ze al snel van het tragische lot dat Bonifacius heeft getroffen. Elaine roept haar vader te hulp en ook die trekt met zijn ridders en soldaten het gebied in, op zoek naar de verdwenen monnik. Als bericht van hem uitblijft, neemt Elaine haar boog en pijlen en haar trouwe paard, en gaat met haar vrienden op zoek naar haar vader. Ze beleven grote avonturen, die uiteindelijk leiden naar een geheimzinnig kasteel. Daar wacht een duistere, meedogenloze vrouw het meisje op...
BoekinformatieSchrijver: Ton Theunis
Titel: Tweestrijd
Serie: De Witchworld-legenden #1
Uitgeverij: De Kring
Jaartal: 2016
Bladzijden: 384
Genre: geschiedenis, sprookjes & fantasy
Leeftijd: 12+
Het verhaal in het kort
Over de grote ronde tafel viel een fel, wit licht. Joest wendde in een reflex zijn gelaat af en wachtte ademloos, terwijl de vrouw met priemende ogen in het grote stenen bekken keek.
‘Ja.’ sprak ze zacht. ‘Ja. Onmiskenbaar.’
‘Is het zeker, vrouwe? Ziet u het werkelijk? Geen schim die gevoed wordt door een wens, door een al te intens verlangen?’
Nijdig keek ze op. Het licht verflauwde direct en de kamer werd weer donker. Alleen de flakkerende kaarsen wierpen grillige schaduwen op de muren. ‘Ik was nog nooit zo zeker als nu. Ze komt. De nacht nadert.’
Joest kende de betekenis van die woorden. Ze had die al vaker uitgesproken en steevast bleek het uiteindelijk niet zo voorbestemd.
‘Haal haar,’ gebood ze. ‘Breng haar hier.’
Hij moest gehoorzamen. En hij wilde gehoorzamen. (blz. 5)
Elaine wordt tegen haar zin door haar vader naar het klooster van Bonifacius gestuurd. Haar vader wil dat ze leert lezen en schrijven, op dezelfde plek als dat haar ouders het hebben geleerd. Maar Elaine wil veel liever thuisblijven. In het klooster maakt ze kennis met Pippijn en Ivar. Pippijn komt uit een rijke familie en Ivar is zijn schildknaap en beveiliger. Pippijn is ook tegen zijn zin naar het klooster gestuurd.
‘Kom op, Pippijn. Vertel op. Wat doe je hier?’
‘Vluchten voor de vloek,’ antwoordde de jongen.
‘O nee,’ verzuchtte Ivar. ‘Had toch je mond gehouden.’
‘Waarom? Dat liegen de hele tijd. Waarom zou ze het niet mogen weten? We zijn weggestuurd door mijn vader omdat hij bang is voor de vloek.’
‘Vloek?’ drong Elaine aan.
‘Blau…’
‘Pippijn!’ riep Ivar. ‘Wil je werkelijk alle grenzen overschrijden? Wil je nou werkelijk élk noodlot tarten?’
Dit ken ik, dacht Elaine. De waard van ‘t Bonte Paerd had net zo overdreven angstig gedaan.
‘Over dat eiland “Bloalond”? Voor dat onzin ben je hierheen gevlucht?’
‘Noem het maar onzin,’ zei Ivar. ‘Het is allemaal voorspeld. Als hij dit jaar in veiligheid door weet te komen, is de vloek doorbroken.’
‘Welke vloek?’
‘Er is ooit voorspeld dat ik voor ik volwassen word, zal worden geroofd. En Blauwe Kula zelf schijnt dat te willen doen.’
‘Waarom? Wat moet ze met je? Soep van je koken?’ Elaine schoot in de lach. ‘Of kan ze geen man krijgen soms?’
Pippijn moest ook lachen. ‘Ze doen allemaal zo overdreven bang. En dat terwijl er nog nooit zelfs maar het geringste bewijs is geweest dat die heks echt bestaat. Maar de hele hofhouding en vooral mijn vader is ervan overtuigd dat er werkelijk een raar wijf op een bezem bestaat dat de streek onveilig maakt en het vooral op mij gemunt heeft.’ (blz. 45)
Elaine gelooft er niets van. Maar ook in het klooster wordt gewaarschuwd voor vreemde dingen die kunnen gebeuren. Daarom gaan de poorten van het klooster, dat midden in de bossen staat, ‘s nachts dicht en mag niemand in het donker naar buiten. Op een dag ontdekt Elaine een vreemd klein wezen in haar kamer. Het is een trol, Troelio. Ze kent de verhalen dat trollen gevaarlijk zijn, maar Troelio lijkt haar helemaal niet gevaarlijk. De monnik Bonifacius komt op bezoek bij het klooster. Hij is onderweg naar het noorden, naar het gevaarlijke moerasgebied. Het hele gezelschap verdwijnt tijdens deze reis. De vader van Elaine gaat met zijn ridders naar hem op zoek en verdwijnt ook. Elaine gaat samen met haar vrienden op zoek naar haar vader. Zal het hen lukken om de verdwenen mensen te vinden? Wat is er zo gevaarlijk aan het moerasgebied in het noorden?
Mening over het boek
Recensie van Mathilde (ouder dan 18 jaar)
1. Heb je het boek uitgelezen?
Ja
2. Als je het boek niet hebt uitgelezen: waarom niet? Wat vond je niet leuk aan het boek?
3. Wat vind je van het boek?
★★★★☆
4. Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk, ik heb het boek van de uitgeverij gekregen om er een recensie over te schrijven
5. Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, geheimzinnig, spannend, verrassend
6. Staan er tekeningen in het boek? Door wie zijn ze gemaakt? Vind je de tekeningen mooi? Passen de tekeningen bij het verhaal?
Nee
7. Wat vind je leuk aan het boek?
Ik vind het leuk dat er magie in het verhaal voorkomt en dat het zich in Nederland afspeelt. Het verhaal deed me soms denken aan Alice in Wonderland en aan de avonturen van Douwe Dabbert
8. Wat vind je niet leuk aan het boek?
xx
9. Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
Ik wil Troelio ontmoeten
10. Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Dit is het eerste deel van een serie en ik ben benieuwd hoe het verhaal verder gaat. De schrijver is bezig met het opzetten van een themapark over de Witchworld-legenden
11. Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
12. Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het volgende boek uit deze serie lezen
13. Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
Voor kinderen vanaf 12 jaar die houden van verhalen waarin magie voorkomt