Pieter Koolwijk – Gozert (1e recensie)
Over het verhaal
Het was een prachtige middag. Een dag waarop het leek alsof de zomer zich had vergist en op een lentedag tevoorschijn was gekomen. Een dag waarop ik niet thuis wilde zitten. Zeker niet als mijn ouders een boos telefoontje konden verwachten van een heksenjuf. Nee, dan ging ik liever eerst nog iets leuks doen.
Dus gingen we op trollenjacht!
Samen met Gozert wandelde ik langs de slootkant, op zoek naar het dunne balkje. Dat was de enige manier om ongezien op de autosloperij te komen. De beste plek om trollen te vinden.
‘Ik dacht dat het hier ergens was,’ zei ik. ‘Misschien hebben ze het weggehaald.’
‘Nee, nog een klein stukje doorlopen, T.T.’ Gozert droeg precies de juiste kleren: het safarihoedje met kurken bungelend aan de rand, zijn groene overhemd en de korte broek in dezelfde groene kleur. Allemaal ademden ze de jacht uit. Zelfs zijn hoog opgetrokken witte sokken en stevige bergschoenen.
Gozert pakte de verrekijker die om zijn nek hing en hield hem voor zijn ogen. ‘Daar,’ zei hij. ‘We zijn er bijna.’ En meteen sprintte hij bij me vandaan.
En ik…
Ik volgde in zijn spoor, zoals ik altijd deed. (blz. 7)
Ties en Gozert zijn al hun hele leven vrienden, beste vrienden. Ze gaan samen vaak op avontuur. Nu gaan ze naar de autosloperij om een trol te vangen. Dat proberen ze vaker, maar het is tot nu toe niet gelukt. Ook vandaag lukt het niet en Ties komt, terwijl ze rennend het terrein willen verlaten, in de sloot terecht. Hij is drijfnat. Ties en Gozert lopen druk pratend terug naar huis. De ouders van Ties zijn niet blij dat hij druipend thuis komt.
‘Ties’ zei mijn moeder. ‘Is Gozert soms weer terug?’
‘Nee,’ zei ik zonder na te denken. Het was een automatisme, een reflex. Het ging net zo vanzelf als mijn hand terugtrekken wanneer ik die bijna brandde. En hier ging ik mijn vingers niet nog een keer aan branden.
Mijn moeder keek de tuin rond, bijna alsof ze verwachtte Gozert ergens te zien staan, maar dat sloeg nergens op. Niemand kon hem zien. Niemand kon hem horen. Hij bestond niet voor de rest van de wereld.
Alleen voor mij.
En dus dacht iedereen dat ik gek was. Dat ik een beste vriend had verzonnen. Een denkbeeldige vriend.
Dikke vette onzin natuurlijk.
Gozert bestond echt. Al zolang ik me kon herinneren.
Toen ik klein was, vertelde ik iedereen over hem. Over iedere grap, iedere opmerking en iedere vreemde situatie. Eerst omdat ik niet doorhad dat alleen ik hem kon zien. Later omdat ik het zielig vond dat de anderen geen Gozert in hun leven hadden. En iedereen reageerde altijd leuk. Het was grappig. Lief. Schattig.
Tot ik naar school moest.
Toen veranderde alles. (blz. 21)
In het weekend moet Ties met zijn ouders mee naar een museum. Daar heeft hij helemaal geen zin in. Gozert heeft ook geen zin en hij blijft lekker thuis. Het museum is nog saaier dan Ties dacht. Hij ziet helemaal niets leuks en hij verveelt zich. Hij kijkt om zich heen en ziet dan opeens Gozert. Die komt via een touw van het plafond naar beneden. Hij heeft zich verkleed als dief.
‘Wat ga je stelen?’ vroeg ik zo zachtjes mogelijk.
‘Ssst!’ Gozert wees naar een groepje muizenbewakers.’Overal loopt bewaking. Niet te hard praten.’ Hij liet zich verder omlaagglijden en landde op de grond. Onhoorbaar.
Ik knikte en liep zo onopvallend mogelijk zijn kant op. ‘Ik denk dat je het saaiste stuk moet meenemen. Om al die mensen hier te redden van de saaiheid.’
‘Goed idee,’ zei Gozert. ‘Heb je iets in gedachten?’
Ik wees naar de Romeinse pot.’Die. Mensen vallen daar spontaan van in slaap als ze er te lang naar kijken.’
‘En dat kunnen we niet hebben,’ zei Gozert. ‘Kun jij die bewakers afleiden die erbij staan? Dan doe ik de rest.’
‘Oké, wacht even.’ Ik liep terug naar mijn ouders en tikte mijn moeder aan. ‘Ik wil nog even bij de pot kijken.’
Ze glimlachte, alsof ik haar heel gelukkig maakte. ‘Dat is goed, Ties. Wil je dat we meelopen?’
‘Nee, hoor,’ zei ik. ‘Kijken jullie maar verder. Ik red me wel.’
‘We blijven wel een beetje in de buurt.’
Mijn vader zei niets. Hij staarde me aan met een blik alsof ik hem net een heel moeilijk raadsel had verteld. Zelfs toen ik wegliep en over mijn schouder gluurde, zag ik dat hij me nog na stond te kijken. Pas toen mijn moeder hem aan zijn mouw trok, verdween die blik en ging hij verder met het museumbezoek.
En ik met de grote museumroof. (blz. 37)
De grote museumroof wordt een drama. Ties en Gozert worden door de bewakers ontdekt. Gozert kan vluchten, maar Ties niet. Zijn ouders zijn ontzettend boos. Ze besluiten dat het tijd is om naar dokter Kees te gaan. Daar is Ties wel vaker geweest.
‘Waarom kijk je naar mijn werktafel?’ vroeg dokter Kees.
‘Omdat hij nu daar zit,’ zei ik. ‘In zijn blote kont. En hij val alles met zijn billen aanraakt.’
Gozert schaterde het uit. ‘Dank je wel, Ties.’
‘Laat me raden,’ zei de dokter vriendelijk. Veel te vriendelijk voor iemand van wie zijn bureau werd ondergekont. ‘Je bent het niet eens met mijn verklaring van Gozert.’
Ik knikte.
‘Je vindt het zelfs vervelend dat ik dat zeg.’
Ik haalde mijn schouders op, al klopte het precies.
‘En omdat je het zo vervelend vindt, fantaseert je hoofd weer iets om mij terug te pakken. Misschien zelfs te straffen.’ Dokter Kees glimlachte. ‘Dus zie je een Gozert die iets met mijn spullen doet.’
‘Die kerel spoort niet hoor, Ties.’ Gozert hees zijn broek omhoog. ‘Die heeft waarschijnlijk achteraan gestaan bij het uitdelen van hersenen. Toen hij eindelijk aan de beurt was, waren ze op. Daarom hebben ze er maar een bak spaghetti in gestopt.’
‘Ik zie aan je gezicht dat je het er niet mee eens bent.’ De dokter glimlachte. ‘Dat geeft niet. Dat zijn jouw hersenen, die zichzelf proberen te beschermen. Maar daar heb ik de perfecte oplossing voor.’ Hij stond op en liep naar de duer. ‘Ik haal even je ouders op.’
‘Medicijnen,’ zei Gozert. Hij ging naast me op de grond zitten en keek me verslagen aan. ‘Wedden?’
Ik knikte. ‘Dat was vroeger ook altijd de oplossing en er is hier niets veranderd.’ (blz. 50)
Ties krijgt inderdaad medicijnen, maar die zorgen er niet voor dat Gozert verdwijnt. Ties is verdrietig dat niemand hem gelooft. Hij heeft huisarrest en voelt zich een echte gevangene. Gozert helpt hem ontsnappen. Maar ze worden gepakt… en de ouders van Ties weten geen andere oplossing dan dat Ties uit logeren gaat. Hij is dolblij! Eindelijk gebeurt er iets leuks. Als ze bij het gebouw aankomen blijkt het een kasteel te zijn. Ties en Gozert krijgen een kamer met een tent en een picknicktafel. Ties vindt het vreemd dat zijn ouders huilend afscheid nemen. Dit is toch een geweldige logeerplek…
Zullen Ties en Gozert nieuwe vrienden maken? Wordt het een leuke vakantie? Waarom kan niemand Gozert zien?
Voorleesfragment
Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.
Mening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
gekregen van de uitgeverij om er een recensie over te schrijven
Wat vind je van het boek?
★★★★★
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, geheimzinnig, realistisch, verrassend, zielig
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
De gekleurde illustraties zijn van Linde Faas. Ze laten de belevenissen van Ties en Gozert zien
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
De hoofdpersoon is Ties
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
ik wil Ties en Gozert ontmoeten
Waar speelt het verhaal zich af?
het verhaal speelt zich af bij Ties thuis en in het ziekenhuis waar hij terecht komt
Wat vind je leuk aan dit boek?
ik vind het leuk dat Ties spannende avonturen beleeft met Gozert
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
ik vind het niet leuk dat Ties door de avonturen met Gozert in de problemen komt, en ik vind het helemaal niet leuk dat hij naar een ziekenhuis moet
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
nee
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
voor iedereen vanaf 10 jaar die houdt van een grappig, zielig en verrassend verhaal
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ja, ik wil het boek nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen