Dorothée de Rooy – De Orde van de Gouden Leeuw (1e recensie)
Over het verhaal
‘Niet achteromkijken.’ Haar moeder trok Lucy bij haar arm de brug over.
De lichtjes rondom de brug brandden als altijd en weerkaatsten in het donkere water van de gracht. Het was wassende maan, de stad was stil en uitgestorven, op Lucy en haar moeder na die zo snel als ze konden langs de gracht renden. Weg van hun huis, het statige Huis met de Hoofden aan de Keizersgracht in Amsterdam.
Lucy wist niet waarvoor ze op de vlucht waren. Haar moeder had haar net wakker gemaakt. Ze had haar gezegd snel iets aan te trekken en mee te komen. Er was geen tijd voor uitleg. Ze waren in levensgevaar.
Nog geen tien minuten later gingen de twee in razend tempo door de straten. De burg over, een tussenstraat in, langs de volgende gracht. (blz. 7)
Lucy en haar moeder worden achtervolgd. Op een gegeven moment stopt haar moeder om Lucy te vertellen waar ze heen moet. Ze moet naar een grot bij de gracht. Als ze in de grot is moet ze het boek, dat haar moeder haar geeft, opendoen. Lucy snapt er niet veel van. Dan rent haar moeder richting de achtervolgers om hen af te leiden. Lucy wil eigenlijk haar moeder helpen, maar ze rent richting de grot. Als ze daar is doet ze het boek in haar hand open.
Zodra ze het Boek der Werelden had geopend begon er van alles omhoog te komen, als in een pop-upboek. Ze zag een landschap. Een groen grasveld met daarin een oude knoestige boom. Naast de boom liep een kronkelend beekje en midden door het grasveld een zandpad.
Dit boek was anders dan alle boeken die Lucy ooit had gezien. Het plotselinge licht, het veld, het zandpad. Het leek net echt. Het was bijna alsof de grassprieten en de bladeren aan de boom bewogen.
Lucy stak haar gezicht in het boek om beter te kunnen zien. Ze rook de geur van vers gras. Ze knipperde met haar ogen. Dit was niet mogelijk.
Terwijl Lucy het probeerde te begrijpen zag ze de boom groeien. Van zo groot als haar duim naar de lengte van haar onderarm, en hoger en hoger tot hij tegen het plafond van de grot kwam.
Ze kon met haar handen door het gras dat haar nu omringde. Het voelde koel en sappig tussen haar vingers. Een briesje woei langs haar gezicht. Ze keek geschrokken om zich heen. Alles uit het boek werd groter en groter, landschap kwam echt tot leven.
Lucy hoorde vogels in de verte. Ze hoorde het water klotsen in de beek. Het leek wel of haar voeten nat werden. Lucy wierp een blik omlaag en kon haar ogen niet geloven. Het water uit het beekje stroomde het boek uit, zo over de grond!
Het landschap was inmiddels uitgegroeid tot een levensgroot tafereel. Het gras kwam tot haar enkels, er woei stof op van het zandpad. Er zat een vogel op een boomtak. Hij had prachtig gekleurde veren en keek Lucy nieuwsgierig aan.
Lucy begreep er niks van Ze wilde naar buiten, naar haar moeder, maar ze wist dat dat niet kon. Ze had het haar moeder beloofd. Ze moest het pad volgen, dan zou ze komen waar ze moest zijn. (blz. 11)
Lucy stapt het pad op en komt in een andere wereld terecht. Er is geen spoor van Amsterdam en de achtervolgers te zien. Ze heeft geen flauw idee waar ze is. Ze besluit het pad te volgen en komt uiteindelijk bij een herberg. Daar ontmoet ze een aantal jongeren en mag ze op de slaapzaal blijven slapen. De volgende dag gaat Lucy op zoek naar een manier om terug te keren naar haar eigen wereld. Samen met haar nieuwe vrienden Sam, Milstone en Alfred volgt ze de baas van het dorp.
Lucy wenkte Sam en Milstone die nog achter het bosje stonden.
De verborgen deur in de zijwand begon weer in beweging te komen. Lucy wierp een snelle blik over het veld, langs het Klementium en zonder verder nog na te denken zette ze het op een lopen richting de deur.
‘Kom, snel, voordat hij dichtgaat!’ riep ze naar de anderen.
Veel tijd om erover na te denken of het wel een goed idee was om Athanasius en Bombastus via een geheime ingang naar binnen te volgen, was er niet. Lucy stapte naar binnen en zag dat Milstone eraan kwam, met Sam op zijn hielen.
Ze glipten naar binnen, maar Alfred moest opschieten. Het gat werd steeds smaller.
‘Niet denken, rennen!’ fluitsterde Lucy zo hard ze durfde, bang dat Athanasius en Bombastus haar zouden horen.
Ze wist niet of het een goed idee was om de baas van het Gewest en de professor te achtervolgen en in feite in te breken in dit paleisachtige gebouw, maar het kon Lucy niks schelen. Misschien zou ze wel iets ontdekken wat haar kon helpen terug te komen naar haar eigen wereld, en wat had ze nou helemaal te verliezen?’ (blz. 52)
Ze worden betrapt en krijgen een opdracht van de leiders van de stad. Ze moeten één voor één een donkere kamer in. Als de deur weer open wordt gedaan moeten ze vertellen wat ze in de kamer gezien hebben. Lucy is als laatste aan de beurt en vertelt even later dat ze een tafel heeft gezien. Op het moment dat ze de tafel aanraakte werden er letters zichtbaar. Er volgt gefluister en gemompel. Athanasius vertelt dat ze bijzonder is. Het Rijk waar ze nu is loopt gevaar en kan alleen door Lucy gered worden.
‘Er is één mogelijke redding: dat ben jij.’
Lucy viel zowat van haar stoel. ‘Hoe? Wat?’
Lang geleden werd de Orde van de Gouden Leeuw opgericht om de Hart Steen te verdedigen en in het uiterste geval een nieuwe Hart Steen te creëren.’
‘Hoe dan?’ vroeg Lucy.
‘Onze voorgangers, de zes Baelords die samen de Orde van de Gouden Leeuw hebben opgericht, hebben elk een geheime opdracht verstopt in de Tafel van Smaragd. De Tafel die jij – en alleen jij Lucy – zojuist in de Stenen Kamer hebt gezien. Deze zes opdrachten, de Onnavolgbare Opdrachten geheten, kunnen alleen worden gelezen en uitgevoerd door een heel bijzonder iemand: een Meister.’
Lucy keek naar Alfred voor steun.
‘Jullie hebben toch net ook…’
‘Nee, het was gewoon een lege ruimte,’ zei Alfred. ‘Heel erg donker, maar verder niks.’
Op een gegeven moment gingen er fakkels aan en toen heb ik een beetje rondgelopen in die kamer en dat was het,’ zei Milstone.
‘Ja, en toen ging de deur open en mocht ik eruit,’ zei Sam ten slotte.
‘Maar er stond echt een tafel!’ zei Lucy. (blz. 78)
Is Lucy echt een Meister? Kan ze het Rijk echt redden? Wat moet ze doen? Kan ze weer terug naar haar eigen wereld?
Voorleesfragment
Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.
Mening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
gekregen van de uitgeverij om er een recensie over te schrijven
Wat vind je van het boek?
★★★☆☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
geheimzinnig, spannend, verrassend
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
Aan het begin van elk hoofdstuk staat een kleine zwart-wit illustratie die iets laat zien dat belangrijk is in dat hoofdstuk. De illustraties zijn gemaakt door Sophie Pluim.
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
De hoofdpersoon is Lucy
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
ik wil de kasteelheer wel ontmoeten, van het kasteel waar gefeest wordt
Waar speelt het verhaal zich af?
het verhaal speelt zich af in een magische wereld
Wat vind je leuk aan dit boek?
ik vind het leuk dat Lucy in een magische wereld terecht komt die heel anders is dan onze wereld
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
ik vind het jammer dat Lucy zoveel tegenslag heeft: haar moeder kwijtraken, in een andere wereld terecht komen, niet terug kunnen, op reis moeten. Ik vond het een beetje teveel van het goede
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
nee
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
Dit is een leuk boek voor kinderen vanaf 10 jaar die houden van avonturenverhalen in een magische wereld
Wil je het boek nog een keer lezen?
Weet ik niet