De tienjarige Doris is goed in het vertellen van moppen, afluisteren en messen werpen. Ze is ook nog eens de koningin van een ver land – alleen weet ze dat nog niet. Ze is toevallig ook nog de koningin wiens lot het is om samen met de Wabbers ten strijde te trekken tegen het Kwade Leger – alleen weet ze dat ook nog niet. Doris leeft in een enorm gouden paleis samen met haar tante Esmeralda de Verschrikkelijke en haar oom Ivan de Angstaanjagende. Iedere verjaardag krijgt ze één kamer extra. Maar buiten de tien kamers van het paleis, is ze nog nooit geweest. Haar oom en tante hebben haar verteld dat wanneer ze buiten de bossen achter de kasteelmuren komt, ze van de rand van de wereld valt. En de Donkere, Donkere Bossen en alles wat daarachter ligt, moeten koste van het kost vermeden worden. Want wat als de gevreesde Wabbers haar te pakken krijgen? Maar de sluier waar Doris onder geleefd heeft begint weg te glippen en ze beseft dat ze naar antwoorden moet zoeken. En ze staat op het punt die te pakken te krijgen…

kno meer info over boek

Over het verhaal

In een paleis hier ver vandaan, in het koninkrijk Morden, woonde een klein meisje samen met een groot geheim. Het geheim en het meisje, dat Doris heette, woonden weliswaar allebei in het paleis, maar hadden elkaar nog nooit ontmoet. Het was namelijk wel een groot geheim, maar het paleis was nog groter, waardoor het geheim zich in allerlei donkere hoekjes kon verstoppen. (blz. 1)

Doris woont in het paleis met haar oom en tante. Wat Doris niet weet is dat zij eigenlijk koningin is. Dat is het grote geheim. Het leven van Doris is een beetje vreemd. Van haar oom en tante mag ze niet naar buiten. Ook mag ze niet overal in het paleis komen. Elk jaar krijgt ze voor haar verjaardag een nieuwe kamer. Doris is 10 jaar en heeft dus 10 kamers. Haar favoriete kamer is de verhalenkamer. Doris gaat dus ook niet naar school. Wilfred, een tovenaar, geeft haar les

Doris sloeg haar armen boos over elkaar en schudde haar hoofd. Ze wist zeker dat Wilfred haar best meer kon vertellen, maar net als de rest wilde hij dat gewoon niet.
Doris had gelijk. Wilfred kende het geheim, maar in tegenstelling tot de meeste andere mensen die het geheim bewaarden, wist Wilfred ook waarom het geheim bewaard moest worden. En ook al stond er in elk van de vier hoeken van het klaslokaal een van de vier beste, dapperste ridders van het koninkrijk, ook al zaten de deuren op slot en waren ze gemaakt van dik eikenhout en verstevigd met ijzer, en ook al bewaakte Ivan de Angstaanjagende en zijn vijfduizend soldaten de rest van het paleis, toch vroeg Wilfred zich af of dat alles wel genoeg was om de jonge koningin te beschermen.
Het zou genoeg moeten zijn als het ging om een vijand met een leger van normale omvang, met soldaten van normale grootte. Maar ze hadden hier te maken met een veel grotere en veel sterke vijand. Een vijand met een leger dat erop gebrand was koningin Doris de Dappere te doden: het Kwade Leger van Voorbij het Woud. (blz. 41)

Omdat niemand haar wil vertellen over haar familie besluit Doris stiekem op onderzoek te gaan in het paleis. Dat doet ze ‘s avonds als iedereen slaapt. Ze sluipt door het paleis en komt langs een kamer waar haar oom en Wilfred zitten te praten. Ze praten op fluistertoon en dat maakt Doris erg nieuwsgierig. Ze hebben het over een leger dat er aan komt om de koningin gevangen te nemen en te doden. Maar er woont toch helemaal geen koningin in het paleis?

Toen de strijd losbarstte, lag Doris nog in bed chocola te maken van het gesprek tussen oom Ivan en Wilfred de Wijze en van wat ze achter de waterval had gezien. Ze probeerde te bedenken of ze nog wel wilde ontsnappen, toen er buiten het paleis plotseling allemaal rare geluiden klonken, en daarna nog raardere geluiden vanuit het paleis zelf. Doris hoorde geknal en gebons en geroep en geschreeuw. Het ging van pats, klets, boem, knal. En daarna van au, oe en jeetjemineetje. Ze hoorde gekerm en geklots en gescheur en geschaaf. Ze horode geknetter, geknerp en geknak-knak-knak.
het waren geen prettige geluiden. Doris kroop stilletjes uit bed. Iets zei haar dat ze moest blijven waar ze was. Ze kon zich maar beter niet in de heisa mengen, want dan zou ze zelf ook in het gekluts van de strijd belanden, als een eitje dat met geweld door cakebeslag wordt geklopt. Daarom klom ze in de lakens die nog naar beneden hingen., de balk op, waarna ze de lakens achter zich omhoogtrokk. Ze hurkte op de hoge balk in de nok van het dak. Vanaf haar verstopplek lette ze goed op of ze iets zag of hoorde en wachtte af wat er zou gebeuren. (blz. 91)

Wordt het paleis aangevallen? Zit Doris goed verstopt?

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
gekregen als recensieboek van de uitgeverij
Wat vind je van het boek?
★★★★☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Andere mensen zeiden dat het een leuk boek is
Welke steekwoorden passen bij het boek?
geheimzinnig, grappig, verrassend, zielig
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
De gekleurde zwart-wit illustraties zijn gemaakt door Cherie Zamazing

boekomslag Simon Mockler - Doris de Dappere en de vloek van de Wabbers

Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
De hoofdpersoon is Doris
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
Ja, ik wil Doris ontmoeten en de kamers zien die ze heeft
Waar speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich in het kasteel af en later in het bos
Wat vind je leuk aan dit boek?
Het is een spannend en verrassend verhaal
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
xx
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
Dit is het eerste deel van een serie
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
Voor kinderen vanaf een jaar of 8 die houden van spannende verhalen
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen, Ik wil het volgende boek uit deze serie lezen