Corien Oranje, Olivier van de Voort – Kampioen 2.0 (1e recensie)

Over het verhaal

Alle geluiden verdwijnen als hij op het startblok stapt. De tribune met toeschouwers is in het niets opgelost. De tegenstanders links en rechts van hem zijn niet meer dan vage schimmen.
Olivier kijkt uit over het water, dat blauw en rimpelloos voor hem ligt. Hij laat zijn armen loshangen en ademt diep in, een paar keer achter elkaar. Zo veel mogelijk zuurstof verzamelen.
De vertrouwde geur van chloor dringt zijn neusgaten binnen. Hij rilt. Het zijn geen zenuwen. Hij is nooit zenuwachtig. Hij is alleen maar opgewonden. Hij kan niet wachten tot hij mag beginnen. Als een vurig paard, vlak voor de race. Hij kijkt naar de baan. Baan vier heeft hij.
Zijn baan. Zijn slag. Zijn wedstrijd.
‘Op uw plaatsen’, klinkt de stem van de starter.
Olivier buigt naar voren en grijpt het startblok. Zijn spieren spannen zich. Knieën licht gebogen. Tenen over de rand. Hoofd naar voren. Doodse stilte.
Het fluitsignaal. (blz. 9)

Olivier is dol op zwemmen en hij kan het goed. Hij is goed in veel sporten. Zo is hij net weer thuis van paardrijles. Hij is zijn pony Monty aan het verzorgen na de rijles.

Hij laat de pony een poosje uitstappen, pakt de tuinslang en spuit hem af. Nu nog even droogwrijven, en dan is hij klaar. Misschien kan hij nog even op de Wii. Of nee – eerst op de trampoline, en dáárna op de Wii.
‘Hoever ben je met je boekbespreking?’ vraagt mama, die aan de andere kant van Monty met het zweetmes bezig is. Oei. De boekbespreking. Van dat boek dat hij nog niet eens gelezen heeft. Olivier pakt het dikke, blauwe halstertouw van de grond en zwaait het zachtjes rond. ‘O, gaat goed. Ik ben heel ver. Al op de helft.’
‘Van het boek of van je boekbespreking?’
Hé. Dat is gek. Het uiteinde van het halstertouw raakt zijn been en slingert zich om zijn enkel heen. Hij buigt zich voorover om het los te maken.
Uit zijn ooghoek ziet hij hoe Monty stopt met grazen en zijn hoofd opheft. En dan ineens voelt hij een ruk aan zijn been. Als in slow motion ziet hij zichzelf onderuitgaan. Hij komt keihard op zijn rug en zijn hoofd in het gras terecht. Een duizelingmakende klap, alsof iemand hem pootje heeft gemaakt. ‘Au!’ (blz. 16)

Monty is ergens van geschrokken en rent er vandoor. Maar… het halstertouw zit nog om de enkel van Olivier en die wordt meegetrokken. Monty laat zich niet tegenhouden door Oliviers moeder en rent door het openstaande hek het terrein af. Olivier kan zich niet losmaken en zijn lichaam bonkt overal tegenaan.

En dan ineens is het voorbij, een mannenstem. Armen die hem beetpakken, otillen, het water uitdragen, voorzichtig neerleggen. Druipend water. Licht. Kou. Twee grijsblauwe ogen die hem bezorgd aankijken. ‘Gaat het, jongske?’
Hij wil knikken, maar het gaat niet. Zijn tanden klapperen. Hij ligt nog steeds half in het water.
‘Hier. Een vest. Leg dit vest over hem heen. Hij heeft het vast verschrikkelijk koud.’
Geroep. Snelle voetstappen. Meer stemmen.
‘Wat is er gebeurd?’
‘Snel! Bel 112!’
‘Is al gedaan.’
Huilende kinderstemmen. ‘Heit, heit!’
‘Nu even niet, jongens. Ik moet eerst helpen.’
Hij begint te hoesten. De pijn schiet weer toe, neemt bezit van zijn lichaam. Hij krimpt in elkaar.
‘O, God, dit is verschrikkelijk.’ Een vrouwenstem.
‘Hoe heet je? Kun je wat zeggen?’ De man die naast hem geknield zit, kijkt hem gespannen aan.
Hij klappertandt. ‘V-V-Olivier.’
‘Oké, Olivier. We gaan hulp voor je halen. Er komt zo een ziekenauto. Goed?’
Hij zegt niets. Zijn tanden klapperen. Uit alle macht probeert hij het hoesten te bedwingen. (blz. 20)

Olivier heeft heel veel pijn. Al snel komt de ambulance en krijgt hij pijnstilling. Zijn vader is er ook. Dan wordt het donker om Olivier heen. Het is dagen later als hij weer bij komt. Hij herinnert zich niets meer van wat er is gebeurd. Zijn ouders vertellen hem dat hij in de tussentijd 6 keer geopereerd is, maar dat de artsen zijn voet niet hebben kunnen redden. Zijn onderbeen hebben ze moeten amputeren. Wekenlang blijft Olivier in het ziekenhuis terwijl de wond onder zijn knie langzaam geneest. Maar eindelijk komt de dag dat hij het ziekenhuis verlaten.

De motor wordt gestart en de auto komt in beweging. Olivier haalt diep adem. Dit is de dag waarnaar hij zo lang heeft uitgekeken. De dag waarop hij eindelijk weg mag uit het ziekenhuis.
Hij mag nog niet naar huis. Dat kan nog wel vier weken duren, heeft de dokter gezegd. Of vijf. Hij moet eerst naar het revalidatiecentrum. Een soort ziekenhuis is dat, zei de dokter, maar dan een ziekenhuis waar je niet geopereerd wordt, maar waar je naartoe gaat om op te knappen. En waar je kunt leren rolstoelrijden. Waar ze je leren lopen met krukken. Waar je oefent met douchen en aankleden als een flamingo op één been.
Geeft niks. Hij heeft er zin. Want hij krijgt daar ook zijn kunstbeen. Papa heeft hem eergisteren een film laten zien. Een film van vroeger. ‘De man van zes miljoen’ heet de film, en het gaat over een astronaut die een heel erg ongeluk krijgt met zijn raket. De astronaut is zwaargewond, en de dokters kunnen hem alleen maar redden als ze hem allemaal andere lichaamsdelen geven. Hij krijgt twee elektronische benen, een robotarm, een nieuw oog. Zes miljoen dollar kost het, maar die man heeft daarna superkrachten. Hij kan scherper kijken dan alle andere mensen, hij kan keihard rennen, en hij wordt geheim agent en verslaat allemaal boeven.
Als hij straks zijn kunstbeen heeft, kan hij misschien ook wel extra hard rennen. Heeft hij ook superkrachten. (blz. 56)

In het revalidatiecentrum zijn meer kinderen van zijn leeftijd. Hij gaat er naar school, en na schooltijd racen ze met rolstoelen door de speeltuin, of spelen ze in het zwembad. De moeder van Olivier komt elke dag op bezoek. De oefeningen die Olivier moet doen zijn zwaar, maar het zorgt ervoor dat hij steeds beter kan lopen. Wanneer mag Olivier eindelijk weer naar huis? Hoe zullen zijn vrienden reageren op zijn been? Kan hij nog steeds zo goed zwemmen als voor het ongeluk?


Voorleesfragment

Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.
Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.

Mening over het boek

Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
recensieboek gekregen van uitgeverij Columbus
Wat vind je van het boek?
★★★★☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Het boek heeft een mooie voorkant, Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
fascinerend, ontroerend, realistisch, zielig
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
nee
Is het boek moeilijk of gemakkelijk te lezen?
Gemiddeld
Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
Olivier
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
ja, ik zou Olivier willen ontmoeten en dan gewoon praten en hem o.a. praten wat hij zoal deed als hij niet aan het trainen was
Waar speelt het verhaal zich af?
het verhaal speelt zich af in het ziekenhuis, het revalidatiecentrum, bij Olivier thuis en in het zwembad af
Wat vind je leuk aan dit boek?
het is waargebeurd
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
de scène waarin Olivier wordt voortgesleurd door zijn pony
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
dit boek is een vernieuwde versie van Kampioen, waarbij Olivier ook zelf aan het woord komt over de tijd na het boek Kampioen
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
voor iedereen vanaf een jaar of 10 die houdt van waargebeurde verhalen
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het boek misschien nog een keer lezen

Meer informatie over dit boek