Thijmen Gijsbertsen – Een Bofkont in Pechstad (1e recensie)
Over het verhaal
De deur van de school vloog open. De kinderen stroomden naar buiten. Het was stralend weer. Er was zoals altijd geen wolkje aan de lucht.
‘Hoi Joris, stap je ook in?’ vroeg de chauffeur van de bofbus.
‘Nee, dank je,’ antwoordde Joris, en hij zwaaide beleefd.
De meesten Bofkonten, want zo heten de inwoners van Bofstad, lieten zich door de bofbus overal heen rijden. Joris niet. Hij ging veel liever lopend naar huis, over het Bofpad; een pad dat naast een beekje rondom de stad liep. Daar zag je allerlei soorten kleurige vogels. Ze floten de vrolijkste wijsjes. Van tjilp-tjilp en oehoe tot aan fuut-fuut en roekoe.
Het Bofpad bracht Joris halverwege bij een grote wegwijzer. De houten pijl wees naar een smal paadje, dat vol bochten en slingers naar een hoge, steile, puntige liep. Daarbovenop stond een knalrode vuurtoren.
Nooit was er een Bofkont gewest die het glibberige paadje omhoog had durven lopen, en waarom zouden ze ook? De vuurtoren was verlaten en de lamp waarschijnlijk, want hij brandde nooit.
Zal ik het eens proberen? dacht Joris bij zichzelf. Maar het was alsof de rots er ineens veel gevaarlijker uitzag dan net en hij twijfelde.
Wat als ik uitglijd en van de rots val? Hij keek naar beneden, naar zijn knikkende knieën. Die gaven hem weinig hoop.
‘Er komt vast een ander keertje,’ besloot hij toen, en hij liep gauw verder. (blz. 7)
Joris woont in Bofstad. Hier is alles geweldig: het weer is altijd goed, bloemen bloeien en iedereen is vrolijk. Het enige vreemde is dat er af en toe huizen leeg staan in de stad. Maar daar denkt eigenlijk niemand over na. De vader van Joris is verliefd geworden op juffrouw Drakenstein en gaat met haar trouwen. Joris vindt haar niet erg aardig, maar heeft daar weinig over te vertellen. Joris is wel dol op hun huishoudster Nina. Hij kent Nina al jaren en hij vindt het fijn om te luisteren als ze aan het zingen is. Nina zingt de hele dag terwijl ze bijvoorbeeld de was ophangt. Maar niet iedereen vindt dat leuk…
‘KLABAM!’
De voordeur werd met zo veel kracht opengesmeten dat Joris van schrik bijna uit zijn vensterbank kukelde.
Juffrouw Drakenstein kwam naar buiten gerend, recht op Nina af. Ze was woest!
Nog voor Nina wat kon zeggen, begon juffrouw Drakenstein tegen haar te schreeuwen: ‘WÁT ZING JIJ DAAR?’
Nina werd lijkbleek. ‘H-hoe b-bedoelt u? Ik…’
‘Sst!’ siste juffrouw Drakenstein driftig. ‘Dat lied. Ik wil het niet horen. Het doet pijn aan mijn oren!’
‘Mag ik niet zingen?’ vroeg Nina.
‘Natuurlijk wel. Maar… NIET DÁT LIED!’
‘W-waarom niet?’ stamelde Nina.
Toen bleef het stil. Doodstil. En juffrouw Drakenstein begon te trillen. Ze werd rood in haar nek en er kwam stoom uit haar oren. Ze leek te koken!
Nina zag het ook en haar ogen werden groot van schrik.
Toen kookte juffrouw Drakenstein over.
‘UIT MIJN OGEN! KSST! WEG! HOEPEL OP! NU! EN LAAT JE HIER NOOIT MEER ZIEN!’
Nina deinsde geschrokken achteruit en het volgende moment rende ze in paniek weg.
Joris wilde haar nog roepen, maar er kwam geen woord uit zijn keel.
Toen Nina uit het zicht verdwenen was, draaide juffrouw Drakenstein zich met een ruk om.
Nu zag Joris waar Nina zo van geschrokken was. De adem stokte in zijn keel.
Er kwamen rookpluimpjes uit haar neusgaten. Juffrouw Drakenstein leek wel… een vuurspuwende draak.!
Joris dook zo snel hij kon in bed. Diep onder de dekens. Daar begon hij te huilen.
Bofkonten, moet je weten, huilden eigenlijk nooit. Maar nu het allemaal tot Joris doordrong, kon hij niet meer stoppen. (blz. 24)
Joris snapt niet waarom juffrouw Drakenstein zo overdreven reageert. Nina zingt dit lied wel vaker. Zou er iets met dat lied zijn? Joris besluit eens goed naar het lied te luisteren. En het lijkt te gaan over een tegenhanger van Bofstad. Een stad waar je door een luik naartoe zou kunnen. Je hebt dan wel een sleutel nodig. Wie zal die sleutel hebben? Bestaat er echt een andere stad die bij Bofstad hoort? Zal Joris daar naar toe kunnen? Wat zal hij daar zien? Waarom weet niemand hier iets over?
Mening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
gewonnen bij Bol.com
Wat vind je van het boek?
★★★★☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, grappig, spannend, verrassend, zielig
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt?
De gekleurde illustraties zijn van Marja Meijer
Wat vind je van de illustraties? Passen ze bij het verhaal?
De illustraties laten zien hoe het er uit ziet in Pechstad en in Bofstad
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
Zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
Joris is de hoofdpersoon
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
Ik wil niet echt een persoon ontmoeten, maar ik zou het leuk vinden om Bofstad en Pechstad in het echt te zien
In welke tijd speelt het verhaal zich af?
Weet ik niet
Waar speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich af in Bofstad en in Pechstad
Waarom moeten anderen dit boek lezen?
Het is een verrassend verhaal over Bofstad, een stad waarin alles goed gaat en iedereen gelukkig is
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Nee
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen