Interview met Arend van Dam

Arend met boek

Donderdag 5 april 2018

Begin april mocht ik Arend van Dam interviewen. We spraken af in een leuk koffietentje in Breda. Een paar weken voor de afspraak kwam zijn nieuwste boek uit, De reis van Syntax Bosselman. 

Interview

Wat is De reis van Syntax Bosselman een dik boek geworden

Ik wilde een kloek boek schrijven. Ik heb altijd tegen mijn uitgever gezegd dat dit boek driehonderd bladzijden zou worden. Ik vind dat je dit onderwerp niet in een dun boek kunt verwerken. Persoonlijk had ik de bladspiegel (de opmaak van de bladzijde) nog wat ruimer willen hebben, met meer ruimte voor foto’s. Ik vind dat De reis van Syntax Bosselman een mooi afwisselend boek geworden.

Heb je al recensies gekregen over dit boek? 

Ja, ik heb al goede recensies gekregen in Trouw en De Volkskrant gestaan, NRC heeft het boek aangevraagd. Tegenwoordig komt het niet vaak meer voor dat je een kinderboek in de krant gerecenseerd wordt. Ik heb nog weinig reacties gehoord van kinderen. Daarnaast ben ik benieuwd naar de mening van de kritische lezers.

Vond je dit een lastig boek om te schrijven?

Ja, ik vond het erg lastig. Ik wilde heel graag een boek schrijven over de geschiedenis van de Nederlandse slavernij. Ik vond het een uitdaging om te proberen. Het is een poging om deze geschiedenis te beschrijven. Mijn twijfels en vragen staan ook in het boek. Ik laat duidelijk zien hoe mensen in die tijd over slavernij dachten en volgens mij laat ik wel merken dat ik het er niet mee eens ben. Het is een veelomvattend onderwerp en ik denk dat er de komende jaren meer boeken over dit onderwerp zullen verschijnen, ook jeugdboeken.

Ik heb heel veel gelezen over de personages uit die tijd, onder andere over J.P. Coen. Ook in zijn tijd was hij niet zonder smet, hij kreeg te horen dat zijn manier van werken te veel levens kostte. In de 19e eeuw is er een nieuwe romantiek over de zeehelden ontstaan en toen zijn er standbeelden en dergelijke opgericht, onder andere voor Coen.

De aanleiding voor dit boek was een foto van Surinamers die in Nederland op de Wereldtentoonstelling als onderwerp waren. Ik ben gaan uitzoeken hoe dat zo is gekomen. Nederland wilde aan andere landen laten zien dat ze ook een koloniale macht waren. Daarom haalden ze van alles uit Java, Indonesië. Toen bedachten ze dat ze ook Suriname als kolonie hadden. De regering heeft toen een man naar Suriname gestuurd om mensen te werven die naar de Wereldtentoonstelling wilden komen. Die mensen hebben waarschijnlijk gedacht dat ze door de koning waren uitgenodigd. Tijdens de Wereldtentoonstelling zijn er foto’s van deze mensen gemaakt. Op basis van die foto’s ben ik informatie gaan zoeken.

Ik kan me niet herinneren dat ik op school veel over de slavernij heb geleerd

Vooral op de basisschool is er geen aandacht voor de slavernij. Ik zie mijn boek daarom ook als een discussiestuk. Mensen mogen op- en aanmerkingen naar de uitgeverij mailen. Bij eventuele herdrukken kan ik het boek aanpassen. Je kunt niet volledig zijn als schrijver, maar ik probeer een open beeld te schetsen van het belang van Nederland in de slavernij.

Er zijn niet veel jeugdboeken over slavernij volgens mij

Er zijn wel wat jeugdboeken over slavernij, maar die gaan over een onderdeel van slavernij en spelen zich meestal af op 1 plek. Voorbeelden zijn: Hoe mooi wit ik ben van Dolf Verroen, Sisa van Joyce Pool, Marijn bij de lorredraaiers van Miep Diekmann, Slavenhalers van Rob Ruggenberg, Piratenzoon van Rob Ruggenberg

Ben je al met een nieuw boek bezig?

Ja, al tijdens het schrijven van De reis van Syntax Bosselman ben ik begonnen aan een opzet van een boek over de Nederlandse taal: wie heeft het opgeschreven?, wanneer is het gedrukt?, waar is de taal terechtgekomen op de wereld? Deze vragen hebben ook te maken met het kolonialisme van Nederland. Ik ben geen neerlandicus, geen taalkundige, maar ik ben geïnteresseerd in de Nederlandse taal.

Ik vind het moeilijk om een titel voor dit boek te bedenken. Het moet een titel zijn die jonge lezers aanspreekt. Voor De reis van Syntax Bosselman was een titel bedenken niet zo moeilijk. Syntax is een van de hoofdpersonen. Eerst wilde ik het jongetje als hoofdpersoon nemen, maar ik vond Syntax boeiender. Hij is al ouder en heeft ook de slavernij meegemaakt. Hij kan dus meer aan het verhaal toevoegen. Ik koos voor Syntax als hoofdpersoon omdat ik zijn naam zo bijzonder vond. Ik vond ook informatie over hem: hij kwam uit de stad en heeft daarvoor op plantage Nieuw Weergevonden gewoond.

Waarom schrijf je vooral over historische onderwerpen? 

Ik vind geschiedenis leuk en leerzaam. Ik wil meer weten over de wereld, ik wil andere landen zien, maar ik wil ook weten hoe het vroeger was. Geschiedenis helpt om te zien waar de toekomst heen gaat.

Ik heb geen fantasie om dingen zelf te bedenken. Als ik nu opschrijf dat er een alien het café binnenkomt is dat niet geloofwaardig. Als een andere schrijver dat doet wordt het spannend. Geschiedenis geeft me houvast bij het schrijven. De combinatie van informatie uitzoeken, foto’s, spulletjes, op reis gaan, mensen interviewen en archieven bekijken vind ik interessant. Daar een mooi verhaal van maken doe ik graag. Zo zag ik in het archief een foto van dat jongetje met de trommel (staat ook in het boek). Ik heb zo’n zelfde trommeltje thuis, gekocht in Suriname. Dat vind ik bijzonder.

Voor dit boek ben ik in Zuid-Afrika geweest. Ik wilde ook wel naar Suriname om archiefonderzoek te doen, maar dat werd een beetje veel reizen. Daarom heb ik aan een vriendin gevraagd, die in Suriname woont of zij dat voor me wilde doen. Zij heeft ook nabestaanden gevonden van een jong stel uit de groep Surinamers van de Wereldtentoonstelling. Zij bleken een fotoalbum te hebben uit die tijd, maar ze wisten verder weinig over hun reis.

Ben je lang met dit boek bezig geweest?

Van het begin tot aan het moment dat het boek in de winkels lag heeft het 1,5 jaar geduurd. Ik ben een jaar met het boek bezig geweest om informatie uit te zoeken en het verhaal te schrijven.

Voor de dikke bundels met 50 verhalen maak ik een planning voor een verhaal per week. Ik schrijf dan een bladzijde per dag. Ik ben dan ook bezig met onderzoek voor een volgend verhaal. De dunne bundels schrijf ik in 3-4 maanden. Toen Alex de Wolf, de illustrator, en ik het boek over 50 kunstenaars maakten zijn we samen kunstenaars wezen interviewen. Dat was heel leuk om te doen.

Voor elk boek maak ik kaartjes met daarop de verschillende onderwerpen en hoofdstukken. Dan heb ik een kaartjessessie met de uitgever en leggen we alle kaartjes bijvoorbeeld hier in het café op de grote tafel. Dan kijken we samen wat de beste volgorde is voor het boek. Zo had ik het boek over Syntax eerst in een andere volgorde geschreven, van vroeger tot nu. De uitgever vond dat niet zo goed werken en dus heb ik het veranderd.

aantekeningenboekje Arend
aantekeningenboekje van Arend

Heb je nog onderwerpen waar je over wilt schrijven?

Ja, ik heb een lijstje met onderwerpen, maar die vertel ik niet.

Dit is een leuk café. Je komt hier vaker om te schrijven?

Ja, ik schrijf eigenlijk al 25 jaar in café’s. Ik denk dat ik een van de eerste schrijvers was die dat deed. Ik had toen al een laptop en dan kwamen mensen vragen wat ik aan het doen was. Het duurde lang voordat ik andere mensen tegenkwam met een laptop.

Ik vind het rustgevend om een paar uur in een café te zitten. Met een goed kopje espresso voelt het alsof ik overal op de wereld zou kunnen zijn. Ik bereid thuis alles voor en het schrijfwerk doe ik dan buitenshuis. Googelen gaat ook nog wel in een café, maar ik neem geen stapels boeken mee. Dat uitzoekwerk doe ik liever thuis.

Je kunt dus ook overal ter wereld schrijven?

Ja, bij de voorbereiding van een reis kijk ik ook waar ik zou kunnen schrijven. Toen we hier in Breda gingen wonen ben ik ook eerst gaan kijken of er op loopafstand leuke cafeetjes waren. Dan vraag ik ook wat zij vinden van werkende mensen met een laptop. Niet elk café is blij met werkende mensen.

Vertel eens over je andere boeken

Ik heb inmiddels negen verhalenbundels geschreven van elk 50 verhalen. Vooral de eeste, Lang geleden… doet het erg goed. Daarvan zijn inmiddels 170.000 exemplaren verschenen.

Alex de Wolf en ik hebben ooit een serie prentenboeken gemaakt over een beertje. In elk prentenboek doet papabeer iets met zijn kind. Deze boeken worden ook in China uitgegeven en zijn daar ontzettend populair. Er zijn er al meer dan 7 miljoen van verkocht. Blijkbaar is het voor China nieuw dat je als vader iets met je kind kunt doen. In recensies lees ik dan, als ik ze vertaal via Google Translate, dat mannen zeggen dat er een wereld voor ze open ging en dat ze nu veel meer tijd met hun kind doorbrengen. De laatste keer dat ik op auteursbezoek was in China is drie jaar geleden. Ik heb toen veel interviews gedaan, onder andere voor televisie. Ik vind het heel bijzonder dat die prentenboeken het in China zo ontzettend goed doen.

Hou je van lezen?

Ja, ik lees veel. Vroeger ook al. We gingen altijd naar de bieb. Ik las toen alles over indianen en historische avonturenverhalen. Ik vind het jammer dat kinderen bij de Bibliotheek op School vaak geen boeken mee naar huis mogen nemen. Ze mogen dan alleen op school lezen. Zo geef je kinderen niet de kans om te verdwijnen in een verhaal…

Lees je boeken van andere kinderboekenschrijvers?

Af en toe lees ik boeken van andere schrijvers. Ik wil midden in het kinderboekenvak staan en weten wat er aan boeken verschijnt. Dit doe ik uit respect voor mijn collega’s maar ook vanuit mijn eigen nieuwsgierigheid. Daarnaast lees ik biografieën, 2 boeken per week, maar daarmee kan ik niet ontspannen. ‘s Avonds lees ik dan een boek om te ontspannen. Zo heb ik net de nieuwste van Murakami gelezen. Ik vind het ook fijn om ‘s avonds gewoon te zappen op de tv en dan een programma over goudzoekers kijken ofzo. Het hoeft niet echt ergens over te gaan.

Over Arend van Dam

boeken op Ikvindlezenleuk | boeken op IkvindlezenNIETleuk | website

De foto’s heb ik van Arend van Dam gekregen om te gebruiken bij dit interview