
Operatie Zeer Ernstige Ramp: Juffrouw Van der Toorn stak haar handen in de lucht en ineens zat ze midden in een van haar buien. ‘Ik zou wel van alles met Sam Veterklep willen doen! Insmeren met poep en veren! Ik ga hem kielhalen! IK HAAT HEM!’ gilde ze. Ze bleef staan en keek met verwilderde ogen naar Nona en Niels. Die stonden hand in hand met hun rug tegen de muur en keken angstig terug. Dit boek gaat over een Ramp. Een Zeer Ernstige Ramp van het Aller Ernstigste Soort. Dit boek gaat ook over radeloze ouders, twee dwaze buurmannen, een stotterende klasgenoot en een tot wanhoop gedreven schooljuffrouw. En over een rat. Dus denk maar niet dat het een vrolijk boek is. Het is juist een ernstig boek. Een Zeer Ernstig Boek. Je bent gewaarschuwd. Tom Piekepol en de schat van Kartoni: Stel je eens voor… Je wordt wakker op je geluksdag omdat je bij je lievelingstante gaat logeren. En een uur later zit je in een bejaardentehuis op een kamer bij een meneer die denkt dat hij een garnaal is. En nog een paar uur later rijd je als mummie verkleed in een rolstoel over de gangen, op zoek naar een schat… Nee, dat kan gewoon niet waar zijn. Een bejaardentehuis is toch de rustigste plek op de wereld? Daar gebeurt nooit iets vreemds. Of iets engs. Toch?

Mening over het boek
Recensie van Maik (10-12 jaar)
1. Wat vind je van het boek?
★★★★★
2. Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
3. Welke steekwoorden passen bij het boek?
grappig, lang, leuk, spannend
4. Staan er tekeningen in het boek? Wie heeft ze gemaakt?
Elly Hees
5. Wat vind je van de tekeningen? Passen ze bij het verhaal?
Ja
6. Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemakkelijk
7. Waar gaat het verhaal over?
Een jongen die mensen pest
8. Wie is de hoofdpersoon?
Sam Veterklep, Tom Piekepol
9. Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
nee
10. In welke tijd speelt het verhaal zich af?
Nu
11. Waar speelt het verhaal zich af?
Samperveen
12. Waarom moeten andere kinderen dit boek lezen?
Het is een mooi boek
13. Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
nee
14. Wil je het boek nog een keer lezen?
Ja, ik wil het boek nog een keer lezen