Edward van de Vendel – De grote verboden zolder (1e recensie)

Over het verhaal

Mijn moeder duwde een meisje onze woonkamer in en dat meisje was drie meter lang.
Niet dat ik dat meteen merkte – nee, ik zat op de grond een lastig legohuis te bouwen. Dat deed ik heel vaak en dan vergat ik alles om me heen. Ik zette muren neer, met doorgangen en kleine kamertjes. Nooit een dak, want dan kon ik er niet meer van boven in kijken, als degene die alles bepaalde.
Maar ik was dus zo druk bezig dat ik niet zag dat er, op die vreemde dag, een langgerekte schaduw over mijn bouwwerk viel.
Totdat ik mama plotseling hoorde zeggen: ‘Dit is onze Eddie.’
Wat?
Ze bedoelde mij. Onze Eddie.
Tegen wie zei ze dat? Ik had niemand aan horen bellen en ik had ook de voordeur niet open horen gaan. Er moest iemand bij mijn moeder zijn die niet wist wie ik was. Een onbekende.
‘Eddie?’ zei mama. ‘Dit is Linea.’
Toen pas keek ik op. (blz. 9)

Eddie is pas 10 jaar geworden. Hij woont met zijn ouders in een huis dat aan de basisschool vast zit. Zijn vader is het hoofd van de school. Zijn moeder werkt met, zoals ze zelf zegt, beschadigde kinderen. Soms neemt ze zo’n kind mee naar huis. Linea heeft een koffer bij zich en zal ook een poosje blijven. Op een avond klopt Linea op zijn kamerdeur. Ze wil dat hij met haar meegaat. Ze wil hem wat laten zien.

Ik werd helemaal blij, want ik dacht opeens dat Linea me iets op haar kamer wilde laten zien. Ze verborg vast een geheim in haar roze koffer, iets dat ik alleen mocht weten, en
papa en mama niet.
Maar ze nam me helemaal niet mee naar haar kamer.
Ze stopte halverwege de rommelruimte: daar waar, aan de zijkant, een trappetje van drie treden zat dat leidde naar de Grote Verboden Zolder.
We mochten echt niet naar de Grote Verboden Zolder!
Die was zo ontzettend verboden dat het… ja, dat het je dood kon worden.
Dus toen ik eindelijk snapte waar Linea op uit was, schudde ik met mijn hoofd en begon ik nee te fluisteren.
Ik liet haar hand los en ik zei het tegen alle honderd dalmatiërs op haar nachtjurk, en tegen Linea zelf: ‘Nee,’ zei ik, ‘nee, nee, nee, nee, nee!’ (blz. 34)

Toch gaat hij met haar mee. Daar blijkt de zolder anders te zijn dan normaal.

En misschien stroomde haar verhaal direct uit haar vingertoppen mijn rug in, misschien trok het helemaal door mijn huid heen tot in mijn ogen. In elk geval: ik zag dat er iets begon te ontstaan, daar, voor ons uit, in het zwartblauwe donker van de zolder.
Het was een soort… vorm.
‘Hshhhh,’ zei Linea, het leek wel alsof ze in mijn oren blies.
Een soort wolk in een bepaalde vorm was het, een vorm die niet veranderde, maar wel dichterbij kwam, steeds dichterbij.
Linea streek zachtjes over mijn rug, maar toch verstrakten al mijn spieren, en mijn hart zei kawam, kawam, kawam. Want de wolk was een gezicht. Met een lichtblauwe nek, met raar, vuilwit haar, met bolle grijze wolkwangen, met dikke grijze lippen en met grote, blije ogen.
‘Dit…’ fluisterde Linea. ‘Dit is…’
En toen hield de wolk op met zweven. Hij hing een meter boven de steiger, ongeveer drie armlengtes van ons af.
Met zijn holle, windachtige stem maakte hij de zin af die Linea begonnen was:
‘Dit hhhis Herr Johannes!’ (blz. 45)

Herr Johannes is een geest in de vorm van een wolk. Elke avond neemt Linea Eddie mee naar de zolder. Ze hebben veel plezier. Linea en Eddie mogen op zijn wolk mee zweven.

We zweefden naar voren tot we een paar meter van de lakens af waren. Onze wolk schommelde wanneer Herr Johannes ademhaalde, wij wipten steeds achterover en weer
terug.
Ik had gezegd dat ik niet bang was en dat klopte ook. We hingen nog altijd netjes in het midden van de steiger, en Linea was bij me.
Maar achter die lakens was dus de Witte Kamer en dat was duidelijk een ander deel van het zolderland, een nieuw hoofdstuk in het verhaal van de nacht.
Ik wilde ernaartoe, want ik was al behoorlijk verslaafd. Aan Linea. En aan het avontuur waar ze me in meegevoerd had. ‘Gaan we?’ vroeg ik. Ik wiebelde met mijn benen.
‘Ja hoor,’ zei Linea, en ze lachte.
Herr Johannes zei weer: ‘Hhm.’ Daardoor vielen de opwaaiende lakens even terug op hun plek, maar hij begon aan een nieuwe, krachtigere stoot adem. (blz. 85)

Wat is er achter de witte lakens? Waarom neemt Linea hem elke avond mee naar de verboden zolder? Wie is Herr Johannes?


Voorleesfragment

Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.
Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
gekregen van de uitgeverij om er een recensie over te schrijven
Wat vind je van het boek?
★★★★★
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, geheimzinnig, grappig, ontroerend, verrassend, zielig
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt?
Helemaal achterin het boek staan een paar zwart-wit illustraties die Linea gemaakt zou hebben. Deze illustraties zijn gemaakt door Simon Vermeulen. Verder staat het huis van het boekomslag aan het begin van elk hoofdstuk

Wat vind je van de illustraties? Passen ze bij het verhaal?
Het zijn tekeningen van Linea die de personages uit het verhaal laten zien
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
Zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
Eddie is de hoofdpersoon. Hij is niet zo lang geleden 10 geworden
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
Ik wil herr Johannes wel ontmoeten en een stukje meevliegen
In welke tijd speelt het verhaal zich af?
In het verleden (vroeger)
Waar speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich af op de grote verboden zolder
Waarom moeten anderen dit boek lezen?
Het is een fascinerend en ontroerend verhaal met ontzettend mooie zinnen. Een boek dat ik bijna ademloos heb uitgelezen
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Dit boek staat vol met mooie zinnen, zoals “Ik kreeg de kans om een ridder te zijn, daar en toen en voor het eerst en voor altijd.” of “Daar mag ik jou niet bij betrekken. Als alle zinnen die je in je leven hoort van water zijn, van water of van lucht, dan was deze van steen.”
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ja, ik wil het boek nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen

Meer informatie over dit boek