Sanne Rooseboom – Jippie! En de Onderwaterpiraten (1e recensie)

Over het verhaal

Prinses Super zette humeurig een blokfluit aan haar lippen en blies hard.
Fiiiieeet.
Ze trok haar wenkbrauwen op. ‘Wat een rotgeluid.’
‘Dat is omdat je hem nog niet kent. Een blokfluit is een heerlijk instrument!’ Juf Eugenia plukte de fluit vrolijk uit Supers handen en begon zelf enthousiast een liedje te spelen. Ze bewoog haar hoofd heen en weer.
‘Hmpff,’ zei Super. Ze kon niet wachten op de vakantieweek die bijna begon.
De juf huppelde blokfluitend door het klaslokaal.
‘Ze glimlacht zelfs terwijl ze blaast,’ bromde Super tegen Max, die aan het tafeltje naast haar zat.
‘Omdat ze het leuk vindt,’ antwoordde Max.
‘Ze vindt alles leuk,’ zei Super. ‘Ze zou ook heel gelukkig op een tak blazen. Ik vind het stom.’
Max stompte zachtjes tegen haar schouder. ‘Dat komt omdat het vijf over acht is, dan vind je alles stom. Om negen uur is je ochtendhumeur weg en vind je dingen meestal weer leuk.’
Super schudde haar hoofd. ‘Blokfluiten niet.’ (blz. 5)

Super is vaker humeurig. Haar ouders, en eigenlijk iedereen die in het land Jippie woont, vindt dat vreemd. Alles is toch leuk? Max snapt het wel. Hij is opgegroeid in buurland Grom, waar iedereen altijd humeurig is. Gelukkig is Super niet altijd humeurig. Na de les gaan ze eerst naar het kasteel om stroopwafels te eten en te vertellen over de leuke muziekles die ze hebben gehad. Daarna gaan ze naar het bos. Max heeft een gitaar van juf Eugenia geleend en oefent hiermee. Als het begint te regenen gaan ze naar het huis van zijn moeder.

Super en Max holden een stukje door het bos, door een weiland met natgeregende koeien, en kwamen uit bij de boerderij van Mannie. Die zat aan tafel, ze dronk water en at oud brood. Mannie hield van lekker eten omdat het toch weer op ging. ‘Jullie zijn nat,’ zei ze als groet.
‘Het regent,’ antwoordde Super.
Max stond op, pakte een handdoek uit een keukenkastje en gooide hem naar Super.
‘Droog je maar goed af,’ zei Mannie, ‘anders krijg je een longontsteking en ga je dood.’
Super droogde zich goed af en ging daarna bij Mannie aan tafel zitten.
‘Hoe is je dag?’
‘Ellendig,’ zei Mannie. ‘Ik heb mijn teen gestoten en door elk raam zie ik herfstblaadjes. Iedereen weet dat herfstblaadjes onbetrouwbaar zijn. Ze hebben elke dag een andere kleur en net als je daaraan gewend bent, vallen ze van de boom.’
‘Heel vervelend,’ zei Super. Ze kende Mannie, het had geen zin om haar tegen te spreken.
‘Wat is dat?’ vroeg de vrouw plots fel. Ze keek met haar grote, donkere ogen naar de gitaartas die Max om zijn schouder had hangen.
‘Ik heb een gitaar geleend van juf Eugenia,’ zei Max. ‘We hadden muziekles op school en deze vakantie wil ik oefenen.’
‘Ik wil geen gitaren in dit huis!’ Mannie bonkte met haar vuist op tafel. ‘Geen gitaren!’ (blz. 16)

Mannie is opgegroeid in Grom en moppert de hele dag. Volgens haar is er nooit iets leuks. Maar ze reageert wel heel erg boos op de gitaar van Max. Mannie vertelt dat de vader van Max gitaar speelde. Hij kwam uit Jippie, maar was op reis in Grom. Hij werd verliefd op Mannie. Hij moest een paar dagen naar Jippie, en kwam nooit meer terug. Mannie stuurde brieven, maar daar kreeg ze nooit antwoord op. Daarom heeft ze Max nooit over zijn vader verteld.

Super pakte een stoel en ging tegenover haar moeder aan tafel zitten. ‘Max en ik willen morgen graag naar Joepie. En als het nodig is blijven we een nachtje slapen.’
‘Er is een gezellige herberg,’ zei de koning. ‘Gaan jullie wandelen?’
‘Ik denk het niet,’ antwoordde Max. ‘We gaan mijn vader zoeken. Die komt uit Joepie, dat is het enige wat mijn moeder van hem weet. En dat hij Felix heet.’
‘Felix uit Joepie,’ zei de koningin en ze klapte in haar handen. ‘Wat fijn voor je!’
‘Kennen jullie hem?’ vroeg Max hoopvol. ‘Hij is een van jullie onderdanen.’
De koningin schudde haar hoofd. ‘Er wonen erg veel mensen in Jippie. Ik ontmoet ze graag, maar ik onthoud ze meestal niet.’
‘Hij klinkt als een geweldige vader,’ zei de koning. ‘En Joepie is een mooi dorp om vandaan te komen.’
‘We weten niet zeker of hij er nog woont,’ zei Super. ‘Mannes brieven kwamen allemaal ongelezen terug.’
‘Maar we moeten ergens beginnen,’ zei Max.
Super keek haar moeder aan. ‘We gaan met de paarden. Het is niet heel ver en in ons eigen land, dus we kunnen wel gewoon met z’n tweeën, toch Max?’
Max knikte snel. ‘We willen graag morgenochtend vroeg weg.’ (blz. 31)

Super en Max mogen naar Joepie, maar niet alleen. Lakei Rolf gaat mee. In Joepie gaan ze eerst naar de burgemeester. Zij weet wie Felix is, want ze zijn samen opgegroeid. Zijn vader en moeder, de opa en oma van Max dus, wonen in Joepie. Daar neemt de burgemeester hen mee naar toe. Super en Max hopen dat Felix daar ook is, maar hij is al jaren niet meer in het dorp geweest.

Opa Joop kwam de tuin weer in lopen. ‘We hebben dit kaartje gehad en dat was het.’ Hij gaf een ansichtkaart aan Max met een tekening van regenbogen en bloemetjes. Groeten uit Jippie stond er in roze letters op gedrukt. De achterkant was volgeschreven. Super en lakei Rolf leunden naar Max toe zodat ze mee konden lezen.
Lieve mama en papa,
Alles gaat goed! Ik heb heerlijk opgetreden in Vrolijkheid aan Zee. Ik ga later deze week naar mijn grote liefde in Grom, maar ik ga eerst iets heel geweldigs doen! Ik zag een groot bord aan de kant van de weg over het land van de Onderwaterpiraten, dat zag er zo spannend uit. En toen kwam ik na mijn optreden twee echte Onderwaterpiraten tegen, met baarden en ooglapjes! Ze vinden ‘Ode aan Jippie’ mooi en willen graag dat ik een volkslied voor hen schrijf. Daarom mag ik mee voor een gratis vakantie op hun eiland. Dus ik neem zo de boot. Jeee!
Groetjes, van Felix

(blz. 43)

Super en Max willen naar het land van de Onderwaterpiraten. Misschien is Felix daar nog steeds? Maar waarom heeft hij dan geen kaartje gestuurd? Zullen ze Felix vinden?


Voorleesfragment

Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.
Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
ik heb een gesigneerd boek gekregen van Sanne Rooseboom
Wat vind je van het boek?
★★★★☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk, Ik heb al andere boeken van deze schrijver gelezen, Ik heb al andere boeken uit dezelfde serie gelezen
Welke steekwoorden passen bij het boek?
avontuurlijk, geheimzinnig, grappig, verrassend
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
De zwart-wit illustraties zijn gemaakt door Annet Schaap. Ze laten de mensen uit het verhaal zien

illustratie uit Sanne Rooseboom - Jippie! en de onderwaterpiraten

Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemakkelijk
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
De hoofpdersoo nis prinses Super
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
ik wil prinses Super ontmoeten en rondkijken op het pirateneiland
Waar speelt het verhaal zich af?
het verhaal speelt zich vooral af op een pirateneiland
Wat vind je leuk aan dit boek?
ik vind het leuk dat iedereen op het pirateneiland praat als ene piraat
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
xx
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
dit is het derde boek over prinses Super
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
voor iedereen vanaf 8 jaar die houdt van grappige en verrassende verhalen
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ja, ik wil het boek nog een keer lezen, Ik wil andere boeken van deze schrijver lezen, Ik wil het volgende boek uit deze serie lezen

Meer informatie over dit boek