boekomslag Harmen van Straaten - Bor ziet spoken

Voetstappen op zolder, spullen die door de kamer zweven en je naam op een beslagen spiegel, geschreven door een onzichtbare hand… En dat allemaal in een oud, verlaten huis. Bor weet het zeker: het spookt in het oude huis waar hij met zijn vader naartoe is verhuisd. Papa gelooft er niets van. Hij denkt dat Bor al die gekke dingen zelf doet, omdat hij niet wilde verhuizen. Bor weet wel beter. Hij gaat op onderzoek.

knop meer info over boek

Over het verhaal

Bor zit rechtovereind in zijn bed. Voetstappen klinken boven hem op de krakende zoldervloer. Hij weet het zeker: er is iets of iemand daarboven. Of verbeeldt hij het zich alleen maar? Is het gewoon het hout van de zoldervloer dat kraakt? Dat komt door het weer, volgens zijn vader.
Door het weer… Papa bedoelt zeker dat het dak zo lek is als een mandje. En de regen zorgt ervoor dat het hout nu waarschijnlijk zo rot is als maar kan zijn. Niemand kan daarboven zonder gevaar voor eigen leven een stap zetten. Papa heeft het Bor in elk geval verboden.
‘We willen niet dat je daar eindigt,’ zei zijn vader erbij, en hij wees naar buiten, naar de met planten overwoekerde begraafplaats vlak bij hun huis. ‘Daar wil je echt niet voor altijd terechtkomen,’ voegde hij er nog aan toe.
Nee, hier wel, dacht Bor toen, op deze afgrond langs de rand van de wereld.
Heel lang geleden dachten de mensen dat de wereld plat was. Dat heeft Bor op school geleerd. Als je maar lang genoeg rechtdoor bleef lopen, viel je vanzelf van de rand af. Nou, die rand van de wereld had best hier kunnen liggen, denkt Bor. Die mensen van vroeger hadden zich hier allang omgedraaid. Hoelang wonen ze hier nu al? Een week, maar het lijkt veel langer. En het ergste is: papa heeft besloten dat hij hier wil blijven. Voorgoed!
Levend begraven is de beste omschrijving, eerlijk gezegd. (blz. 7)

Bor is samen met zijn vader verhuisd naar een oud huis, naast een begraafplaats. Bor hoort ‘s avonds vreemde geluiden in huis. Overdag verveelt hij zich, want er is niemand om mee te spelen.

Bor kijkt nog een keer door het raam naar het verroeste hek van de begraafplaats.
‘Huh,’ zegt hij hardop. Zag hij dat goed? Liep er nou een jongen over de begraafplaats, in gekke ouderwetse kleren? Of beter gezegd, sprong er iemand van de ene grafzerk naar de andere? Zou er dan toch nog iemand hier aan het einde van de wereld wonen? Dat zou leuk zijn. Want het is verder toch echt wel vette pech als je hier midden in de zomer komt wonen. Met een vader die een vaag plan heeft om hier een beeldentuin te beginnen, met beelden die hij nog allemaal moet gaan maken.
Bor zucht. Lekker vette pech. Een moeder en een vader die allebei op zoek zijn. En hij dan? Is er iemand die denkt: wat moet Bor hier nou, wat heeft een jongen die nog helemaal moet gaan opbloeien hier in deze dooie boel te zoeken? Zelfs de dennenbomen op de begraafplaats lijken meer dood dan levend.
De jongen op de begraafplaats ziet hij niet meer.
Misschien kan hij straks een kijkje nemen. Een beetje gezelschap kan hij best gebruiken. (blz. 15)

Bor hoopt dat hij met deze jongen kan spelen. Maar als hij naar de begraafplaats gaat ziet hij niemand. Hij gaat op onderzoek uit. Opeens hoort hij stemmen, van een man en een vrouw. Ze hebben het over hem en zijn vader. Ze willen hen wegpesten uit het huis. Maar Bor hoort niet waarom. Hij besluit weer naar huis te gaan. Onderweg komt hoort hij geroep. Hij ziet twee mannen op het dak zitten.

De voordeur gaat open. Papa komt naar buiten.
‘Wat is hier aan de hand?’ vraagt hij.
‘Hij!’ De mannen wijzen naar Bor.
Papa kijkt hem aan. ‘Heb jij die mannen aan het schrikken gemaakt?’
Hij pakt de lakens en het Frankensteinmasker op.
‘Ja,’ roepen de mannen. ‘Hij was het! We kwamen hier toevallig voorbij en toen stond hij voor ons. En we waren al zo bang voor de begraafplaats.
Ken ik die stemmen niet ergens van? denkt Bor.
‘Hè, Bor,’ zegt papa. ‘Eerst verzin je die verhalen over spoken en daarna ga je jezelf als spook verkleden. Bah, dat had ik nooit van je verwacht. Wat hoop je daarmee te bereiken? Dat we hier weggaan? Kinderachtig hoor!’
Papa pakt een ladder. Een voor een klimmen de mannen naar beneden.
‘Hoe bent u in vredesnaam op het dak terechtgekomen?’
‘Door hem!’ zeggen ze met trillende stem. Ze wijzen naar Bor.
‘We liepen hierlangs!’ zegt de ene man. ‘Omdat het zo’n mooie volle maan is. Gewoon een blokje om en toen…’
‘Toen kwam hij uit een lege fles,’ zegt de andere man. ‘Met dat masker op. En toen…’
‘Toen pakte hij ons op, vloog naar boven en zette ons op het dak,’ zegt de eerste man hijgend.
‘Hij kwam uit een fles?’ vraagt papa. ‘en hij vloog naar boven? Kom, kom. Dat gelooft u toch zelf niet. Hebt u niet wat flesjes bier te veel op? U bent misschien zo geschrokken van zijn grapje dat u het zich niet meer goed kunt herinneren. Maar het zal niet meer voorkomen. Het spookuur van Bor is voorbij. Dat kunt u van mij aannemen.’
De twee mannen lopen met een boog om Bor heen. (blz. 31)

Bor heeft niets gedaan, en ook niets gezien. Zijn vader gelooft hem niet. Die denkt dat Bor stomme grapjes uithaalt. Bor is boos en ‘s avonds in bed blijft hij er maar over nadenken.

Maar die jongen dan, waar die mannen het over hadden? Die ze op het dak gezet heeft? Is dat dan wel een spook? Ze klonken echt bang. Of speelden ze dat allemaal en zouden ze die jongen ook verzonnen hebben, om papa en hem bang te maken? Zodat ze het huis uit gaan? Dat wilden die man en die vrouw die hij bij het kasteel hoorde praten ook al.
Maar wie schrijft er dan teksten op een beslagen spiegel? Wie laat doodshoofdwolken uit de schoorsteen komen? En dan die doorschijnende spoken die rond het huis vlogen? Heeft hij zich dat ingebeeld? Ziet hij dingen die er niet zijn, zoals die jongen in die rare kleren die hij op de begraafplaats zag? Allemaal nepspoken? Die hem en zijn vader het huis uit willen jagen, en waarom eigenlijk? Of zouden er toch echte spoken zijn?
Bor draait zich met een zucht om. Hij wordt moe van al die vragen in zijn hoofd. Maar er is echt iets geks aan de hand en van zijn vader krijgt hij geen steun. Die denkt dat hij zich als spook verkleedt, en dat denken die mannen ook. Sterker nog, die hebben hem zien vliegen.
Hij zou het best willen, maar hij heeft echt nog nooit gevlogen. Ja, van de hoge duikplank het zwembad in. Bor voelt de rillingen over zijn rug lopen als hij denkt aan de zwemlessen, toen hij van de hoge duikplank moest springen.
Hij kon er niet van slapen, weet hij nog. Zo bang was hij. Hoogtevrees. Hij ziet zichzelf daar nog staan op het einde van de duikplank, starend naar het water onder hem.
‘Brrrr,’ zegt hij hardop. (blz. 35)

Wat is er aan de hand met het huis van Bor en zijn vader? Zijn er echte spoken? Of bestaan ze alleen in het hoofd van Bor?


Luister naar het begin van dit boek…

Of klik hier en ga naar het Youtube-kanaal van Ikvindlezenleuk

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
Geleend bij de bibliotheek
Wat vind je van het boek?
★★★★☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
geheimzinnig, spannend, verrassend
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
De zwart-wit illustraties zijn gemaakt door Harmen van Straaten en ze laten zien wat er in het verhaal gebeurt. Ze zijn donker en maken het verhaal extra spannend.

illustratie uit Harmen van Straaten - Bor ziet spoken

Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
Bor is de hoofdpersoon
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
Ik wil Bor en zijn spokenvriendje ontmoeten
Waar speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich af in het huis waar Bor met zijn vader naartoe is verhuisd
Wat vind je leuk aan dit boek?
Het is een spannend en grappig verhaal over spoken
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
xx
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
nee
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
Dit is een leuk voor kinderen vanaf 8 jaar die houden van spannende en grappige verhalen
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen

Geef een antwoord