Interview met Isabelle Gielen
Donderdag 8 juni 2023
Vandaag interviewde ik Isabelle Gielen in haar tuin. Isabelle schrijft leesboeken voor beginnende lezers.
- Isabelle Gielen: boeken op Ikvindlezenleuk | website
Interview
Hoe ben je schrijver geworden?
Toen onze oudste zoon, Karsten, leerde lezen, klaagde hij dat de verhalen die hij al zelf kon lezen helemaal niet zo leuk waren als de verhalen die wij voorlazen. Langzaam groeide het idee om zelf een samenleesboek te schrijven. Enkele maanden voordat onze tweede zoon naar het eerste leerjaar (groep 3) ging, ben ik beginnen schrijven aan Sep en Saar. De trein doet raar. Joren was mijn proeflezer. We hebben het hele verhaal samen gelezen. Toen waren dat nog losse papieren in een kaft, zonder illustraties, maar hij vond het toch leuk. Toen onze jongste zoon leerde lezen, was het boek net uitgekomen. Arne heeft dus in een echt boek kunnen lezen over Sep, Saar en Moek.
Ik werkte jarenlang als logopediste, o.a. met kinderen met dyslexie. Sommige kinderen moeten heel veel moeite doen om te leren lezen. Lezen is voor hen hard werken. Zelf lezen vergt zoveel inspanning dat het verhaal aan hen voorbij gaat. Daarom schrijf ik samenleesboeken. In een samenleesboek leest een kind de grote letters zelf, de kleine letters worden voorgelezen. Doordat een deel van het verhaal wordt voorgelezen, kun je kinderen veel beter in het verhaal trekken.
Meer tijd investeren in lezen in groep 3 en 4 kan zorgen voor een beter leesniveau. Kinderen die in groep 3 te hard ‘ploeteren’, moet je niet laten ploeteren, maar hulp bieden op maat. Zo kunnen ze terug vertrouwen opbouwen: ik ben niet dom, als ik oefen, kan ik dat ook. Het is heel belangrijk om het technisch lezen goed aan te leren. Hierdoor wordt lezen minder inspannend en is er in hun hoofd eindelijk plaats voor het verhaal.
Op school wordt bij het leren lezen nog te vaak gehamerd op tempolezen. Dat vind ik gevaarlijk. Je geeft kinderen de boodschap dat traag en aandachtig lezen niet goed genoeg is. ‘Snel en vlot’ is beter. Soms lezen kinderen daardoor te snel en weten ze niet wat ze lezen. Dan is lezen een kunstje waar je weinig aan hebt. Hoe kun je dan leesplezier ervaren? Liever een trage lezer die wel weet wat hij leest! Als die trage lezer plezier beleeft aan dat verhaal, gaat hij hopelijk nog meer lezen en als je vaak leest, zal het lezen wel stap voor stap vlotter gaan. Tijdsdruk is nergens goed voor. Het maakt kinderen, ouders en leerkrachten alleen maar zenuwachtig.
Ik vind het jammer dat ouders vaak stoppen met voorlezen als hun kind zelf leert lezen. Voorlezen is zo belangrijk om kinderen de liefde voor boeken mee te geven. Daarom schrijf ik samenleesboeken voor beginnende lezers. Dan moeten de ouders wel een deel van het verhaal voorlezen.
Je schrijft boeken voor beginnende lezers. Kun je wat over je boeken vertellen?
Mijn eerste boek was De trein doet raar. Dit is een samenleesboek. Ik heb dit boek ingesproken voor de Luisterbibliotheek en ook via Passend Lezen. Intussen zijn er drie dikke boeken in de reeks van Sep en Saar. Ook het samenleesboek Rik en Noor. De tuin achter de muur is beschikbaar als luisterboek via Luisterpuntbibliotheek en Passend Lezen.
Met illustrator Jan Van Lierde maakte ik Aap leest een letter. Het is fijn om met Jan samen te werken. In zijn illustraties zit heel veel humor.
In Aap leest een letter heeft elke klank een eigen verhaal. De dieren die bij een klank horen komen ook in de achtergrond van de andere tekeningen voor. Inmiddels is er een 6e druk verschenen en zijn er 17.000 exemplaren verkocht. We hebben ook een letterspel gemaakt, Aap kiest een kaart. Hiervan is een 2e druk verschenen en zijn er al meer dan 3.000 exemplaren verkocht. In de handleiding staan 20 spellen uitgelegd om al spelend lezen te oefenen. Het vliegje op de letterkaarten geeft de leesrichting aan. De illustraties van de dieren komen uit het boek Aap leest een letter. Op de illustraties kijken de dieren naar voren of naar rechts (geeft de leesrichting aan).
We wilden het boek Aap leest een letter geen te educatieve uitstraling geven. Op de achterflap staat uitleg over de klanken en via een QR-code kunnen volwassenen meer uitleg vinden. Het is een dilemma of je op boeken duidelijk moet laten zien dat het voor beginnende lezers is. Je wilt kinderen niet afschrikken, maar je wilt ook dat ouders het boek vinden.
Ik schrijf geen boeken strikt op AVI-niveau omdat dat keurslijf me iets te strak is. Ik houd wel rekening met wat kinderen al zelf kunnen lezen, maar soms gebruik ik een woord dat leestechnisch iets moeilijker is omdat de taal dan natuurlijker klinkt. Op mijn boeken staat daarom geen AVI niveau, maar wel een indicatie zoals ‘zelf lezen na ongeveer 6 maanden leesonderwijs’.
AVI kan een wegwijzer zijn, maar het kan ook een spelbreker zijn als leerkrachten en ouders hier te star mee omgaan. Laat kinderen ook andere boeken lezen, zowel moeilijkere als makkelijkere boeken.
Hoe is de samenwerking met een illustrator?
Samenwerken met een illustrator is voor mij 1+1 = 3. Elk heeft zijn eigen inbreng en zo wordt het boek nog mooier. Soms voegen illustraties ook een extra laag toe aan het verhaal. Dat heeft illustrator Roozeboos heel mooi gedaan in het boek Mag ik meedoen?
Met illustrator Jan Van Lierde werk ik ook vaak samen. Als hij een nieuwe illustratie doorstuurt voor ons nieuwe boek, is dat als een cadeau in mijn mailbox.
Hield je vroeger van lezen?
Ja, ik leerde makkelijk en vlot lezen. Ik kon al een beetje lezen voordat ik naar het eerste leerjaar (groep 3) ging, maar dat ontdekte ik pas op 1 september bij juffrouw Linda. Toen pas besefte ik dat de andere kinderen niet wisten wat er op die eerste pagina van het leesboekje stond. Ik denk dat ik heb leren lezen door thuis schooltje te spelen. Mijn twee jaar oudere zus was de juf en ik leerde lezen met haar oude schoolleesboekjes.
Als ik lees, sluit ik me helemaal af. Als iemand mij dan iets vraagt, reageer ik soms wel met ‘ja’ of ‘mmm’, maar eigenlijk heb ik het niet gehoord. Soms is dat grappig, maar soms ook behoorlijk frustrerend voor de persoon die tevergeefs op me staat te wachten.
Vroeger ging ik vaak naar de bib. Het voordeel is dat je boeken kunt kiezen en dat je een boek niet hoeft uit te lezen als het niet leuk is. Bij het kopen van een boek vond ik kiezen altijd veel moeilijker. Ik was bang dat het boek niet leuk zou zijn.
Nu koop ik veel vaker boeken. Als ik een boek echt mooi vind, lees ik het meer dan een keer.
Welke boeken las je vroeger?
Ik kreeg tips van mijn zus die twee jaar ouder is en graag leest. Ik las veel van Astrid Lindgren. Ik heb alles van haar gelezen. De verhalen over Bolderburen heb ik in verschillende versies gelezen. Verder las ik boeken van Thea Beckman, Anke de Vries en veel boeken van uitgeverij Ploegsma. Als een boek me was meegevallen, zocht ik verder naar meer boeken van die schrijver.
In het zesde leerjaar stond er in de klas een kast met saaie en oude boeken om uit te kiezen.
Ik was jaloers op mijn broer van twee jaar jonger. Ik had leren lezen in een leesmethode met lijntekeningen in 1 kleur en hij had een leesmethode met fullcolor tekeningen en leuke leesboekjes.
Hou je nog steeds van lezen?
Ik ben meer gaan lezen toen ik ging schrijven. Ik lees liever jeugdboeken dan volwassen literatuur. Ik lees andere boeken dan voordat ik ging schrijven. Ik lees nu ook anders en kijk tijdens het lezen ook naar de schrijfstijl. Ik herlees ook boeken die ik vroeger goed vond. Sommige boeken blijven leuk, andere boeken leg ik nu opzij omdat de schrijfstijl me niet bevalt.
Ik gebruik Het boekenboek om boeken en schrijvers te ontdekken. Zo heb ik Paul Biegel ontdekt. Als kind had ik nooit een boek van hem gelezen. Nu heb ik bijna al zijn boeken gelezen. Ik vind het ook heel fijn om uit zijn boeken voor te lezen voor onze drie kinderen.
Wanneer begon je met schrijven?
April 2016 ben ik beginnen schrijven. Ik ben gaan schrijven dankzij en ondanks onze drie kinderen. Ze waren zo vaak ziek dat ik op een bepaald moment loopbaanonderbreking heb genomen. Toen we eindelijk wat op onze plooi waren gekomen, had ik een idee voor een boek en ik ben beginnen schrijven. Als ik op voorhand had geweten hoe lastig het is om een uitgeverij te vinden, had ik waarschijnlijk nooit de energie gevonden om dat eerste manuscript te schrijven. Maar uiteindelijk reageerden er twee uitgeverijen: Clavis en Baeckens. Toen ben ik blijven schrijven.
Schrijf je elke dag?
Ik schrijf elke dag, maar niet in de weekenden. Naast het schrijven geef ik vorming op het gebied van leren lezen.
Ik merk dat het schrijven niet makkelijker wordt, maar net moeilijker omdat ik nu veel kritischer kijk naar mijn teksten. De fase van schaven, schrappen, herschrijven duurt nu nog langer dan vroeger.
In mijn teksten moet soms iets aangepast worden omdat het te Vlaams is. Nederlandse bibliotheken kopen minder in als in de recensie op Biblion gezegd wordt dat iets Vlaams is. Soms is er ook een Nederlandse redacteur die mijn tekst na leest.
Ben je bezig met een boek?
Samen met Jan Van Lierde ben ik bezig met een soort zoekboek Aap zoekt een woord. Jan is een week bezig om een spread te maken. Ik geef hem tekst en uitleg over de spread, eventueel met verwijzing naar andere pagina’s. Het zijn doorlopende verhaallijnen. Jan voegt ook zelf dingen toe aan het verhaal, die ook op andere pagina’s terugkomen. Dit boek kan ik alleen samen met Jan maken. De tekst past bij zijn stijl van illustreren.
Ik ben ook bezig met een dik samenleesboek. Als dat manuscript klaar is, gaat het naar de uitgever en zij gaan dan op zoek naar een illustrator. Zij stellen een aantal illustratoren voor, ik bekijk dan hun portfolio en mag aangeven welke stijl me het meest aanspreekt.
Welk personage uit je boeken zou je in het echt willen ontmoeten?
Ik wil Moek uit Sep en Saar. Moek in gevaar ontmoeten. Moek is een mannetje zo klein als een duim. In het boek Sep en Saar. Moek in gevaar zit hij op de schouder van Jan en geeft raad als Jan gepest wordt. Als kind had ik ook graag iemand gehad die me moed insprak toen ik gepest werd.