Annet Schaap – Lampje (1e recensie)
Over het verhaal
Een eiland dat nog een beetje vastzit aan het vasteland, als een losse tand aan een draadje, heet een schiereiland. Op dit schiereiland staat een vuurtoren, een hoge grijze, die ‘s nachts zijn licht rond laat gaan over de kleine stad aan zee. Zo zorgt hij ervoor dat de schepen zich niet te pletter varen op de rots, die daar zo onhandig ligt in het midden van de baai. Zo zorgt hij ervoor dat de nacht wat minder donker lijkt en het grote land, de wijde zee wat minder groot en wijd.
In het huis naast de toren woont de vuurtorenwachter Augustus met zijn dochter. Een klein tuintje hebben ze en een rotsig strandje, waar altijd wel wat aanspoelt. Vroeger zaten ze daar vaak de hele avond, terwijl het licht ver boven hun hoofd in het rond draaide. Dan maakte Augustus een vuurtje en uit de haven kwamen bootjes aangevaren met piraten erin. Die kwamen dan om het vuur zitten, aten geroosterde vis en zongen de hele nacht. Drink- en vreetliedjes zongen ze, droevige verlangliedjes, maar ook hele verschrikkelijke, over de Geheimen van de Zee, waar het meisje tegelijk bang en blij van werd en dan meestal bij haar moeder op schoot kroop.
Maar nu komen er nooit meer piraten, en vuurtjes maakt haar vader ook niet meer. (blz. 8)
Lampje woont samen met haar vader in de vuurtoren. Haar vader heeft nog maar één been en voor hem is het lastig om steeds naar boven te lopen. Daarom moet Lampje dat doen. Haar vader heeft eigenlijk helemaal geen aandacht meer voor zijn werk als vuurtorenwachter. Hij drinkt liever… en Lampje moet alles alleen doen. Zo kan het gebeuren dat ze er op een avond, als er een zware storm aankomt, achter komt dat er geen lucifers meer zijn om het vuurtorenlicht aan te steken.
Binnen staat een meisje wit van schrik voor een leeg laatje.
Ze heeft de hele dag tussen de glibberige rotsen naar mosselen gezocht, want die zijn lekker en kosten niks. Ze zocht ook zeepieren voor de kippen en wrakhout voor het vuur, dat ze te drogen legde in het tuintje. Toen zocht ze ook nog even naar een bijzondere schelp of een fles met een briefje erin, maar die lagen er niet. Toen ze opkeek was het ineens donker en moest ze de lamp al aan gaan steken. En wist ze opeens weer wat ze vergeten was, de hele dag. (blz. 12)
Ze durft haar vader niet te storen en gaat de storm in, op weg naar het dorp. Ze moet nieuwe lucifers hebben. De wind is erg hard, zo hard dat ze bijna weggeblazen wordt. Ze komt volledig verregend aan bij het kleine winkeltje. Met een doosje lucifers gaat ze terug naar huis. Het is nog harder gaan waaien. En als Lampje bijna thuis is komt ze door de harde wind in de zee terecht en spoelt bewusteloos aan op het strand. Als ze weer bij komt blijkt er een schip op de rotsen gevaren te zijn… Als straf moet de vader van Lampje een hoge boete betalen. De deur van de vuurtoren wordt dichtgetimmerd en haar vader mag de vuurtoren niet uit voordat hij een boete van vijfduizend dollar heeft afbetaald. Ook Lampje moet hieraan meebetalen. Daarom wordt Lampje naar het Zwarte Huis gebracht.
‘Vijfduizend dollar,’ hoort ze de juffrouw opeens zeggen.
‘Ruim. En dat brengen die spulletjes van jullie niet op, hoor, vijfduizend dollar.’
Van schrik gaat Lampje overeind zitten. De poes springt verontwaardigd op de grond. ‘Vijfduizend d…? Dat hebben wij helemaal niet.’
‘Natuurlijk niet,’ zegt juffrouw Amalia. ‘Niemand heeft at. Daarom moet er ook voor gewerkt worden, daar helpt geen lieve moeder aan. En werken kun je toch wel?’
‘Wat moet ik dan doen? Waar moet ik dan werken? N… niet gewoon thuis?’
‘Nee, dat zou niks zijn. Nee hoor.’
‘Hier? Bij u?’
‘Hier?’ Juffrouw Amalia lacht smakelijk. ‘Het idee. Natuurlijk niet. Dat zeg ik net, je komt bij meneer de Admiraal in huis.’
‘Bij meneer de wie?’
‘In het Zwarte Huis, even buiten de stad, dat weet je vast wel. Zo’n prachtig toeval dat er juist gisteren iemand is wezen vragen of…’
‘Het Zwarte Huis?’ In Lampjes hoofd begint een liedje te spelen, een springtouwliedje van vroeger op de markt.
Het Zwarte Huis, het monsterhuis
Daar hebben ze een monster thuis…
‘Maar daar woont een monster!’
‘Doe niet zo belachelijk.’ Juffrouw Amalia schenkt thee in. ‘Meneer de Admiraal is een zeer gerespecteerd man. Zéér. Anders zouden we daar toch nooit een kind naartoe sturen.’
Ze schuift Lampje een gebloemd kopje toe. ‘Kom, niet zo sip, het is eigenlijk heel gewoon dat iemand van jouw leeftijd ergens gaat werken, nietwaar? Bovendien heb ik gezorgd voor één vrije woensdagmiddag per maand, dat is helemaal niet slecht, daar mag je me wel dankbaar…’
‘Maar hoe lang moet ik daar dan blijven?’ (blz. 46)
Wat voor werk moet Lampje gaan doen? Is er echt een monster in het Zwarte Huis? Mag Lampje bij haar vader op bezoek? Zal haar leven weer gewoon worden?
Voorleesfragment
Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.
Mening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
1. Wat vind je van het boek?
★★★★☆
2. Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk, ik heb het boek van de uitgeverij gekregen om er een recensie over te schrijven
3. Welke steekwoorden passen bij het boek?
geheimzinnig, ontroerend, verrassend, zielig
4. Staan er tekeningen in het boek? Wie heeft ze gemaakt?
Er staan een aantal zwartwit illustraties van 2 bladzijden in het boek. De illustraties zijn gemaakt door Annet Schaap
5. Wat vind je van de tekeningen? Passen ze bij het verhaal?
De zwartwit illustraties laten een stukje uit het verhaal zien en geven de sfeer weer van het verhaal
6. Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
7. Waar gaat het verhaal over?
Zie hierboven
8. Wie is de hoofdpersoon?
Lampje is de hoofdpersoon
9. Is er iemand uit het boek die je in het echt zou willen ontmoeten? Wat zou je dan samen gaan doen?
Ik wil Lampje en Edward ontmoeten
10. In welke tijd speelt het verhaal zich af?
Weet ik niet
11. Waar speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich af in een dorpje bij de zee. In het begin speelt het verhaal zich af bij de vuurtoren, later in het Zwarte Huis
12. Waarom moeten andere kinderen dit boek lezen?
Het is een zielig en verrassend verhaal, met een sprookjesachtige sfeer en geschreven met heel veel mooie zinnen
13. Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Ik hoop dat er een vervolg op dit boek komt
14. Wil je het boek nog een keer lezen?
Ja, ik wil het boek nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen