boekomslag Kieran Larwood - Het geschenk van Donkerhol (Podkin Eenoor 2)

Kieran Larwood – Het geschenk van Donkerhol (2e recensie)

boekomslag Kieran Larwood - Het geschenk van Donkerhol (Podkin Eenoor 2)

In het tweede deel van deze bijzondere serie ontdekt het dappere konijn Podkin zijn talent voor het zogenaamde maanschrijden: met behulp van zijn magische wapen megasprongen maken van de ene schaduw naar de andere. Naast de vertrouwde Pas en Poek vergezellen nieuwe vrienden Podkin tijdens zijn missie om de Twaalf Geschenken uit handen te houden van de bloeddorstige Goroms, en de konijnen van de Monbarra-burcht in veiligheid te brengen.

kno meer info over boek

Over het verhaal

De hele Doornwoudburcht is nog diep in slaap als de bard zachtjes zijn kamer uit sluipt. De kraaiendroom galmt nog na in zijn hoofd, en telkens als hij in zijn verbeelding weer dat geknars van ijzeren vleugels hoort, krimpt hij even ineen.
In het Groothol is niemand te bekennen, op één lui konijn na dat op zijn stoel voorover is gezakt en met zijn hoofd op tafel ligt te snurken, met naast zijn opengesperde mond een lege honingwijnkruik en een plasje kwijl. Het vuur in de grote haard smeult nog zachtes na en werpt een oranje gloed over de bard als hij stilletjes langsschuifelt. Hij slaat zijn mantel om zich heen en loopt de tochtige tunnel naar de voordeur in.
Bij de deur staat de gebruikelijk bewaker, die vervelende grote lomperik, op zijn post te slapen. Hij blaast belletjes spuug op het ritme van zijn ademhaling en beweegt onrustig zijn oren, diep in zijn dromen verzonken. De bard neemt zich voor dit te melden bij stamhoofd Hubert, stapt om de bewaker heen en opent een van de twee grote eikenhouten deuren op een kier – net wijd genoeg om naar buiten te kunnen glippen. (blz. 11)

De bard is op weg naar buiten. Het is stil buiten. Hij ruikt dat de lente in aantocht is. Dan hoort hij een geluid. Er is nog iemand buiten… Dat blijkt Roe, een klein konijn te zijn. Elke avond zat hij bij de bard in de buurt luisterend naar zijn verhaal. Hij wil zelf ook graag bard worden.

Een kleine test dan maar, denkt de bard. Net als de oude meester van de bard lang geleden bij hem heeft gedaan. Hij wandelt naar een omgevallen boom en maakt het zich gemakkelijk tussen het mos en de paddenstoelen. Roe volgt hem, en zijn enorme bruine ogen nemen elke beweging van de bard gretig in zich op. Even staren ze elkaar aan, en dan knikt de bard.
‘Goed dan, kleintje,’ zegt hij. ‘Laten we eens kijken wat je in huis hebt. Vertel me maar een verhaal.’
‘Een verhaal? Hier? Nu meteen?’ Roes oren beginnen helemaal te trillen. Hij had nooit gedacht dat hij een van zijn verhalen echt zou gaan vertellen, en al helemaal niet aan de bard zelf.
‘Ja, toe maar.’ De bard heeft een twinkeling in zijn ogen. ‘Het verhaal van de Twaalf Geschenken lijkt mij wel wat. Dat heb je me minstens vijf keer horen vertellen deze winter.’
Roe slikt moeizaam. Dan haalt hij diep adem, graaft het verhaal op uit zijn geheugen en laat de eerste woorden uit zijn mond rollen.
‘Nou, het was allemaal lang geleden. Ik bedoel echt heel lang geleden. Toen de wereld nog nieuw was en herinneringen nog moesten worden gemaakt.’
Roe kijkt de bard vragend aan, om te zien of hij het goed doet, maar die geeft geen krimp. Roe gaat verder. ‘Toen was er de Godin en die liet de stamhoofden van de Twaalf Stammen komen. Ze had een geschenk voor ze, zie ze, dus kwamen ze samen bij de cirkel van staande rotsen die Maanstee heet en gingen ze lekker eten en feestvieren, en zo.’ (blz. 15)

De bard is niet onder de indruk van het verhaal dat Roe vertelt. Het kleine konijn is teleurgesteld. Hij wil zo graag bard worden, maar een verhaal vertellen kan hij niet. Dan vraagt de bard hem of hij meer kan vertellen over de koning uit het verhaal. Roe antwoordt dat hij dat niet kan omdat hij er niet bij was. De bard zegt dat het voor een bard belangrijk is om een verhaal zo te vertellen dat het publiek denkt dat hij er wel bij was. Roe denkt even na en begint te vertellen. De bard weet het nu: Roe is een verhalenverteller. Hij moet alleen nog veel leren. Hij gaat met het stamhoofd praten en krijgt toestemming om het jonge konijn mee te nemen, op zoek naar een leermeester. Zelf wil hij geen leerling hebben, omdat hij in de problemen zit en dan zou het te gevaarlijk worden voor een leerling. Ze gaan naar een festival vol verhalenvertellers. Onderweg wil Roe graag horen hoe het verhaal van Podkin Eenoor verder gaat. De bard vertelt…

Omdat hij niet wist wat hij met zichzelf aan moest en liever alleen wilde zijn, haalde hij een lantaarn van de muur en liep hij het Groothol uit. Misschien ontdekte hij iets spannends in een van de donkere kamers die ze nog niet hadden verkend. Iets wat hem kon helpen om de Goroms te verslaan, zodat hij kon laten zien dat hij toch best nuttig was.
Hij ging een tunnel in die naar de oude smederij en de wapenkamer leidde. Daar was hij wel eens eerder geweest toen ze net in Donkerhol waren aangekomen, op zoek naar voorraden en brandhout. Ooit had de burcht vol konijnen gezeten, met Krums vader als stamhoofd. Maar toen Krum had geweigerd zijn vader op te volgen, na diens dood, waren alle bewoners vertrokken.
Podkin begreep niet helemaal waarom – er was iets met een vloek die op zijn burcht rustte, waardoor ze niet meer durfden te blijven toen ze ook nog zonder stamhoofd kwamen te zitten. Maar kennelijk hadden de Donkerhol-konijnen wel verwacht dat de vloek ooit zou worden opgeheven, dacht Podkin, want ze hadden de boel keurig achtergelaten, met overal stapels brandhout, fakkels en lampenolie. Hij had al een paar keer geprobeerd het hele verhaal uit Krum los te peuteren, maar tevergeefs. (blz. 38)

Podkin woont, samen met zijn zus Paz en zijn broertje Poek, bij de konijnen van Donkerhol. Er zijn ook veel zieken en gewonden. Paz heeft het druk en helpt de genezeres Brigid met het verzorgen van de gewonden. Podkin wil graag bij de raad van wijze konijnen, maar elke keer als hij bij hen in de buurt is tijdens een vergadering doen ze alsof hij nog een klein konijn is. Podkin voelt zich genegeerd. Hij kan nergens bij helpen. Daarom gaat hij maar op onderzoek uit in het Donkerhol. Hij komt in een ruimte waar het donker is en waar zo te zien al lang niemand meer is geweest. Podkin voelt zich niet op zijn gemak.

Podkin wilde net weer weggaan om de andere deuren te proberen, toen iets in de schaduwen achter het altaar zijn aandacht trok – een diep, donker gat in de grond, met vochtige aarde langs de rand. Was er iets uit dat gat omhooggekomen? Podkin herinnerde zich hoe de Goroms met veel geweld vanuit de grond zijn burcht waren binnengedrongen, en een hevige paniek benam hem even de adem. Maar toen hij goed keek, zag hij dat er geen hopen aarde om het gat heen lagen, wat je zou verwachten als iets zich een weg omhoog had gebaand. Nee, de vloer was gewoon ingestort door het vocht en de tand des tijds. Niet door de Goroms.
Toen hij naar voren stapte om het gat wat beter te bekijken, begon Sterrenklauw weer hevig te zoemen. Was er daar beneden iets belangrijks? Had de dolk hem met opzet hierheen geleid?
Hij liep langs het altaar, maakte snel het teken van de Godin en schuifelde voorzichtig naar het gat, bang dat de vloer het onder zijn voeten zou begeven.
Toen hij dichtbij genoeg was, liet hij de lantaarn zakken om gouden lichtstralen de duisternis in te sturen. Ja, er was iets, daar beneden. Iets wat op een trap leek die de diepte in leidde, naar een volgende ruimte. Was daar een geheime kamer? Wist Krum hiervan?(blz. 43)

Podkin is nieuwsgierig, maar hij weet ook dat het dom zou zijn om in zijn eentje dit gat in te gaan. Hij gaat terug naar de rest van de konijnen, op zoek naar Paz. Zij wil vast wel met hem mee op avontuur. Met z’n drieën, Poek wil ook mee, gaan ze terug naar het gat in de grond. Voorzichtig gaan ze de ladder af. Ze komen in een ruimte met mooie meubels en een mozaïekvloer. Ze denken dat dit vroeger de kamer van het stamhoofd was. Maar waarom wordt deze kamer niet meer gebruikt? Waarom voelt het alsof hier iets belangrijks te vinden is? Zitten ze in Donkerhol wel veilig voor de Goroms?

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
gekregen van de uitgeverij om er een recensie over te schrijven
Wat vind je van het boek?
★★★★☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik heb al andere boeken uit dezelfde serie gelezen
Welke steekwoorden passen bij het boek?
avontuurlijk, spannend, verrassend, zielig
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt?
De zwartwit illustraties zijn van David Wyatt
Wat vind je van de illustraties? Passen ze bij het verhaal?
Ze laten Podkin en de andere konijnen zien

illustratie uit Kieran Larwood - Het geschenk van Donkerhol (Podkin Eenoor 2)

Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
Zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
Eigenlijk zijn er twee hoofdpersonen. Je hebt de verhalenverteller die het verhaal van Podkin vertelt
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
Ik wil Podkin ontmoeten en de andere konijnen
In welke tijd speelt het verhaal zich af?
Weet ik niet
Waar speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich af op verschillende plekken waar de konijnen leven
Waarom moeten anderen dit boek lezen?
Het is een spannend en avontuurlijk verhaal over Podkin Eenoor
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Dit is het tweede boek over Podkin Eenoor
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen, Ik wil het volgende boek uit deze serie lezen