Enne Koens – Die zomer met Jente (2e recensie)

Over het verhaal

‘Ben je bang?’ vroeg ze.
Ik wilde zeggen dat ik niet bang was. Echt niet. Ze was zelf zeker bang. Maar het lukte me niet ook maar één woord uit te brengen. Ik klemde me vast aan de metalen brugleuning. Mijn knieën knikten.
Tien meter onder me glansde het water. Als ik viel, zou ik het waarschijnlijk niet overleven. Mijn jas zou zich volzuigen, mijn gympen zouden mijn voeten zwaar maken, te log om mee te zwemmen. Het water was koud, want de zomer was voorbij. Ik stelde me voor hoe ik zou proberen te zwemmen, mijn armen zou strekken, maar ik wist dat ik niet genoeg kracht zou hebben om boven te blijven. Mijn benen zouden verkrampen. Ik zou zinken, het water zou zich onverbiddelijk boven me sluiten. Ik zou nooit het trapje halen waarlangs de jongens in de zomer het kanaal uit klommen.
‘Toe dan!’ schreeuwde ze, haar ogen tot spleetjes geknepen.
Waarom was zij nooit bang?
Ik durfde niet meer naar beneden te kijken, dus ik richtte me op de lichtjes in de verte. Ik wenste dat ik daar was, in ons warme huis, bij mijn ouders. (blz. 7)

De zomervakantie is net begonnen en Marie is met haar ouders verhuisd naar een nieuwbouwwijk. Ze vindt het vreselijk, want ze heeft haar beste vriendin moeten achterlaten. De dagen na de verhuizing gaat ze in haar eentje de wijk verkennen. Opeens valt ze…

Ik schreeuwde, want ik zag niets. Wat er ook omlaag was gevallen, het was zwaar en het bewoog. En het schreeuwde ook.
We lagen als een kluwen op de grond in het gras. Handen, voeten, benen. Het duwde me. Pas toen kon ik het zien.
Een meisje. Gescheurde joggingbroek, beugel. Ze rook naar iets vreemds: hout en sigarettenrook. Ik herkende haar. Het was dat meisje dat gisteren met steentjes naar die auto gooide. Zo snel ik kon, ging ik rechtop zitten.
Ze wreef met een vertrokken gezicht over haar knie. ‘Au.’
Even was het stil.
‘Ben jij ook nieuw?’ vroeg ik toen. Domme vraag.
‘Iedereen is hier nieuw,’ zei ze.
‘Ja, natuurlijk,’ zei ik snel. ‘Maar hoe nieuw ben jij?’
‘Ik ben hier nu drie dagen.’
‘Ik twee,’ zei ik.
Haar ogen glinsterden. ‘Ik ben je gevolgd. Had je het door?’
”Nee,’ zei ik. ‘Tot je boven op me viel.’
Ze lachte uitgelaten. ‘Ik struikelde, maar ik ben heel goed in sluipen.’ (blz. 23)

Dit is Jente, een meisje dat hier ook net is komen wonen. Ze worden vriendinnen. Ze vinden een geheime tuin, midden in een overwoekerd stuk van de wijk. Marie en Jente vinden het heerlijk om zich daar voor iedereen te verstoppen.

In de kuil woei het niet. We bewaarden er Fruittella en Donald Duck‘jes in een plastic doos. Niemand kon ons zien. Soms hoorden we de jongens. Want behalve heel veel kleuters en baby’s woonden er vooral jongens in de gele buurt. Er was maar één ander meisje van onze leeftijd. Mirjam heette ze, en ze had hazentanden. Ze woonde op nummer negen, maar we speelden nooit met haar. Dan waren er ook nog de broers van Citroensteeg nummer negentien. De jongste heette Tim, de middelste Jim en de oudste Levi, die was al zeventien. Met hen wilden we heel graag spelen, maar dat durfden we niet te vragen, want ze keken ons nooit echt aan als we ze tegenkwamen. Dus we staarden ze alleen maar na als ze voorbij liepen en vroegen ons af wat ze gingen doen. In onze straat woonde Lars, die was schattig. Hij was heel mager, droeg een bril en had flaporen. En dan had je ook nog Thomas, die altijd achter Jim aan liep. Thomas en Jim waren veertien of vijftien jaar. Als ze in de buurt van de kuil kwamen, spitsten we onze oren en luisterden we gespannen. Ze vonden ons niet, want ook al had er zich ondertussen een stevig pad naar de kuil toe gevormd, de ingang was zoe goed als onvindbaar en dat moest zo blijven. We zouden aan niemand vertellen waar hij was, zelfs niet dat hij bestond. Dat beloofden we met een hand op ons hart. We spuugden op de grond. De kuil was ons geheim. (blz. 27)

Ze hebben een leuke en avontuurlijke zomervakantie. Soms wil Jente dingen doen die Marie liever niet zou doen, zoals over een hek klimmen en in een huis in aanbouw rondkijken. Dan begint de school weer. Jente had al gezegd dat ze een hekel aan school had en dat is al snel te merken in de klas. Ze begint meer tijd door te brengen met de jongens in de klas en ze heeft weinig aandacht voor Marie.

Voorzichtig naderde ik de kuil. Ik voelde woede in mijn vuisten. In mijn hoofd zat de hele tijd dat zinnetje, dat ik vroeger op de kleuterschool weleens zei als ik boos was op iemand: ‘Jij mag niet op mijnfeestje komen. Jij niet. Iedereen wel, maar jij niet.’
Toen ik bij de kuil aankwam, waren ze er niet meer. De plastic doos lag omgekeerd in de kuil, leeg. Overal lagen snoeppapiertjes. De Fruittella was op of weg. Die hadden we van mijn zakgeld gekocht, toen we voor papa naar de winkel gingen. De Donald Duck’jes lagen verspreid in het gras. Ze waren kapot. Ik keek ernaar. Hoe kon ze zoiets doen? En opeens sprongen er tranen in mijn ogen. Ze rolden over mijn wangen. Haastig veegde ik ze weg met de rug van mijn hand. Ik wou niet huilen. Het enige wat ik wou, was dat het niet waar was, dat ik het verkeerd begrepen had, dat Jente nog gewoon de vriendin was die ik dacht dat ze was. Maar ze had de kuil verraden. Erger nog: ze had óns verraden. Ik voelde dat er iets veranderd was.
Ik liet alles liggen zoals het lag. Nu de jongens ervan wisten, was de kuil verpest. Ik sloot terug door het gras via dezelfde weg als ik gekomen was. (blz. 85)

Marie is boos en ze voelt zich verraden. Ze wil geen vrienden meer zijn met Jente. Waarom heeft Jente de kuil verraden?


Voorleesfragment

Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.
Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
gekregen van de uitgeverij om er een recensie over te schrijven
Wat vind je van het boek?
★★★★☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
avontuurlijk, fascinerend, spannend, verrassend, zielig
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
Elk hoofdstuk begint met een zachtgele illustratie van een huis. Het verhaal is verdeeld in 3 delen en aan het begin van elk deel is er een paginavullende illustratie in pasteltinten. De illustraties zijn gemaakt door Maartje Kuiper

Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
De hoofdpersoon is Marie
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
nee, ik wil niemand ontmoeten
Waar speelt het verhaal zich af?
het verhaal speelt zich af in een nieuwbouwwijk
Wat vind je leuk aan dit boek?
ik vind het leuk dat Marie nieuwe vrienden maakt en in haar nieuwe omgeving op avontuur gaat
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
ik vind Jente niet aardig
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
nee
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
Dit is een leuk boek voor kinderen vanaf 10 jaar die houden van een verhaal over vriendschap
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen

Meer informatie over dit boek