Interview met Iris Boter

Woensdag 3 mei 2023

Vandaag reisde ik naar Overijssel voor een interview op een terrasje met Iris Boter. Iris is illustrator en schrijver.

Interview

Je bent zowel illustrator als schrijver. Wat vind je leuker om te doen?

Tekenen vind ik gemakkelijker. Het gaat bijna vanzelf. Ik doe het met veel liefde, aandacht en plezier. Schrijven vind ik moeilijker. Ik zit veel te worstelen, maar ik ben erg gelukkig als mijn tekst gelukt is. Soms voel ik me wanhopig, maar ik word gelukkig van schrijven.

Ik zou niet de hele dag kunnen schrijven. Dat kost energie. Tijdens het schrijven luister ik wel naar muziek, maar zonder gepraat. Illustreren doe ik wel met radio aan en koffie erbij. Tekenen en schrijven vullen elkaar aan.

Als kind tekende en schreef ik altijd. Ik wilde tekenen en ben daarom naar de Kunstacademie in Kampen gegaan. Eigenlijk wilde ik archeoloog worden, maar ik had geen wiskunde in mijn pakket. Ik ben toen naar een open dag van de kunstacademie gedaan en dat vond ik erg leuk. En ik werd aangenomen.

Heb je een vaste werkroutine?

Ik heb een eigen werkkamer, in het schuurtje in de tuin. Sinds vorige zomer begin ik elke dag met een wandeling. Daarna drink ik koffie en begin ik met tekenen. Ik maak een planning per dag, zodat ik weet hoeveel ik moet tekenen per dag per boek. Na de lunch teken ik verder. Schrijven doe ik ’s middags of ’s avonds. ’s Ochtend doe ik ook de moet-dingen, zoals administratie. Ik werk niet in weekenden of vakanties. Ik werk elke dag tot ongeveer 16 uur. Ik ben van mezelf niet gestructureerd, maar ik heb wel geleerd dat het belangrijk is.

Ik schrijf ook in opdracht en dat voelt minder als iets van mij alleen. Ik hoor dan de stem van de uitgeverij, van lezers en meer. Omdat er een deadline en afspraken zijn, voel ik meer druk.

Wanneer begin je aan illustraties van een boek?

Ik krijg vaak het verhaal als de tekst (bijna) af is. De cover, het omslag, moet vaak al veel eerder gemaakt worden. Soms al voordat de schrijver begonnen is met schrijven. De cover wordt gebruikt voor de aanbiedingsbrochures van uitgeverijen. Het gebeurt wel eens dat een schrijver achteraf details in het verhaal aanpast zodat het bij de cover past. Het gaat dan bijvoorbeeld om de kleding van de personages.

Ik ben ongeveer 4 weken bezig met illustraties voor een boek. Voor een Juf Braaksel-boek (Carry Slee) maak ik 80-90 kleine zwart-wit tekeningen. Voor De Zoete Zusjes (Hanneke De Zoete) maak ik ongeveer 50 kleurenillustraties.

(Ikvindlezenleuk: hieronder een voorbeeld uit beide series)

Hoe ben je illustrator geworden?

In het begin, na de kunstacademie, stuurde ik werk op en ging ik bij uitgeverijen langs. Tegenwoordig heb je social media en kun je daar je werk laten zien. In 1998 had ik als een van de eerste illustratoren in Nederland een eigen website. Daarmee haalde ik ook een opdracht binnen. In 2001 stopte ik met bijbaantjes en werd ik voltijd illustrator.

Ik heb ook een tijd les gegeven op de creatieve academie in Kampen. Dat vond ik erg leuk, maar het kostte veel energie. Misschien doe ik dat later als ik weer meer tijd heb.

Tegenwoordig weten uitgeverijen mijn stijl en weten ze dus van tevoren of dat past bij het boek of niet. Vroeger moest er nog wel overeenstemming komen tussen de uitgeverij en mij over de stijl van de illustraties.

Sinds 10 jaar werk ik digitaal. Ik teken op een tekentablet. Digitaal tekenen zorgt bij mij voor meer creativiteit. Ik kan meer uitproberen, bijvoorbeeld met kleur. Vroeger maakte ik eerst een tekening op papier, dan moest ik die scannen. Achteraf kon ik dan digitaal wel dingen bijwerken.

Wat vind je leuk aan illustreren?

Ik vind het leuke van illustreren dat je iets kunt toevoegen dat niet in de tekst staat. Toen een van mijn eerste boeken, De gestolen munt, door Jan Lieffering werd geïllustreerd zag ik pas goed wat een illustratie toevoegt aan een verhaal. Een andere illustrator zou een ander verhaal opleveren.

Meestal bepaalt de uitgeverij wie de illustrator wordt. Soms word ik aangedragen door de schrijver. Contact over de illustraties gaat ook meestal via de uitgeverij.

Wat voor boeken schrijf je?

Ik schrijf van alles: prentenboek, thriller, YA, feelgood. Ik ben nu bezig met een paardenboek voor uitgeverij Billy Bones. Het wordt een serie en de illustraties worden gemaakt door Merel van den Broek. Dat de serie over paarden gaat is een idee van de uitgeverij. Ik heb zelf niet zoveel met paarden, maar ik ontdekte dat paardenverhalen vooral ook over mensen gaan. Elk boek heeft 7200 woorden in korte zinnen. De redacteur leest nauwgezet mee en het lijkt alsof de redacteur naast me zit. We werken echt samen aan dit boek.

Ik ben een groot voorstander van redacteuren. Een redacteur brengt een verhaal naar een hoger niveau. Elke schrijver heeft een goede redacteur nodig. Bij uitgeverij Billy Bones gaat het overleg zelfs op woordniveau.

Welk personage uit je boeken zou je in het echt willen ontmoeten?

Ik ben bezig met een schrijfcursus en daarvoor schrijf ik een verhaal over Conny die een roadtrip in een Canta maakt. Haar zou ik wel in het echt willen ontmoeten.

Hou je van lezen?

Als kind las ik alles wat los en vast zat. Ik woonde tegenover de bibliotheek, dus daar was ik vaak te vinden.

Ik lees vooral boeken voor volwassenen. Ik lees ook boeken van collega’s. Ik lees om te genieten en om van een verhaal te leren. Ik lees geen science fiction of horror. Ik lees alleen boeken die goed geschreven zijn. Als ik een boek niet goed geschreven vind leg ik het weer weg.

Tegenwoordig lees ik van alles, als het maar goed geschreven is. Ik lees bijvoorbeeld thrillers, literatuur, romans, historische boeken, biografieën. Ik las pas de biografie over Etty Hillesum en Badwater van Guurtje Leguijt vond ik een fantastisch mooi boek.

Zijn er illustratoren die je bewondert?

Katrien Holland, Geert Gratama, Annemarie van Haeringen, Maayken Koolen, Nelleke Verhoeff, Floor Rieder, Kees de Boer, Harmen van Straaten, Alice Hoogstad, Marijke Klompmaker, Saskia Halfmouw, Barbara de Wolf, Noëlle Smit, Philip Hopman, Esther Leeuwrik en nog veel meer.

Over Iris Boter