Welk boek wil jij deze zomer lezen? (2024): Janneke van der Veer
Welk boek wil jij deze zomer lezen? Voor het vierde jaar stel ik deze vraag aan boekenliefhebbers (schrijvers, illustratoren, vertalers, uitgevers), bibliotheekmedewerkers, leerkrachten en lezers). Tijdens de zomer (vanaf 1 juli) deel ik de antwoorden op de website van Ikvindlezenleuk. Alle antwoorden vind je op deze pagina. Daar vind je ook het vragenformulier als je zelf mee wilt doen.
Vandaag geeft Janneke van der Veer antwoord op deze vraag. Janneke is lezer, voorleesoma en onderzoeker jeugdliteratuur. Je kunt haar volgen via haar website of via Facebook.
Deze boeken wil ik deze zomer lezen
Dolf Verroen: Een regenboog in mijn kast
Jacques Vriens: Kermiskind
Sjoerd Kuyper: De grote vloed
Guus Kuijer: Het boek van alle dingen
Boeken van schrijvers die hun sporen al heel lang verdiend hebben in de wereld van de jeugdliteratuur. Schrijvers die ons keer op keer veel te zeggen hebben.
Het boek van Dolf Verroen heb ik inmiddels gelezen. Ik ben onder de indruk en vind het een belangrijk verhaal. Veel kinderen worstelen met gevoelens, zijn bang om anders te zijn, durven niet uit de kast te komen. Dolf Verroen beschrijft dat integer en vol diepte – van binnenuit – hoe dat bij Jasper gaat. Je voelt zijn worsteling, levensecht is zijn ontwikkeling. Daarbij vind ik de andere personages ook goed getekend. De tegenstellingen ook. Mooi is de rol van oma Truus, zoals zij Jasper probeert te helpen op een niet nadrukkelijke manier. Bijzonder. Het boek zal ongetwijfeld zijn weg weer vinden. En dat moet ook, want het verhaal kan veel kinderen én volwassenen helpen, hun gezichtsveld verruimen. Hoe belangrijk is dat niet in deze tijd.
‘Kermiskind’ en ‘De grote vloed’ zijn nog ingepakt. Ik vind het altijd heerlijk een boek uit te pakken vlak voordat ik het ga lezen. Klaar om te herlezen ligt nu ‘Het boek van alle dingen’. Ik heb het van de boekenplank gepakt. Ook zo’n boek dat veel indruk heeft gemaakt en nog steeds maakt.
Meer informatie
Dolf Verroen – Een regenboog in mijn kast
Jasper weet dat hij op jongens valt, zijn ouders weten het ook. Verder nog niemand. Zijn oma heeft het uit zichzelf al begrepen. Zij geeft hem een regenboogriem; als hij die draagt, heeft hij geen woorden nodig. Jasper legt de riem achter in zijn kledingkast. Maar dan breekt na een lange, hete zomer de eerste schooldag aan. Durft Jasper de regenboog te dragen?
Guus Kuijer – Het boek van alle dingen
Bij Thomas thuis wordt iedere dag uit de Bijbel voorgelezen. Hij kent al hele stukken uit zijn hoofd, die hij op zijn eigen manier uitlegt, met humor en fantasie. Een manier die zijn vader niet bevalt. Als zijn moeder weer eens door zijn vader met ferme klappen tot het ware geloof wordt gebracht, besluit Thomas dat het tijd wordt voor een Egyptische plaag…
Jacques Vriens – Kermiskind
Rosa reist samen met haar familie het land door om op kermissen in theatervoorstellingen te spelen. Maar eigenlijk vindt Rosa toneelspelen verschrikkelijk. Als kleuter moest ze al meedoen en stond ze te huilen op het podium. Nu ze ouder is, speelt ze braaf haar rolletjes, maar ze zou liever bij de draaimolen helpen of achter de kassa zitten. Gelukkig heeft Rosa Teunis, de zeventienjarige jongen die de sterren van de hemel speelt in hun toneelstukken, vooral in de vrouwenrollen. Met hem sluit ze een dierbare vriendschap en ze komt erachter dat hij een groot geheim heeft. Maar dan krijgt Rosa’s vader een ongeluk. Oom Gerrit neemt de leiding over en gedraagt zich als een tiran. Wanneer hij Teunis wil ontslaan, komt Rosa met haar vriend in actie. Zo ontdekt Rosa dat ze toch meer voelt voor het theater dan ze wil toegeven. Lukt het Rosa en Teunis om oom Gerrit te stoppen?
Sjoerd Kuyper – De grote vloed
Op een dag in mei van het jaar 2029 komt de Grote Vloed en zet de wereld onder water. Slechts één bergtop blijft droog: Atlantis. Miljarden mensen verdrinken, weinigen weten het land op de berg te bereiken. Onder hen: Dice, de verteller; zijn veertienjarige zoon Moos; huisknecht Jochem; en de Zeven van Dorhoudt. In Atlantis heerst een streng asielbeleid. Zij die binnen mogen, moeten minimaal acht jaar ‘wennen’ aan de hightech dictatuur van het nieuwe land voor ze het Centrum Voor Integratie uit mogen. Er mag niet worden gesproken, ieder woord, iedere gedachte wordt door middel van apps gewisseld, waardoor de overheid van alles wat onder de bevolking leeft op de hoogte is. Er broeit verzet onder de jongeren en dat laait op als zij in contact komen met de vluchtelingen uit de ‘oude’ wereld. En dan … krijgt Moos een geniaal idee.