Interview met Alexandra Penrhyn Lowe

Woensdag 19 september 2018

Woensdag 19 september heb ik Alexandra Penrhyn Lowe geïnterviewd. We spraken af in de buurt van het Volkspark in Amsterdam. Het was een erg leuk gesprek en hieronder kun je de vragen zien die ik heb gesteld.

Interview

Wat waren jouw favoriete boeken toen je jong was? Hield je van lezen?

Ik hield enorm van lezen. Eén keer per week gingen we naar de bieb. Ik leende dan altijd extra boeken op de kaart van mijn zus en mijn moeder. Alles wat ik las hield ik bij in een schriftje. Ik gaf de boeken die ik las een cijfer. Mijn eigen boeken waren heilig. Mijn broers en zussen mochten alleen een boek lenen als ze eerst een eed zworen.

Ik ben zelfs eens in de vakantie lid geworden van de plaatselijke bibliotheek. We gingen elk jaar op vakantie naar Zeeland, in een heel oud huis. Eén zomer was het zo slecht weer dat ik al snel door mijn boeken heen was. Gelukkig was daar de plaatselijke bibliotheek.

Mijn favoriete schrijvers waren Roald Dahl en Paul Biegel toen ik jong was. Toen ik wat ouder werd kwamen daar Evert Hartman, Anke de Vries, Jan Terlouw en Thea Beckman bij. Toen ik weer ouder was las ik voornamelijk realistische verhalen zoals Augurken met slagroom.

Tegenwoordig heb ik minder tijd om te lezen. Ik schrijf en ik heb een gezin. Ik lees voornamelijk vakboeken over schrijven en over spirituele dingen.

ikvindlezenNIETleuk
GEEN RECENSIES
kom een recensie schrijven
Stéphanie – Augurken met slagroom

Ben je bezig met een nieuw boek?

Ik schrijf een non-fictieboek over hoe je een boek moet schrijven. Ook ben ik bezig met het begin van een nieuwe serie, waarschijnlijk voor 12 jaar en ouder. Er komen weer bovennatuurlijke elementen in, maar het wordt minder griezelig dan De laatste wachter-serie.

Maar ik ben niet alleen bezig met boeken. Ik ben ook bezig met een jeugdhorrorfilm. En ik ben een pitch aan het schrijven om De laatste wachter als serie in Los Angeles aan te bieden. Meerdere partijen hebben al interesse getoond.

Welk personage uit je boeken zou je in het echt willen ontmoeten en waarom?

Ik zou de priester uit Sevenster willen ontmoeten. Hij is gebaseerd op Evert Hartman, die mijn leraar aardrijkskunde was op de middelbare school. Hij overleed een jaar nadat ik van school af was.

Personages zijn vaak een deel van mij of ze zijn zoals ik zou willen zijn of ze zijn gebaseerd op mensen die indruk op me hebben gemaakt. Azer is gebaseerd op Atrejo uit ‘The Neverending story’. Cleo is deels zoals ik zou willen zijn en deels gebaseerd op George uit ‘De Vijf’.

Hoe kom je aan inspiratie voor een boek?

Het begint met een idee en dan ga ik op onderzoek uit. Ik doe wat free writing (opschrijven wat in je opkomt) en ik verzin personages. Ik mocht vroeger beslist geen glaasje draaien van mijn moeder, dus daar heb ik in Sevenster over geschreven.

Ik schrijf om mijn eigen angsten te bezweren. Vroeger was het altijd druk in mijn hoofd. Sinds ik ben gaan schrijven is het rustiger in mijn hoofd. Er is een leven voor en na schrijven. Later ben ik gestopt met drinken en daardoor ben ik veel meer gaan schrijven.

Ik krijg vooral inspiratie van het schrijven zelf. Dat is ook eng, want dat zou ook zomaar op kunnen houden. Ik weet inmiddels dat als ik een writers block heb dat ik gewoon moet schrijven, dan komt de inspiratie vanzelf weer.