Marco Kunst – De Waterwaack van Natterlande (1e recensie)

Over het verhaal

Ik ben Toffee. Hoe ik aan die naam kwam, leg ik je later nog wel eens uit. Eerst ga ik je vertellen hoe het allemaal begon. Het begon op een doodgewone zaterdag. Mijn zus en ik hingen op de bank tv te kijken. Mijn zus heet trouwens Gum. Ja, ook zal zo’n rare naam, ik weet het. Ga ik allemaal uitleggen. Later. Het is gewoon te veel om allemaal in een keer te vertellen: al die toestanden met Schorre Morre, de Waterwaack, de Zomp, ome Trees, de Rimboe van Rambo, de Bronbaas, tante Thé en de Wieswos en zo.
Dus Ik Moet Echt Bij Het Begin Beginnen!
Het kleine begin van de Grote Waanzinnige Toestanden…
We hingen op de bank.
O, en eh, mijn zus en ik waren allebei net elf toen (nu ik dit vertel, zijn we allang twaalf) en we zijn een tweeling. Jongen en meisje. Twee-eiig dus. Ik vind ‘twee-eiig’ trouwens een achterlijk woord. Klinkt als een zuinige omelet. Beetje sneu. Maar dat zijn we niet.
Nu weet je even genoeg over ons. (blz. 9)

Toffee en Gum wonen met hun ouders in een groot huis. Hun vader legt wegen aan en hun moeder bouwt huizen. Ze zijn allebei dol op veel geld verdienen. Op een dag komt er een brief voor hun moeder. Ze blijkt een erfenis gekregen te hebben en maakt kans op het huis van de Waterwaack van Natterlande.

Toffee was bij ons komen staan en hij en ik probeerden zo veel mogelijk glimpen van de brief op te vangen. Wat pap voorlas klonk geweldig: geheimzinnig en krankzinnig en ieder woord rook naar avontuur. Een geur die we nog nooit geroken hadden. Toffee en ik keken elkaar aan, zo ongeveer klapperend met onze neusvleugels: eindelijk eens iets anders dan de vertrouwde geuren van geld of lekker eten. Dit rook naar meer! Veel meer!
‘Flauwekul!’ riep mam, ‘Ik zie het toch. Oplichters zijn het! Ze willen me mijn lieve, lieve geld aftroggelen.’
Pap keek op van de brief. In zijn ogen glansden eurotekens, dollartekens, goud en diamanten. ‘Je hebt waarschijnlijk gelijk, liefste… Maar weet je wel wat de Zomp is?’
Mam haalde haar schouders op.
‘Je weet toch dat mijn mensen op het moment de vaargeul door de Wieswos uitbaggeren? Die moerasdelta bij Natterlande, aan de monding van de Lorelijk!’
Mam snoof minachtend.
‘De Zomp is een enorme lap moerassig niemandsland, tussen de Wieswos en de stad. Natterlande barst uit zijn voegen! Ze kunnen nergens meer huizen bouwen… Al jaren niet. Geen plek. Overal rond de stad is water of beschermde natuur. Maar die hele Zomp is leeg… De eigenaar van die polder, een of andere stokoude stijfkop, hield dat tegen. Duizenden mensen die een huis zoeken… Mensen met geld!’
Even verschenen er ook dollartekens in mams ogen en er trok een vette goudglans over haar lippen. Maar ze knipperde met haar ogen en likte de goudglans snel weg met haar tong. ‘Toch zijn het oplichters! Ik voel het aan mijn water.’ (blz. 27)

Al snel verhuist de hele familie naar Natterlande. Het huis ziet er vreemd uit, zowel van buiten als van binnen. Toffee en Gum vinden het hier geweldig. Hun ouders zijn minder tevreden. Ze blijken ook niet de enige bewoners te zijn in dit huis. Er zijn nog twee familieleden gevonden die kans maken op de erfenis.

Er trok een rilling door het huis. Een trilling, een beving.
Buiten, op het erf voor het huis, klonk een klap. Alsof er een deur werd dichtgeslagen, of iets ineens openviel. Van schrik zaten we allebei rechtop in bed. Ik knipte mijn zaklamp aan en we keken elkaar geschrokken aan. Zonder iets te zeggen, slopen we naar het raam. We veegden de beslagen ruit schoon, ik knipte mijn zaklamp uit en we tuurden naar buiten.
Omdat het buiten donker was konden we niet goed zien wat er gebeurde. Pas toen de maan even tussen een paar wolken door gluurde, zagen we tot onze stomme verbazing dat er water over het erf stroomde. Maar het was niet zomaar water. Glinsterend in het maanlicht en vreemd golvend kwam het aan slieren door de polder, als een slang, gewoon over het gras – een bolstaand, zilveren beekje. Vervolgens stroomde het omhoog tegen de dijk op, over het erf en het leek of het verdween in het huis. Het water duwde wat rommel van het erf aan de kant – daar kwamen de geluiden vandaan die we gehoord hadden. Misschien dat er een kelderluik openstond, we konden niet zien waar het water in verdween. Wel klonk er nu een zacht slurpend geluid van beneden.
‘Alsof het leeft…’ fluisterde Gum.
Ik knikte. Zoiets raars hadden we natuurlijk nog nooit gezien: water dat zonder bedding ergens naartoe stroomt… dat omhoogstroomt… dat huppelend golft…
Ineens kwam er een einde aan. Het laatste staartje water kroop tegen de dijk op, en als snel was ook op het erf niets meer te zien. Er klonk een piepend geluid alsof zich onder in het huis iets sloot en daarna was het alsof er niets gebeurd was. De maan verdween achter de wolken en het was weer pikkedonker. (blz. 90)

Wat is er voor vreemds met dit huis aan de hand? Wie zijn de andere erfgenamen? Gaan de ouders van Toffee en Gum de Natterlande volbouwen met wegen en huizen? En wat zijn dat voor Grote Waanzinnige Toestanden waar Toffee het aan het begin van het boek over heeft?


Voorleesfragment

Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.
Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
1. Wat vind je van het boek?
★★★★☆
2. Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk, Andere mensen zeiden dat het een leuk boek is, ik heb het boek van de uitgeverij gekregen om er een recensie over te schrijven
3. Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, geheimzinnig, grappig, verrassend
4. Staan er tekeningen in het boek? Wie heeft ze gemaakt?
De illustraties zijn gemaakt door Marieke Nelissen
5. Wat vind je van de tekeningen? Passen ze bij het verhaal?
Ik vind de gekleurde illustraties erg leuk. Ze laten zien hoe bijvoorbeeld het huis er uitziet, maar ook andere plekken waar Toffee en Gum tijdens het verhaal komen. Ze passen goed bij het verhaal

illustratie uit Marco Kunst - De Waterwaack van Natterlande

6. Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
7. Waar gaat het verhaal over?
De tweeling Toffee en Gum vertellen het verhaal over hun verhuizing naar Natterlande. Hun moeder heeft een huis geërfd van de Waterwaack. Niemand van hen weet wat een Waterwaack is, maar de ouders van Toffee en Gum willen het land van Natterlande graag gebruiken om er huizen en wegen te bouwen. Daar verdienen zij hun geld mee. Toffee en Gum hebben al snel door dat er iets vreemds is met het huis. Maar ze weten niet wat er aan de hand is? En hun ouders luisteren niet…
8. Wie is de hoofdpersoon?
De hoofdpersonen zijn Toffee en Gum. Zij vertellen het verhaal over de Waterwaack van Natterlande
9. Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
Ik wil Toffee en Gum ontmoeten en zien waar ze wonen
10. In welke tijd speelt het verhaal zich af?
Nu
11. Waar speelt het verhaal zich af?
In de omgeving van het huis in Natterlande
12. Waarom moeten andere kinderen dit boek lezen?
Het is een grappig en spannend verhaal, met leuke illustraties. Aan het einde van het verhaal weet ook jij wat een Waterwaack is
13. Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Nee
14. Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen

Meer informatie over dit boek