‘Sabel’ is het verhaal van Max, een jongen die tijdens de Duitse bezetting van Nederland samen met zijn familie wordt opgepakt en in Kamp Vught belandt. Hij heeft daar één houvast: de rode kater Sabel. Door de ogen van Max zien wij de wereld om hem heen steeds kleiner worden. Hij klampt zich vast aan kleine, alledaagse zaken en datgene wat hem vertrouwd is.

Over het verhaal
Ik zie Sabel onder het prikkeldraad door schieten, naar de wereld erbuiten.
Of eigenlijk zie ik hém niet. Alleen een rode flits.
Hij is pijlsnel.
Als Sabel niet wil dat je hem ziet, zie je hem niet. Hoe je ook je hoofd meedraait of je ogen bijna dichtknijpt en door je wimpers gluurt. En dat terwijl hij rood is.
Meestal wil Sabel niet gezien worden.
Ik snap ‘t.
De mannen in de wachttoren schieten op alles wat beweegt.
Ik wou dat ik ook zo snel was, dan zou ik hier zo weg zijn. Alleen heb ik twee benen in plaats van vier poten. Het lukt me niet om pijlsnel te zijn. Eerder slaklangzaam, als dat woord bestaat. Vast wel. Er zijn zoveel woorden die gewoon bestaan, zonder dat ik het weet. En elke dag komen er nieuwe woorden bij.
Vaak verzin ik ze zelf. Slaklangzaam. Verleven. Dat is vervelen maar dan erger. Dat doe ik nu. Hier. Ik verleef. Ik verleef me suf. (blz. 7)
Het is 1943 en Max woont in Kamp Vught. Hiervoor woonde hij in Amsterdam, maar hij komt uit een Joodse familie en op een dag zijn ze gevonden in het huis waar ze ondergedoken zaten, waar ze verstopt waren. Met de trein is hij met zijn vader en moeder ze naar Kamp Vught gebracht. Max vertelt dat hij zijn rode kat Sabel heeft meegenomen. Sabel zorgt ervoor dat Max het een beetje warmer heeft ‘s nachts en dat hij zich niet zo alleen voelt.
Ik hoor Sabel wonen. Niemand kan hem horen, behalve ik. Het lijkt of hij de grond niet aanraakt met zijn poten. Een zweefkat. Misschien is hij al langzaam in een geest aan het veranderen, zoals zijn voorvaderen ooit gedaan hebben.
Het opperhoofd der roodvachten.
Iemand moet voor hem zorgen als ik moet verkampen. Sabel heeft een bed met een warm lijf nodig. Iemand die hem aait, iemand in wie hij zijn nagels kan steken tot het bloedt. Hij moet kopjes kunnen geven, een halve muis met darmen naast iemands bed kunnen leggen, of een vogeltje met geknakte vleugels. Iemand moet op hem passen tot ik weer terug ben. Tot de oorlog voorbij is en ik hem kan ophalen.
Maar wie? (blz. 22)
Er gaan geruchten in het kamp dat de kinderen naar een ander kamp worden verplaatst. Max gaat op zoek naar iemand die voor Sabel kan zorgen. Dat is best lastig, vooral omdat niet iedereen Sabel kan zien. Zal het lukken om een nieuw baasje voor Sabel te vinden? Moet Max echt verhuizen naar een ander kamp? Ziet hij zijn ouders dan nog wel?
Luister naar het begin van dit boek…
Of klik hier en ga naar het Youtube-kanaal van IkvindlezenleukMening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
1. Wat vind je van het boek?
★★★★☆
2. Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk, Ik heb al andere boeken van deze schrijver gelezen, ik heb het boek via de schrijver gekregen om er een recensie over te schrijven
3. Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, geheimzinnig, ontroerend, zielig
4. Staan er tekeningen in het boek? Wie heeft ze gemaakt?
Nee
5. Wat vind je van de tekeningen? Passen ze bij het verhaal?
xx
6. Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemakkelijk
7. Waar gaat het verhaal over?
Zie hierboven
8. Wie is de hoofdpersoon?
Max
9. Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
Nee
10. In welke tijd speelt het verhaal zich af?
In het verleden (vroeger)
11. Waar speelt het verhaal zich af?
Deels speelt het verhaal zich af In Kamp Vught (1943) en deels in Amsterdam (1941)
12. Waarom moeten andere kinderen dit boek lezen?
Dit verhaal laat je meeleven met Max die in Kamp Vught is terechtgekomen. Het laat zien dat de oorlog verschrikkelijk is, maar het laat ook zien dat je met fantasie de werkelijkheid een stukje draaglijker kan maken
13. Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Het is een mooi verhaal over de Tweede Wereldoorlog
14. Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen