Corien Oranje – Dit wordt het ergste jaar van mijn leven (1e recensie)
Over het verhaal
Er was pas een echte schrijver bij ons op school, en die vertelde dat de eerste zin van een boek superspannend moet zijn. Bijvoorbeeld ‘Toen Ali wakker werd, zag hij twee roodgloeiende ogen die hem aanstaarden.’ Of ‘Naomi had nooit gedacht dat kakkerlakken zo goed zouden smaken.’ Of ‘Toen ik van school kwam, zag ik de bus voorbij denderen. Er rende een man naast. Het was de buschauffeur. De bus was vertrokken zonder dat hij erin zat.’
Dat je denkt: ik móet weten hoe dit verder gaat.
Ik wil later ook schrijver worden, en dit wordt mijn eerste boek, dus het moet wel goed zijn. Dus. Mijn eerste zin. Weet je wat, ik bedenk er een paar, en dan kies ik aan het eind de beste uit.
-> Ik had nooit gedacht dat mijn leven binnen één dag zou veranderen in een RAMP.
-> Ik had nooit gedacht dat mijn moeder zo dom was.
-> Ik had nooit gedacht dat ik op klaarlichte dag beroofd zou worden en door het leven zou moeten gaan als zwerver.
-> Dit wordt het ergste jaar van mijn leven. (blz. 7)
Romy wil later schrijver worden en begint met het opschrijven van wat ze meemaakt. Zo vertelt Romy dat haar moeder opeens vraagt of ze het leuk zou vinden om naar Frankrijk of Italië te verhuizen. Ze kijken samen op televisie naar ‘Ik vertrek’ waarin mensen naar een ander land verhuizen om bijvoorbeeld een bed and breakfast te beginnen. Het lijkt Romy verschrikkelijk om te verhuizen. Dan ziet ze haar vriendinnen niet meer. En ze wonen toch leuk, op een woonboot in Amsterdam?
‘Even over de meivakantie’, zei papa, twee weken later, tijdens het avondeten. ‘We hebben een plannetje, mama en ik.’
Mama ging rechtop zitten en keek blij de tafel rond. ‘Wat zouden jullie ervan vinden om dan een weekje naar Frankrijk te gaan?’
‘Cool!’ riep Splinter, die net een hap had genomen. Kleine korreltjes nasi vlogen uit zijn mond over tafel. ‘Gaan we naar Disneyland Parijs?’
Mama schudde haar hoofd. ‘Nee. Nog veel leuker.’
‘Een roadtrip’, zei papa.
Ik fronste. ‘Roadtrip?’
‘Een rondreis met de auto. Met z’n allen. Lekker avontuurlijk.’
‘Beetje naar huizen kijken en zo’, zei mama.
‘In Frankrijk’, voegde papa er nog aan toe.
Niels schudde zijn hoofd. ‘Mam. We kunnen helemaal niet weg in de meivakantie, Splinter en ik. Je hebt ons zelf opgegeven voor dat surfkamp!’
‘Dat is ook zo’, zei papa. ‘Wat dom. Maar misschien kunnen we dat kamp uitstellen. Dat jullie een andere week gaan.’
Niels zuchtte. ‘Nee, pap. We kunnen dat kamp niet uitstellen. Want het is meivakantie hè. Dat is maar één week.’
Langzaam begon het tot me door te dringen. ‘Waarom willen jullie huizen kijken?’ zei ik. Ik keek naar mama. ‘Je meende het toch niet echt? Van dat droomhuis? Van dat je een bed and breakfast in Frankrijk wil?’
‘Ben je gek!’ zei mama. Ze lachte. ‘Maak je geen zorgen, Romy. Zo ver is het nog lang niet. We gaan alleen maar kijken.’
Zo ver is het nog lang niet? Dit klonk helemaal fout. ‘Dus jullie willen verhuizen! Naar Frankrijk!’
‘Welnee. Het lijkt ons leuk om eens wat anders te doen in de vakantie. Om een beetje naar huizen te kijken. Maar echt niet met de bedoeling om iets te kopen. Helemaal niet. Gewoon. Leuk. Kijken wat er op de markt is.’
‘Ik weet precies wat er dan gebeurt’, zei ik. ‘Dan zien jullie een huis, en dan gaan jullie vragen wat het kost, en dan kopen jullie het.’
‘We hebben helemaal geen plannen in die richting’, zei papa. ‘En we zouden natuurlijk niks doen zonder eerst met jullie te overleggen.’
‘En als wij het niet willen…’ zei ik.
Papa keek mama aan. Hij trok zijn wenkbrauwen omhoog alsof hij iets vroeg.
‘… dan doen we het niet’, zei mama snel. (blz. 14)
Romy wil niet mee naar Frankrijk en ze heeft al maanden geleden beloofd dat ze in de meivakantie bij haar opa gaat logeren. Die woont in Haren, in de buurt van Groningen. Haar ouders besluiten om samen in de meivakantie naar Frankrijk te gaan. Romy gaat met de trein naar Groningen. Opa zal haar daar ophalen.
Ik liep door de ouderwetse wachtruimte naar buiten, de zon in, en zag het standbeeld van Ome Loeks en zijn Peerd, en daarachter het museum waar ik weleens met mama geweest was. Rechts van me waren de bushaltes, links was de parkeerplaats.
Ik rende erheen. Waar was opa’s auto? Ik zag hem niet staan. Misschien heeft hij een nieuwe, dacht ik, en ik liep de parkeerplaats drie keer rond en keek in elke auto naar binnen. Maar opa was er niet.
Kalm blijven, Romy. Er is niks aan de hand. Hij is gewoon een beetje te laat. Je kunt hem toch bellen? Hé, opa, waar blijf je?! Ik stak mijn hand in mijn jaszak om mijn telefoon te pakken. Hij zat er niet in. Ik zocht in mijn andere jaszak. Ik voelde in mijn broekzakken. Raar. Zonet, vóór ik de trein uit stapte, had ik hem nog in mijn handen gehad. Ik had hem gebruikt toen ik moest uitchecken. Wacht. Had ik wel uitgecheckt, eigenlijk? Ik kon het me niet herinneren. Er waren geen poortjes op dit station, je kon zo naar buiten lopen.
Ik voelde in het voorvak van mijn rugzak. Ik controleerde nog een keer mijn jaszakken en mijn broek. Niks.
Mijn mond voelde ineens droog aan. Met een schok drong het tot me door. Ik was mijn telefoon kwijt. Maar dat betekende dat ik ook mijn OV-chipkaart kwijt was, en mijn bankpasje met zes euro van mezelf en vijftig euro van mama, voor noodgevallen. (blz. 26)
Romy rent terug het station in om haar telefoon te zoeken. Maar ze vindt hem nergens. En opa is er ook nog steeds niet. Romy pakt haar hele rugzak uit om te kijken of ze haar telefoon daar per ongeluk in heeft gestopt. Maar helaas. Iemand heeft haar telefoon gestolen… Wat een slecht begin van de meivakantie. Wat moet ze nu doen? Hoe komt ze bij haar opa? Hoe zal de reis van haar ouders in Frankrijk zijn? Romy hoeft toch niet te verhuizen?
Voorleesfragment
Bij dit boek is een voorleesfragment gemaakt. Klik op het plaatje hieronder om het begin van het boek te horen.Of klik hier om naar mijn YouTube-kanaal te gaan.
Mening over het boek
Recensie van Ikvindlezenleuk (Mathilde) (ouder dan 18 jaar)
Hoe kom je aan het boek?
recensieboek gekregen van uitgeverij Columbus
Wat vind je van het boek?
★★★★☆
Waarom heb je dit boek uitgekozen om te lezen?
Ik vond de tekst op de achterkant leuk
Welke steekwoorden passen bij het boek?
grappig, realistisch, verrassend, zielig
Staan er illustraties in het boek? Wie heeft ze gemaakt? Wat vind je van de illustraties?
De zwart-wit illustraties zijn gemaakt door Hélène Jorna. Het zijn geen plaatjes, maar stukjes uit het notitieboek van Romy

Waar gaat het verhaal over?
zie hierboven
Wie is de hoofdpersoon?
Romy
Zou je iemand uit het verhaal willen ontmoeten? Waarom? En wat zou je dan gaan doen?
ik wil Sydney de hond ontmoeten
Waar speelt het verhaal zich af?
in Haren
Wat vind je leuk aan dit boek?
ik vind het leuk dat Romy bij haar opa gaat logeren en nieuwe vrienden maakt
Wat vind je niet leuk aan dit boek?
ik vind het niet leuk dat Romy haar telefoon kwijtraakt
Wil je nog iets anders vertellen over het boek?
dit is het eerste deel van een serie
Voor wie zou dit een leuk boek zijn?
voor kinderen vanaf een jaar of 10 die houden van leuke en realistische verhalen over leeftijdsgenoten
Wil je het boek nog een keer lezen?
Ik wil het volgende boek uit deze serie lezen