Interview met Carlie van Tongeren
Donderdag 11 mei 2023
Vandaag interviewde ik Carlie van Tongeren in een leuk café in Deventer. Carlie schrijft boeken voor jongeren vanaf 12 jaar.
Interview
Hou je van lezen?
Ja, ik lees vooral Young Adult-boeken, vanaf 12 jaar, en dan het liefst boeken van eigen bodem. Ik heb altijd graag boeken voor jongeren gelezen is en het is ook mijn favoriete doelgroep om voor te schrijven.
Ik lees geen fantasy, maar ik ben inmiddels erg nieuwsgierig naar de boeken van Rima Orie. Ik lees thrillers, vaak ook van collega-schrijvers, en vooral contemporary. Ik las pas 24 uur van Marcel van Driel en Het penthouse van Lotte Boot. Ik heb nu Duizend en ik van Yorick Goldewijk liggen en het boek van Elsbeth de Jager over haar vader (Niet meer dan een nummer).
Hield je vroeger al van lezen en schrijven?
Bij ons thuis las iedereen. We hadden ook boekenkasten met allerlei boeken (literatuur, thrillers). Op vakantie mocht ik 4 boeken meenemen. Ik zocht deze boeken zorgvuldig uit in de bieb. Tijdens de vakantie las ik mijn boeken meerdere keren.
Heb je schrijfdoelen?
Ik heb twee doelen: boeken schrijven en scenario’s schrijven. De afgelopen jaren heb ik boeken geschreven. Ik probeer nu in de scenariowereld te komen. Ik zou heel graag een eigen boek willen verfilmingen. Ik denk dat Grijs daar het meest geschikt voor is. Dat verhaal is het meest actueel. Helaas worden jeugdboeken weinig verfilmd.
Het leukste is natuurlijk om boeken en scenario’s schrijven te combineren. Een boek schrijven doe je alleen. Een boek schrijven gaat in een rustige flow. Er is snel resultaat. Zo weet ik aan het einde van de dag hoeveel woorden ik heb geschreven. Een scenario schrijven gaat vaak met meer mensen. Je moet het verhaal verbeelden. Tijdens het schrijven zit ik op het puntje van mijn stoel. Het voelt creatiever om een scenario te schrijven.
Voor het scenario schrijven kijk ik veel series en films. Ik kijk vooral boekverfilmingen. Ik lees eerst het boek en kijk daarna de film of serie. Ik las pas After van Anna Todd en ik lees nu All The Bright Places van Jennifer Niven.
Ik doe nu een scenarioproject voor scholen over Het zusje van. Leerlingen lezen het boek en ik vertel ze hoe ze een scenario moeten schrijven. Inmiddels heb ik de eerste filmpjes en scènes van leerlingen gezien. Leerlingen moeten de tekst goed lezen om een scenario te schrijven. Na zo’n les zijn leerlingen enthousiaster over boeken.
Jongeren lezen weinig. Soms gaan tijdens een schoolbezoek alleen de vingers van mij en de leerkracht omhoog bij de vraag ‘Wie leest er weleens een boek?’. Ik hoop met mijn schoolbezoeken jongeren enthousiaster te maken. In mijn lessen leg ik altijd een link tussen boeken en films.
Ben je met een boek bezig?
Ik schrijf vooral contemporary verhalen, verhalen die zich in deze tijd afspelen. Mijn volgende boek wordt waarschijnlijk een gewoon boek, geen novelle. Ik heb al wel twee ideeën voor Shorties, maar van de 5 Blossom Books Shorties (van uitgeverij Blossom Books) die nu uit zijn, zijn er al 2 door mij geschreven.
Ik heb nu 4 ideeën voor boeken: 2 Young Adult-boeken, 1 New Adult-boek en 1 feelgood-boek. Ik ben nu aan het kijken welk idee het meest blijft hangen in mijn hoofd.
Ik schreef hiervoor al feelgood voor volwassenen, dus misschien ga ik dat weer eens doen. Ik zou ook wel een serie willen schrijven.
Voor Grijs heb ik voor het eerst het verhaal vanuit een jongen geschreven. Dat vond ik wel spannend, met al die andere gevoelens en emoties. Ik vond het leuk om te doen.
Hoe werkt jouw schrijfproces?
Ik vind de fase met ideeën het minst leuk. Als ik een idee heb gekozen begin ik met het schrijven van een synopsis (samenvatting). Dit is meestal 3 A4-tjes en daar ben ik circa 3 maanden mee bezig. Daarna ga ik beginnen met schrijven. Na 4-5 maanden is er een eerste versie van het verhaal.
Ik vind een leeg document vreselijk. Pas als ik de eerste 10.000 woorden heb geschreven gaat het verhaal voor mij leven.
Als ik begin met het schrijven maak ik voor mezelf een playlist. Dan kom ik elke dag snel in de goede sfeer voor mijn verhaal. Ik luister de nummers altijd in dezelfde volgorde. In mijn playlist komen geen Nederlandstalige nummers en ook geen onbekende nummers. Muziek fungeert voor mij als een soort achtergrond.
Mijn schrijfomgeving is ook belangrijk. Ik heb een werkkamer met boekenkasten. Sinds een tijdje heb ik een schrijfhuisje in het bos. Daar kan ik schrijven zonder afgeleid te worden.
In coronatijd heb ik Het zusje van geschreven. Doordat iedereen thuis was kon ik niet schrijven zonder afgeleid te worden. Ik heb dit verhaal efficiënt geschreven, op de momenten dat het kon. Het verhaal heeft korte hoofdstukken. Een langer boek zou me toen niet gelukt zijn.
Lees je recensies over je boeken?
Ik lees veel recensies, vooral als een boek net uit is. Zelf geef ik, sinds ik zelf boeken schrijf, geen sterren meer aan boeken die ik gelezen heb.
Welk personage uit je boeken zou je in het echt willen ontmoeten?
Ik zou Nina uit Heerestraat en Rozenlaan willen ontmoeten. Ik heb zo lang over dat boek gedaan. Nina heeft 5 jaar in mijn hoofd geleefd. Ik had toen nog geen uitgeverij. Ik gebruik Nina ook bij het scenario schrijven. Ik zou haar graag in het echt willen zien.