De ouders van Wies zijn vaak voor hun werk in het buitenland. Daarom gaat ze elke dag naar haar oma, die in een verzorgingstehuis woont. En naar haar twee beste vrienden, de tweeling Zane en Jazz. In het tehuis van oma Wisse komt een nieuwe directeur: Dick Tator. Hij is net ontslagen bij het leger. Hij voert meteen een heleboel strenge regels in. Eigenlijk heeft hij een hekel aan ouderen. Ze zijn traag en luisteren slecht naar bevelen. Wanneer de bewoners zelfs geld moeten verdienen voor Dick Tator, besluiten Wies en de tweeling dat het zo niet langer kan…

knop meer info over boek

Over het verhaal

‘Hoeveel oppassers heb je al gehad?’ vroeg juffrouw Liesel. Juffrouw Liesel had een uur geleden aangebeld.
Zij was de nieuwe oppas van Wies.
Ze was door het oppasbureau naar Wies toe gestuurd. De vorige oppas was namelijk weggelopen.
Juffrouw Liesel keek in een grote map die voor haar op tafel lag.
In die map hadden de ouders van Wies allerlei dingen opgeschreven.
Dat ging allemaal over hoe de oppassers voor Wies moesten zorgen.
De afgelopen jaren vergaten ze steeds om nieuwe dingen in de map te schrijven.
Er stond nog altijd in dat Wies elke ochtend een fruithapje moest eten.
Er stond ook in dat ze van Nijntje hield.
Wies dacht even na.
‘Dertig,’ zei ze. ‘Jij bent de éénendertigste.’
‘Ú bent de eenendertigste,’ zei juffrouw Liesel.
‘En nu even serieus. De hoeveelste oppas ben ik?’
‘Het is echt waar,’ zei Wies.
‘De afgelopen twee jaar heb ik dertig oppassen gehad. De vorige is gisteren weggelopen.
Jij… eh… ú bent nummer eenendertig.’
Juffrouw Liesel sloeg de map met een klap dicht.
‘Dus het klopt wat er in de map staat?’ vroeg ze.
‘Dat je nog steeds niet zindelijk bent? Is dat waarom ze weglopen?’
‘Wat?’ vroeg Wies verbaasd.
‘Wat zégt u,’ verbeterde juffrouw Liesel haar.
‘In deze map staat dat je zes keer per dag een schone luier nodig hebt.’
Wies rolde bijna van haar stoel van het lachen.
‘Nee, joh.
Mijn ouders hebben al jaren geen tijd gehad om in die map te schrijven.
Dat is oude informatie.’ (blz. 5)

De ouders van Wies zijn voor hun werk veel op reis. Ze zijn ‘helpers’. Wat ze precies doen weet Wies niet, want dat is geheim. Als haar ouders op reis zijn komt er van het oppasbureau een oppas voor Wies. Vandaag is juffrouw Liesel er voor het eerst. Ze komt niet aardig over. Wies gaat er snel vandoor, om bij haar oma op bezoek te gaan. Ze haalt eerst haar vrienden Jazz en Zane op. In het bejaardentehuis van haar oma zijn ze bingo aan het spelen.

‘We maken dit potje nog even af.
En dan beginnen we opnieuw,’ zei meneer Bolderkar.
‘Dan kunnen de kinderen ook meedoen. Dus let op!
Ik trek een nieuw nummertje. Stilte in de zaal!’
‘Inderdaad!’ klonk ineens een harde stem.
‘Stilte in de zaal!’
Mevrouw Vogeldans vergat dat ze last van haar nek had.
Zij draaide zich om naar de deur. Net als alle anderen.
Dick Tator marcheerde de zaal binnen. Zijn stappen klonken hard door de zaal.
‘Aangenaam. Ik ben uw nieuwe directeur! Mijn naam is Dick Tator.’
‘Kijk, dat hemd!’ fluisterde mevrouw Mosterd. Wies zag wat ze bedoelde.
Het overhemd van Dick Tator was heel glad gestreken.
Je kon je hand bijna opensnijden aan de plooien op zijn rug.
‘Mensen! Op de plaats rust!’ riep Dick Tator.
‘Met andere woorden… ga zitten en luister,’ zei meneer Abdoel.
Oma Wisse wenkte naar Wies en naar de tweeling.
Die gingen snel naast haar zitten. Dick Tator stond nu voor in de zaal.
‘Vanaf nu ben ik dus uw directeur. Ik vervang vanaf vandaag mevrouw… eh… nou ja… uw vorige directrice.
Zij was niet geschikt voor deze baan.’ (blz. 19)

De nieuwe directeur vertelt dat er nieuwe regels zijn. Eén daarvan is dat bezoek alleen welkom is tijdens het bezoekuur. Wies, Jazz en Zain moeten weg. Dick Tator geeft geen antwoord op hun vraag wanneer het bezoekuur is. Daarom bellen ze naar Stichting Troost en Steun, de eigenaar van het bejaardentehuis. Daar krijgen ze ook geen antwoord op hun vraag. Een paar dagen vertelt Dick Tator de bewoners van Grijsoord dat ze twee keer in de week bezoek mogen ontvangen, van 11.00 tot 11.20 uur. Wies besluit te spijbelen om samen met Jazz en Zain bij oma op bezoek te kunnen.

‘‘Er moet toch ergens een noodnummer zijn waarop ik je ouders kan bereiken?’ vroeg juffrouw Liesel.
Ze ijsbeerde door de keuken terwijl ze af en toe woedend naar Wies keek.
Wies was net thuisgekomen.
Op school had de juf weinig gezegd over het spijbelen.
Ze had alleen gewaarschuwd dat ze het niet nog eens moesten doen.
Niks aan de hand dus.
Juffrouw Liesel dacht daar duidelijk heel anders over.
‘Mijn ouders worden liever niet gestoord als ze aan het werk zijn,’ zei Wies.
Ze wist dat oma Wisse hen kon bereiken.
Maar dat ging ze echt niet aan juffrouw Liesel vertellen.
‘Liever niet gestoord…’ herhaalde juffrouw Liesel.
‘Dat is belachelijk. Jij bent hun kind.
Ze zijn verantwoordelijk voor je. En dit is een ernstige situatie.’
‘Ernstiger dan een ruzie tussen twee landen? Misschien wel een oorlog?
Ernstiger dan een raket die bijna ontploft boven Amsterdam?
Ernstiger dan een nieuw medicijn tegen een heel erge ziekte?’
‘Wat bazel je toch allemaal, kind?’ vroeg juffrouw Liesel.
‘Dat zijn de dingen waar mijn ouders zich mee bezighouden. Vindt u dat echt belangrijker dan dit?’
Wies vond het ook vervelend dat ze haar ouders zo weinig zag.
Het was ook vervelend dat ze bijna nooit belden.
Maar als ze vakantie hadden, dan waren ze de leukste ouders die je je maar kunt voorstellen.
En af en toe stuurden ze cadeautjes naar Wies. (blz. 63)

Juffrouw Liesel blijft niet lang. En dan is Wies helemaal alleen. Ze voelt zich eenzaam. Ze hoopt dat ze bij Jazz en Zain mag logeren, maar dat mag niet omdat ze gespijbeld hebben. Dan gaat ze stiekem naar haar oma. Die is dolblij om haar te zien, maar is bang dat Dick Tator hen zal betrappen. Mag Wies toch blijven slapen? Waarom zijn de regels van Dick Tator zo streng? Komen de ouders van Wies snel weer thuis?


Luister naar het begin van dit boek…

Of klik hier en ga naar het Youtube-kanaal van Ikvindlezenleuk

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
gekregen als recensieboek van uitgeverij Luitingh-Sijthoff
Wat vind je van het boek?
★★★★☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk, Ik heb al andere boeken van deze schrijver gelezen
Welke steekwoorden passen bij het boek?
geheimzinnig, grappig, spannend, verrassend, zielig
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
Ja, de gekleurde illustraties zijn gemaakt door Iris Boter. Ze laten de verschillende mensen uit het verhaal zien. Op de tekening hieronder zie je Wies die haar huiswerk moet maken van juffrouw Liesel.

illustratie uit Marte Jongbloed - De bullebakbaas

Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
De hoofdpersoon is Wies
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
ik zou Wies willen ontmoeten en haar vrienden Zane en Jazz
Waar speelt het verhaal zich af?
het verhaal speelt zich vooral af in het bejaardentehuis waar de oma van Wies woont
Wat vind je leuk aan dit boek?
Ik vind het een grappig, zielig en soms spannend verhaal
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
ik vind het niet leuk dat de ouders van Wies zoveel op reis zijn, en ik vind de directeur van het bejaardentehuis niet leuk
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
ik vond het leuk dat Herre (uit andere boeken van Marte Jongbloed) in het verhaal opduikt
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
voor kinderen vanaf 8 jaar die houden van grappige en soms spannende verhalen
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen, Ik wil het volgende boek uit deze serie lezen