David Walliams – Papa bandiet (1e recensie)
Brommen! Franks vader wordt in de gevangenis gegooid. En dat is niet héél gek, want hij bestuurde de vluchtwagen bij een bankoverval. Toch wil Frank zijn vader bevrijden. Hij bedenkt een slim plan om papa bandiet voor één nacht uit de cel te krijgen, en dan samen stiekem het gestolen geld terug te brengen. Dat is het begin van een groot avontuur, want boevenopperhoofd Mr Big wil koste wat het kost zijn buit behouden…
Over het verhaal
Wraaah!! deed de auto van Franks vader toen hij over de racebaan raasde. Gilbert was een racepiloot die alleen met oude, opgelapte auto’s racete, een banger racer. Het was een gevaarlijke sport. Auto’s knalden voortdurend tegen elkaar aan als ze over het circuit scheurden.
Gilbert racete met een oude Mini, die hij zelf had opgefokt. Hij had er ook een Union Jack, de vlag van het Verenigd Koninkrijk, op geschilderd en hij had zijn auto Queenie gedoopt, naar de dame die hij bewonderde: Hare Majesteit de Queen.
Bij racers was de auto al snel net zo beroemd als Gilbert. Al wie het geluid van Queenie hoorde, dacht meteen aan een brullende leeuw.
Franks vader was de koning van het circuit. Hij was de meest fantastische autocoureur die men in de stad ooit aan het werk had gezien. Van overal in het land kwamen mensen naar het circuit om hem te zien racen. Niemand won vaker dan hij. Week na week, maand na maand, jaar na jaar hief Gilbert trofeeën boven zijn hoofd en juichte een menigte hem enthousiast toe. (blz. 23)
De vader van Frank is autoracer. Frank is ontzettend trots op hem en gaat stiekem bij de wedstrijden van zijn vader kijken. Die vind autoracen natuurlijk veel te gevaarlijk voor zijn zoon. Op een avond, als Frank stiekem uit huis is geslopen om naar het circuit te gaan, gebeurt er een ongeluk. Een ongeluk met zijn vader…
Het sierde Gilbert dat hij nooit iets slechts zei over zijn vrouw – nu dus zijn ex-vrouw. Maar Frank voelde zich erg gekwetst doordat zijn moeder was vertrokken zonder afscheid te nemen.
Al woonde ze nu in een kast van een huis, ze nodigde haar zoon nooit uit. Niet één keer. En toen ze al voor de tweede keer niets van zich liet horen op zijn verjaardag, stond Frank niet meer te popelen om haar terug te zien. Weken, maanden gingen voorbij zonder het minste contact. Tot de jongen er gewoon niet meer over piekerde haar op te bellen. Wat hij dus ook niet deed. Maar Frank bleef aan haar denken en daardoor raakte hij erg in de war. Want al had ze hem vreselijk gekwetst, hij hield nog van haar. (blz. 43)
Na het ongeluk van Gilbert veranderde er veel in huis. Franks moeder vindt haar man niet meer leuk en gaat weg. Ze vindt een nieuwe vriend en gaat bij hem wonen. Ze laat niets meer van zich horen. Gilbert kan niet meer racen en verdient dus ook geen geld. Hij krijgt steeds meer schulden.
Niet lang na Franks verjaardag begonnen grimmig kijkende mannen op de deur van de flat te bonken.
Ze zwaaiden met papieren en schreeuwden van alles over ‘openstaande schulden’. Zodra de deur openging, duwden ze Frank opzij en ze stormden naar binnen. Daar pakten ze alles op wat volgens hen waardevol was en ze liepen ermee naar buiten. Om te beginnen de tv, daarna de sofa en Franks stapelbed…
Toen Frank op een dag de deur niet opendeed, trapten ze die gewoon uit de hengsels. Die dagen namen ze het miniatuurcircuit mee.
Na dat bezoek was Gilbert een gebroken man. Je kon van zijn gezicht aflezen hoe wanhopig hij was en hij zat altijd zwijgend in zijn leunstoel.
Frank deed zijn best zijn sombere vader op te monteren.
‘Niet getreurd, pap,’ zei de jongen. ‘Op een dag zal ik al onze spullen terughalen. Ik beloof het. Als ik groot ben, word ik autocoureur, net als jij.’
‘Kom hier, jongen en geef me een knufferd!’
Dan omarmden ze elkaar en alles voelde weer goed. Ze waren wel warm, maar in zijn binnenste voelde Frank zich niet arm. Hij vond het niet erg dat er in zijn truien zoveel gaten zaten dat ze meer gat dan trui waren. Het kon hem niet schelen dat hij zijn boeken mee naar school moest nemen in een plastic tas die altijd scheurde. Ze gaven er zelfs niet om dat er in de flat nog maar één lichtpeertje brandde. Ze namen het ‘s avonds gewoon mee als ze naar een andere kamer liepen.
Dat was omdat de jongen de beste papa van de hele wereld had. Dat dacht hij toch… (blz. 47)
Gilbert en Frank hebben niets meer. Ze zijn arm. Gilbert gaat op zoek naar werk, maar dat is lastig. Hij vindt een baantje waarvoor hij ‘s nachts op pad gaat. Frank wil weten wat zijn vader voor werk doet, maar die wil er niets over vertellen. Dan besluit Frank hem op een avond stiekem te volgen.
Frank laat zich met een smak op het dak van de wagen vallen en klampte zich vast alsof zijn leven ervan afhing. In een paar tellen was de Rolls-Royce van de parking van de kroeg weggereden en nu raasde hij met een rotvaart over de weg. De ogen van de jongen waren waterig en zijn haar stond steil overeind. Dit was het gevaarlijkste kermisritje van zijn leven.
Gilbert wist natuurlijk niet dat zijn zoon op het dak van de Rolls-Royce lag. Had hij dat geweten, dan was hij nooit zomaar door een rood licht gereden en scherp gezwenkt om een bus in te halen en dwars door de omheining heen geknald en daarna in volle vaart door het park gereden. De Rolls hobbelde over het gras. En de jongen hobbelde mee op het dak, op en neer en heen en weer.
Toen hij het waagde zijn ogen weer open te doen, zag Frank dat ze recht naar nog een afsluiting reden, aan de andere kant van het park.
Er vlogen planken door de lucht. Een zwaar blok hout zoefde rakelings over Franks hoofd.
Het gebeurde allemaal zo vlug dat hij amper kon ademen.
De auto raasde nu recht naar een veel te breed steegje toe. Als Gilbert niet onmiddellijk op de rem ging staan, zouden ze halsoverkop tegen een bakstenen muur aan knallen.
‘STOP!’ riep de man op de passagiersstoel.
‘ARGH!’ schreeuwden de twee op de achterbank.
Maar Gilbert gaf nog meer gas.
‘NÉÉÉÉÉÉ!’ hoorde de jongen binnen roepen. Hij kon het niet meer aan en kneep zijn ogen weer dicht. (blz. 79)
Het lijkt wel een achtervolging… Waarom rijdt Gilbert zo hard en zo gevaarlijk? Wat voor werk doet hij? Komt Frank weer veilig van het autodak af? Kan Frank zijn vader helpen?
Mening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
Geleend bij de bibliotheek
Wat vind je van het boek?
★★★☆☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Ik heb al andere boeken van deze schrijver gelezen, dit boek was genomineerd voor de Kinderjury 2019
Welke steekwoorden passen bij het boek?
saai, zielig
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
De zwart-wit illustraties zijn gemaakt door Tony Ross en ze lieten de personen uit het verhaal zien
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
De hoofdpersoon is Frank
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
nee, ik wil niemand ontmoeten
Waar speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich af in de stad waar Frank met zijn vader woont
Wat vind je leuk aan dit boek?
Ik vind het leuk dat Frank zo moedig is om zijn vader tegen te houden
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
Ik vind het verhaal niet grappig, maar vooral zielig
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
nee
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
Dit is een leuk boek voor kinderen vanaf een jaar of 8 die houden van spannende verhalen met makkelijke humor
Wil je het boek nog een keer lezen?
Nee, ik wil het boek niet nog een keer lezen